Direct naar artikelinhoud

Nederlands kabinet met een consistente visie op de crisis? Onmogelijk

De meeste partijen in Nederland hebben geen consistentie oplossing voor de crisis. Dat belooft, na de verkiezingen van woensdag

Het Holland Financial Centre had midden op de Amsterdamse Zuidas een debat georganiseerd tussen de financiële specialisten van PVV, VVD, CDA, D66, GroenLinks, PvdA en SP. De belangstelling was groter dan de aula van het WTC: bankiers en verzekeringsmensen verdrongen zich bij de ingang. Er was een extra zaal ingericht met een beeldscherm. Het debat was veel leuker dan al die lijsttrekkersdebatten. Er heerste een gemoedelijke sfeer en de specialisten wisten waar ze het over hadden.

Zelfs Mark Harbers van de VVD wekte de indruk dat hij eerlijk wilde zijn over de euro. Toch hadden alleen de financieel specialisten van D66 (Wouter Koolmees), GroenLinks (Jesse Klaver) en de PVV (Teun van Dijck) ee duidelijk verhaal. De eerste twee waren zonder mitsen en maren vóór het behoud van de eurozone zoals die nu bestaat en wilden daar ook de financiële consequenties van dragen. De laatste wilde, ook zonder mitsen en maren, uit de euro stappen en zag daarvan alleen maar voordelen.

Angstaanjagend

De Rotterdamse econoom Bas Jacobs heeft alle partijprogramma's onderzocht op hun standpunten over de euro. Het resultaat is onthutsend. Alleen PVV, D66, GroenLinks en tot op zekere hoogte ook de PvdA hebben duidelijke en consistente standpunten.

Jacobs komt bovendien tot de conclusie dat bijna alle partijen - D66, GroenLinks en PvdA zijn de uitzonderingen - er standpunten op na houden die strijdig zijn met het in stand houden van de eurozone. Hij heeft daarbij gelet op drie domeinen van Europese besluitvorming. Het eerste draait om de vraag om men bereid is tot verdergaande steunmaatregelen in de vorm van een noodfonds voor landen met een te hoge rente op staatsobligaties. Het tweede om de vraag of partijen instemmen met een Europese bankunie, met een grotere rol van de ECB. Het derde domein betreft een Europese controle op de overheidsbegrotingen van de eurolanden.

Jacobs laat zien dat verreweg de meeste partijen ten minste op één van die domeinen standpunten innemen die onverenigbaar zijn met het behoud van de euro op langere termijn.

De conclusies van Jacobs' onderzoek zijn angstaanjagend. Het komt erop neer dat de meeste partijen in Nederland geen consistente oplossing hebben voor de crisis. De goede niet te na gesproken - PVV, D66 GroenLinks en PvdA - hebben alle partijen dus tegenstrijdige opvattingen over de oplossing van eurocrisis.

Zij onderscheiden zich daarmee waarschijnlijk niet van de gemiddelde kiezer, maar een politieke partij zou zich als taak moeten stellen een uitgewerkt standpunt over Europa en over de Europese muntunie aan de kiezer voor te leggen. Beweren dat zonder EU het licht uitgaat of dat er gras gaat groeien tussen de keien van de Rotterdamse haven als we uit de euro stappen is wel erg primitief. De VVD wil dat landen de mogelijkheid krijgen om uit de euro te treden: een diplomatieke formulering van de wens om ze eruit te zetten. Dat wil ook Ben Knapen (CDA).

Voor de onduidelijkheid die de partijprogramma's van VVD, CDA, SP en CU kenmerken zijn twee verklaringen te geven. Men weet echt niet wat men wil of men houdt de standpunten over de euro voor de kiezers verborgen. Ik weet niet wat erger is.

Het beste wat er gezegd kan worden over deze partijen is dat hun standpunt in beweging is. Het sterkst is dat het geval bij de SP en de CU, maar zij bewegen in tegengestelde richting. De ChristenUnie laat het van lopend onderzoek afhangen wat er met de euro moet gebeuren. De SP beweegt zich van een anti-eurostandpunt in de richting van een versterking van de Europese muntunie, onder voorwaarde dat ECB niet de banken ondersteunt maar de overheden. Geheel conform dat programma juicht de partij het recente ECB-besluit nu toe. Als de partij niet allang uitgeschakeld was voor de eindoverwinning op links had het ECB-besluit de SP zeker aan een overwinning geholpen

Kiezers

Volgens kiezersonderzoek wil bijna 30 procent van de kiezers dat Nederland uit de Europese Unie treedt. Zij voelen zich bedreigd door de EU. Je mag aannemen dat die mensen ook van de euro afwillen. Zij hebben de keuze uit drie partijen: de PVV, de SGP (Nederlandse orthodox-gereformeerde partij, nvdr) en de ChristenUnie. De PVV wil uit de EU en de gulden terug, SGP en CU willen de eurozone (misschien) splitsen in een noordelijk deel met een 'neuro' en een zuidelijk deel met een 'zeuro'. De SGP en de Partij voor de Dieren willen landen uit eurozone kunnen zetten, wat op hetzelfde neerkomt. In de laatste peilingen hebben deze vier partijen samen rond de 30 zetels.

Niet meer dan één op de vijf kiezers wil dat de EU meer bevoegdheden krijgt. Die groep kan terecht bij D66 en GroenLinks en de PvdA. Deze drie partijen krijgen samen hooguit 50 zetels. Meer dan de helft van de kiezers wil in de EU blijven en de euro houden, maar zonder verdergaande Europese politieke eenwording. Dat is onmogelijk. Zij zullen hun stem mogelijk uitbrengen op partijen die met een inconsistent programma de onderhandelingen ingaan. Dat is wel democratisch maar niet verstandig. Er kan zo op geen enkele manier een kabinet gevormd worden met een consistente visie op de eurocrisis.