Direct naar artikelinhoud

Sherlock Holmes ondervraagt foto's

De Nederlandse (ex-)fotograaf Hans Aarsman laat in zijn essaybundel 'De fotodetective' onze blik voortdurend kantelen. Aarsman kijkt scherp, met een fileermesje in de hand. Dirk Leyman

Tot 1992 mocht je Hans Aarsman zonder verpinken tot de voorhoede van de Nederlandse fotografen rekenen. Hij kwam aan de bak bij onder meer Trouw, Nieuwe Revu, De Groene Amsterdammer en de Volkskrant. Met fotoboeken als Hollandse taferelen (1989), Aarsmans Amsterdam (1993) en zijn 'autofotografieboek' Vroom Vroom (2003) vestigde hij onmiskenbaar zijn reputatie. Maar plots hing Aarsman zijn professionele camera's aan de wilgen. Nadat hij een aantal stijlen had uitgeprobeerd (zoals de geëngageerde fotografie à la Magnum of de 'chaotische' stijl van Winogrand), was het vat af. Aarsman was het moe om te worstelen met vormkwesties. "Beschamend groot is de lijst van fotografische stromingen die ik heb verketterd. (...) Fotografie, zo'n mooi onopzettelijk medium, kan dat niet zonder vorm?"

Vorm bleek een keurslijf en een 'mooie' foto kon je mits kennis van een aantal handgrepen en principes trouwens in een handomdraai fiksen, stelde hij vast. "Schoonheid op een foto is als een koekoeksjong, het duwt alle andere belangstelling over de rand van het nest. Vragen die je normaal zou stellen, komen niet in je op", noteert hij. Daarom besloot Aarsman vooral aandachtig en scherp te kijken naar foto's, ze als het ware te 'ondervragen', als een volbloed detective. Sherlock Holmes werd hierbij zijn leermeester. Onvermoeibaar kijken naar foto's "die hij te hooi en te gras vond" "alsof ze bewijsmateriaal zijn", het werd een missie die hij mocht botvieren in 'De Aarsman Collectie' in de Volkskrant.

In zijn schrandere bundel essays De fotodetective levert Aarsman talloze staaltjes van de manier waarop je je blik kunt bijvijlen en kennis over beelden kunt combineren. "Fotograferen is niet alleen dat ene plaatje, het is vooral het verband tussen de plaatjes die je al fotograferend verzamelt." Aarsman roept bij voorkeur vragen op: kunnen alledaagse Flickr-foto's van amateurs het halen van de beroepsfotografen? Welke foto's bereiken net niet de krant, omwille van pudeur, zelfcensuur of politieke redenen? Is het digitale fotograferen een weldaad of een vloek? Of hoe kun je afscheid nemen van geliefde spullen, zoals de poppetjes die zijn pas overleden moeder in het bejaardentehuis had gemaakt? "Ik hield ze boven de vuilnisbak, maar wilde ze niet loslaten. Tot ik een foto van ze nam. Toen kon ik afstand van ze doen zonder bezwaard gemoed." Aarsman schuwt de banaliteit niet én ontdekt daar veel averechtse schoonheid. Eenvoudig is zijn werkwijze niet altijd. Want het kan wel degelijk gebeuren: "Zo lang naar een foto staren en niet zien wat erop staat."

Kogelgat

En dan is er de hamvraag die door het boek meandert: wat onthult een detail? Zo zie je een ordinaire persfoto van een fiets die op een landweg gemonsterd wordt door twee politieagenten. Dan ontdekt Aarsman een kogelgat in het frame. Ook breekt hij zich het hoofd over de 'Warum?'-borden die telkens opduiken bij dramatische gebeurtenissen in Duitsland en ook in Nederland, bij de raid in Apeldoorn op Koninginnedag 2009. Aarsman detecteert via typografische gelijkenissen dat steeds dezelfde 'vragenman' paraat staat om zijn verontwaardiging te uiten.

In De fotodetective schrijft Aarsman meer dan behartenswaardige dingen over hedendaagse fotografie, zonder taboes én met een fijn fileermesje. Hij slaagt er vooral in je blik te doen kantelen en een foto onbevangen tegemoet te treden. Dankzij hem raak je opgezadeld met een immer spiedend oog. Geen overbodige luxe in de omgang met het beeldenbombardement dat ons dagelijks uit alle richtingen bestookt.