Informanten Britse geheime dienst vast in Guantánamo
Uit de Guantánamo-gevangenis blijven de ongelooflijke verhalen toestromen. Geheime documenten, aan het licht gebracht door WikiLeaks, laten zien dat zelfs mensen die samenwerkten met de Britse inlichtingendienst zonder reden gearresteerd werden. Bovendien zit de oudste huidige gevangene intussen al zeven jaar vast, zonder uitzicht op duidelijkheid over zijn zaak.
Neem de 35-jarige Algerijn Adil Hadi al-Jazairi Bin Hamlili. Hij werd opgepakt in 2003 in Pakistan en later overgebracht naar Guantánamo Bay. In de gelekte documenten wordt hij beschreven als bemiddelaar, koerier, kidnapper en huurmoordenaar in dienst van Al Qaida. De man werd beschuldigd van het bombarderen van twee christelijke kerken en een luxehotel in Pakistan.
Na zijn arrestatie werd Hamlili naar de gevangenis van Bagram gebracht, ten noorden van Kaboel. Na enkele ondervragingssessies besloot de CIA dat hij cruciale informatie weerhield en dat hij daarom een bedreiging vormde voor het personeel van de VS en geallieerden in Afghanistan en Pakistan. Hamlili zou gezegd hebben dat hij een tapijtbedrijf runde vanuit Peshawar en leverde tot in Dubai.
Zijn ondervragers wisten echter dat de Algerijn al drie jaar lang informant was van de Britse inlichtingendienst MI6 en de Canadese inlichtingendienst. Ze vreesden dat hij een dubbelspion was. De man werd overgebracht naar Guantánamo. Inmiddels bleken de beschuldigingen aan zijn adres onjuist, want in de voorbije maand januari werd Hamlili naar huis teruggestuurd.
Een ander geval is dat van Mullah Haji Rohullah Wakil, een 42-jarige stamleider en geestelijke uit Noordoost-Afghanistan over wie Britten en Amerikanen van mening verschilden. Toen hij in 2002 werd opgepakt door de Amerikanen, werkte hij samen met Britse diplomaten en waarschijnlijk ook de Britse inlichtingendienst. Britse en Europese functionarissen in Kaboel, die Rohullah kenden, waren geschokt door het nieuws.
In 2001, tijdens de oorlog tegen Al Qaida en de taliban, had de man immers gevochten aan de zijde van de Amerikanen. Hij was toen een sleutelfiguur voor het behoud van de stabiliteit in de regio. De Amerikanen geloofden echter dat hij drugs verhandelde, dat hij de Afghaanse regering wou destabiliseren en een rol speelde in de moord op belangrijke regeringsfiguren. Ondanks zijn connecties bij de Britse en Pakistaanse inlichtingendienst werd hij gedurende zes jaar gevangengehouden in Guantánamo.
En dan is er nog Saifullah Paracha. Met zijn 63 jaar is hij de oudste van de huidige 172 gevangenen van Guantánamo Bay. Paracha was een succesvol zakenman en reisagent in New York. Daarnaast behoorde hij tot de kleine cirkel van Al Qaidamilitanten die een vervolg wilden breien aan de vliegtuigkapingen van 11 september.
Paracha zou zijn ervaring in het verschepen van goederen aangeboden hebben om plastic explosieven naar de VS te brengen. Dat zou hij gedaan hebben door middel van containers met vrouwen- en kinderkleding. Hij zou er ook aan gedacht hebben om biologische en nucleaire wapens naar de VS te brengen, al vreesde hij wel dat detectors in de havens dat heel moeilijk zouden maken.
Hartaandoening
Paracha’s dossier is een van de meer dan 700 documenten die bewijzen dat Al Qaida de bedoeling had van 11 september de eerste in een hele reeks aanvallen te maken. ’s Mans advocaat, David H. Remes, zegt echter dat die conclusie ongefundeerd is: “Het is niet waar dat Paracha ooit iets gedaan heeft dat zijn aanhouding fundeert of dat hij een bedreiging zou zijn voor de VS.”
Volgens de advocaat lijdt Paracha aan een ernstige hartaandoening en diabetes en werkt hij zeer goed mee met de autoriteiten. Paracha hoopt nu naar zijn vaderland terug te kunnen en wil een snelle afhandeling van zijn zaak.