Direct naar artikelinhoud

Jos Verbist opent Theaterfestival met brave toespraak

Jos Verbist, acteur en artistiek leider van het Kortrijkse Theater Antigone, schoot gisteren het Theaterfestival op gang met zijn State of the Union. Verbist tekende voor een nuchtere speech die weinig stoute dromen verkondigde.

Echt beginnen deed het theaterfestival, dat traditiegetrouw een selectie brengt van de twaalf beste stukken van het afgelopen seizoen, met The State of the Youth. De zusjes Ans en Louise Van den Eede - samen het gezelschap Hof Van Eede - gaven blijk van een opvallend rechttoe rechtaan vertrouwen in zichzelf, hun generatie en de kunst. Want "niet alleen wij hebben de wereld nodig, ook de wereld heeft ons nodig". In een spitsvondige rede extrapoleert Hof Van Eede zijn persoonlijke worsteling naar de zoektocht naar een eigen stem die elke jonge kunstenaar doormaakt.

Jos Verbist was even vurig en militant. Het kon echter niet verhullen dat zijn tekst pragmatisme ademde. Met een lichte ironie hekelde Verbist dat brandende en wijdverbreide discussiepunt: de economische doelmatigheid van de kunsten. "We hebben onszelf zo genadeloos in het hoekje van de logica van het geld, van de economie en het kortetermijndenken laten drukken. Alsof de waarde van kunst en cultuur überhaupt in materiële cijfers kan worden uitgedrukt. Alsof niemand nog durft zeggen dat kunst en cultuur een wezenlijk onderdeel van een samenleving zou moeten zijn, verankerd in het onderwijs en in het dagelijks leven van iedereen."

Verbist wil het theater niet langer verdedigen op grond van criteria waarvoor het niet zelf gekozen heeft. "Wij hebben intussen een geschiedenis opgebouwd van onszelf te verdedigen. En wij zullen ons verdedigen, wij moeten ons verdedigen en we zullen dat blijven doen, zoals 50, 100 of 200 jaar geleden. Met steeds hernieuwde energie. En ik verzeker je, dat is geen vals of naïef optimisme. Maar ik vraag me af: doen we dat wel met de juiste argumenten? Durven we onszelf nog verdedigen met de inhoud waarvoor we staan?"

Theater, zo klonk het, levert een bijdrage aan de culturele openbaarheid en is noodzakelijk als publiek forum dat de mens op een kritische manier, in alle schoonheid en lelijkheid, doorlicht. Hij verheugt zich over het wereldlijke engagement van de jonge generatie makers die hij dit jaar op Theater aan Zee aan het werk zag, maar benadrukt dat we moeten blijven investeren in betere professionele condities en speelkansen voor hen, net zoals in meer sociaal-artistieke projecten, betaalbare tickets, publiekswerking en het sensibiliseren van politici. "Het woord subsidie laten vervangen door het woord investering. Investering in een kwaliteitsvolle samenleving." Concrete en relevante ideeën zijn het zeker, een pittige analyse die ze wat meer in de diepte fundeert, blijft evenwel uit.

Discussie

"Kan kunst de wereld veranderen?" vraagt Verbist zich op het einde noodgedwongen af. "Misschien niet, maar kunst, theater mag voor mij wel de wil behouden om de wereld te veranderen. Of een klein beetje toch. Een kleine mentaliteitsverandering. Een discussie op gang brengen."

Als er één platform is waar stoute toekomstdromen verkondigd kunnen worden, is het wel een State of the Union. Een State die op zijn beurt een sterke Union creëert die daar - al is het voor eventjes - in gelooft. Net die eendracht, met inbegrip van een vruchtbare dissensus die haar steeds weer kritisch doorlicht, hebben we vandaag nodig. L'union fait la force. Op dat punt geeft Verbist maar een bescheiden aanzet die niet genoeg voorbij de evidenties gaat.

Het Theater-festival loopt nog tot 7/9. www.theater-festival.be