Direct naar artikelinhoud

Baggeroorlog om overheidssteun

Het Antwerpse baggerbedrijf Deme vraagt de overheid steun om zijn concurrentiepositie te verstevigen. In ruil voor een loonlastenverlaging wil Deme onder Belgische vlag blijven opereren. Aartsrivaal Jan De Nul dwarsboomt dit plan.

Eeuwige concurrenten Deme en Jan De Nul zijn in een nieuw gevecht verwikkeld. Inzet van de vijandigheden is deze keer niet een of ander contract voor het baggeren van een rivier of voor het opspuiten van een eiland, wel de vraag of werknemers van baggerbedrijven in aanmerking komen voor een loonlastenverlaging.

Deme is vragende partij om die lastenverlaging te realiseren door een wijziging in paritair comité, het overlegorgaan waar werkgevers en vakbonden loon- en arbeidsvoorwaarden afspreken.

Personeel is pro

Baggerbedrijven zitten traditioneel in het paritair comité van de bouw, terwijl hun activiteiten meer aansluiten bij die van de koopvaardij. Deme wil 450 van zijn 2.200 werknemers onderbrengen onder het "goedkopere" paritaire comité van de koopvaardij. Het gaat om de werknemers die voor buitenlandse opdrachten worden ingezet.

De vakbonden bij Deme zijn akkoord met het plan. Aan het betrokken personeel wordt immers geen inlevering gevraagd. De overstap levert voor het bedrijf wel een besparing op het vlak van loonlasten van 10 procent op.

Maar de vraag van Deme krijgt tegenwind van zijn belangrijkste rivaal, de Oost-Vlaamse baggeraar Jan De Nul. Hij zou zich verzetten tegen de wijziging in paritair comité. Daarmee zit het hele dossier in een patstelling en dreigt Deme naast zijn lastenverlaging te grijpen.

Minister van Werk Deconinck (sp.a) staat nochtans positief ten aanzien van het dossier. Maar ze vindt dat werkgevers eerst op één lijn moeten staan voordat ze de regering om goedkeuring verzoekt.

Alain Bernard, CEO van Deme, hoopt dat de overheid alsnog het licht op groen zet. "Als we een deel van onze maritieme vloot kunnen onderbrengen in de koopvaardij, dan kunnen we competitief blijven", zegt hij. "De verandering laat ons toe om even competitief te zijn als Jan De Nul." Als het plan geen goedkeuring krijgt, dan dreigt ook Deme uit te vlaggen, zegt Bernard. Hij verwees onder meer naar Luxemburg, waar Jan De Nul het grootste deel van zijn activiteiten heeft ondergebracht.