Direct naar artikelinhoud

'Nood aan een industriële politiek'

Socialistisch presidentskandidaat François Hollande slaat op campagne in het industriële bekken van Lotharingen een protectionistische toon aan. 'Deloyale concurrentie moet worden uitgebannen', wijst hij nauwelijks verholen naar China.

k sta hier niet voor mezelf te kleumen", zegt Martine Jeanbert. "Het is vanwege mijn zoon, Jonathan, die al drie jaar werkloos is." Ze heeft een T-shirt met het schilderij van Delacroix met een triomferende Marianne voor de borst geklemd, en daarboven de tekst: 'Marianne van de werklozen'.

Martine Jeanbert maakt deel uit van het driekoppige ontvangstcomité dat bij het station van Thionville staat te wachten op François Hollande, de socialistische presidentskandidaat die Frankrijk over drie maanden van Sarkozy moet verlossen. Want een verlossing zal het zijn. "Met Hollande wordt alles anders", verzekert ze. En dat wordt tijd. "Nog vijf zulke jaren en het Front National is hier de grootste partij. De helft van de mensen werkt in Luxemburg", legt Jeanbert uit. "Gewoon omdat in Thionville niets te doen is."

Thionville ligt in Lotharingen, de uiterste noordoosthoek van Frankrijk. Een streek waar de zware industrie tientallen jaren welstand bracht. Maar het ene na het andere staalbedrijf sloot de poorten. Vier jaar geleden, toen ArcelorMittal zijn vestiging in Gandrange dreigde te sluiten, kwam president Sarkozy om persoonlijk orde op zaken stellen. "Ik laat jullie niet zitten. Gandrange blijft open", zei hij tegen de witgehelmde werkers. Maar Gandrange sloot. De staalarbeiders vonden elders werk, en op de plaats waar Sarkozy zijn toespraak hield, richtte de vakbond een gedenkteken op: "Hier rusten de beloften van Sarkozy, gedaan op 4 februari 2008." Dat monumentje werd een week geleden gestolen, door wie is niet bekend.

Gandrange is heilige grond geworden, strijdtoneel voor het gevecht om het behoud van de Franse zware industrie. Vandaar dat de politici hier om beurten hun opwachting maken. Ségolène Royal, Jean-Luc Mélenchon, Christine Boutin, allemaal meldden ze zich bij de metaalwerkers. Het resultaat is doorgaans oogstrelend. Weinig campagnefoto's ogen zo daadkrachtig als die van een gehelmde politicus, omringd door arbeiders in blauwe overalls tegen een achtergrond van gloeiend staal en puffende persen.

Dat is precies wat François Hollande aantreft bij Akers in Thionville, een Zweeds bedrijf dat volgens zijn directeur wereldwijd koploper is op het gebied van aluminium walsen. Omringd door tientallen cameraploegen met zwiepende microfoonhengels beent de socialistische kandidaat door smelterij en gieterij, en langs immense persen. Nog geen dag is hij terug van campagne voeren in de tropen. Maar Guadeloupe en Martinique zijn niets vergeleken met de hitte die vrijkomt bij de hete gloed van het staal.

"Frankrijk heeft lang geen linkse president gehad", zegt Pyter Duarte, zes jaar geleden bij Akers in dienst gekomen. "Ik heb een gezin met twee kleine kinderen. Dagelijks ervaar ik aan den lijve dat van de veranderingen die Sarkozy beloofde, weinig is terechtgekomen." Maar of het 'geproduceerd in Frankrijk', de slogan die nu de campagne beheerst, het antwoord is? Duarte twijfelt. "Het idee is goed. Maar Franse spullen zijn duur. Dat zal dan eerst moeten veranderen."

Tussen de afkoelende walsen legt Hollande nog eens uit hoe hij de toekomst van de staalindustrie ziet. "We moeten op kwaliteit concurreren", zegt hij, de helm in de hand. "De kennisoverdracht naar de volgende generatie kan beter. Jongeren moeten zien dat er toekomst zit in deze sector. En deloyale concurrentie" - een nauw verholen verwijzing naar China - "moet worden uitgebannen." De arbeiders van Akers klappen beleefd.

Weer zetten de media de achtervolging in op de man die volgens alle peilingen met ruime voorsprong de verkiezingen gaat winnen. Bij het stadhuis van Gandrange is aardig wat volk op de been. Vakbondsman Sébastien Stauffelberger, zeven dienstjaren bij ArcelorMittal, staat er met wat vrienden te wachten. "Hollande is links, dat is al wat", is zijn zuinige oordeel. "Ik hoop dat hij ervoor kan zorgen dat Mittal in Florange open blijft. Het is hier niet arm, je kunt goed leven in deze streek. Daarom is het hier altijd rechts geweest. Maar met al die sluitingen kan dat veranderen. De mensen zijn bang dat het als in Noord-Frankrijk wordt."

Anthonie, zeventien jaren bij Mittal, is somberder. "De politiek heeft hier niets in te brengen; wat meneer Mittal beslist, moet gebeuren. De problemen zijn structureel. Dat heeft te maken met transport, met de nabijheid van delfstoffen. Onze toekomst ligt niet in handen van Hollande."

Grote gebaren

Even later, in de gemeenschapszaal tegenover het stadhuis, zet Hollande zijn project nog eens uiteen. Hij wil Europees geld aantrekken via het fonds Ulcos, dat subsidie geeft voor staalindustrie met een lage CO2-uitstoot. "Gandrange is het symbool geworden van het ontbreken van een industriële politiek", hamert Hollande van achter het spreekgestoelte, nog steeds met die grote armgebaren die zijn mediatrainers hem willen afleren. "Gandrange is ook een symbool van het verzaken van gegeven woorden."

Concrete beloften doet hij niet. "Ik wil niet dat hier volgend jaar een tweede gedenkteken moet worden opgericht. Dus hoor je mij niet zeggen dat na de verkiezingen alles mogelijk is."

Nog even wat vragen en dan is het terug naar Parijs. De weg naar het presidentschap is nog lang, maar de zware industrie kan alvast worden afgevinkt.