Direct naar artikelinhoud

Iets voor Berlijn, iets voor Parijs: het lijkt wel Belgisch compromis

EU-ambtenaren reageren allergisch als het ze wordt voorgelegd: wie heeft er nu gewonnen, Duitsland of Frankrijk? Volgens hen zijn de ambitieuze plannen van EU-president Herman Van Rompuy juist een subtiel compromis tussen de tegenstrijdige Franse en Duitse belangen. Een overzicht van het 'pijn' en 'fijn' voor Parijs en Berlijn.

Duitsland

Het belangrijkste winstpunt voor bondskanselier Merkel is dat de begrotingsdiscipline fors wordt aangescherpt in de voorstellen van Van Rompuy. Het zijn straks de eurolanden gezamenlijk die bepalen hoeveel een land jaarlijks mag uitgeven. Overschrijdt een lidstaat zijn limiet, dan kan een aanpassing van de nationale begroting worden afgedwongen.

Alleen onder die voorwaarden kan de invoering van euro-obligaties - een bijna-taboe in Duitsland - worden overwogen. Hoewel nog steeds ongewenst, zet Berlijn nu mogelijk de deur open naar de gemeenschappelijke uitgifte van schuldpapier. Temeer daar Van Rompuy pleit voor een Europees ministerie van Financiën, een suggestie die de Duitse minister van Financiën Schäuble eerder opperde.

In lijn met de Duitse wensen is ook het Europees toezicht op de banken. Merkel liet onlangs binnenskamers doorschemeren dat ze zich bedonderd voelt door de nationale Spaanse banktoezichthouder. Die heeft niet tijdig ingegrepen, waardoor het Europese noodfonds nu 100 miljard euro beschikbaar moet stellen om de Spaanse banken overeind te houden.

Minder enthousiast is Berlijn over de plannen voor Europees gegarandeerde spaartegoeden - indien nodig gedekt door het noodfonds - en een Europese stroppenpot voor omvallende banken. Waar Merkel wel mee kan thuiskomen is de verplichting voor een betrouwbaar ambtelijk apparaat. De corruptie en belastingontduiking in zuidelijke eurolanden is haar een doorn in het oog nu de Duitse belastingbetaler daarvoor de rekening betaalt via leningen uit het noodfonds.

Frankrijk

President Hollande kan de overwinning opeisen dat de invoering van euro-obligaties nu op tafel ligt. Hollande heeft sinds zijn aantreden gepleit voor meer solidariteit in de eurozone. De gemeenschappelijke financiering van de staatsschulden is daar het ultieme voorbeeld van. Met dank overigens aan de Europese Commissie, die er al wat langer voor ijvert.

Hollande zal zeker ook wuiven met de plannen voor de bankunie. Europees gegarandeerde spaartegoeden en een Europese afhandeling van failliete banken, het past allemaal in de Parijse opvatting dat de Europese Unie vooral ruimhartig moet optreden als zaken fout lopen. Dat het noodfonds de spaartegoeden indien nodig vergoedt, kan worden gezien als een vorm van directe herkapitalisatie van banken door het fonds. Een diepgewortelde Franse wens.

Waar Parijs wel zwaar bij moet slikken is de beoogde budgetdiscipline. Bemoeienis van Brussel met de begroting stuit op verzet van de Franse regering. Dat is nu al zo en helemaal als straks de rest van de eurozone bepaalt hoeveel het 'grote Frankrijk' jaarlijks mag uitgeven. Een Europees ministerie van Financiën krijgt vermoedelijk evenmin een warm applaus, tenzij het natuurlijk permanent geleid kan worden door een Fransman.

Tot slot zal Parijs met instemming wijzen op de warme woorden in de voorstellen van Van Rompuy over economische groei, banen, sociale cohesie en sociale rechtvaardigheid. Hoewel niet uitgewerkt vallen ze goed bij de achterban van Hollande.