Direct naar artikelinhoud

'Ik heb mijn ouders hun fouten vergeven'

Het was het jaar waarin NTGent ontploft is, het stadsgezelschap waar ze al zo lang bij hoort. En het was het jaar waarin haar moeder stierf. Haar moeder die altijd zo goed voor haar kinderen heeft gezorgd, maar ook een ernstig drankprobleem had. Els Dottermans (52) heeft geen ouders meer nu. 'Het wordt koud in je rug.' Sofie Mulders

'Brrr', blaast ze, en ze schudt driftig met haar hoofd. Het is koud. We zitten buiten bovendien. Maar het is niet daarom dat ze siddert. Ze wil iets anders van zich afgooien. "Ik ga dat de komende uren nog wel een paar keer doen. Blijkbaar moet er ook fysiek iets uit. Het is een rare tijd. En het vreet meer aan mij dan ik wil toegeven. Ik ben nog nooit kilo's kwijtgeraakt door dit soort dingen, maar nu wel. Dat is dan ook het enige positieve aan de zaak."

Begin oktober werd bekend dat Johan Simons vervroegd zou vertrekken als artistiek leider van NTGent. Het toneelgezelschap is ontploft, en Els Dottermans zit er middenin. "Niemand weet hoe we verder moeten. Ik ook niet."

Als Simons was gebleven, was de bom dan ook ooit gebarsten?

"Johan is wegens zijn cumuls nooit echt aanwezig geweest sinds hij in 2015 terugkwam naar NTGent. (Hij werkte toen ook voor Theater Rotterdam en de Ruhrtriënnale, en zou vanaf 2018 ook Schauspielhaus Bochum gaan leiden, SMU) Zijn afwezigheid heeft een leemte gecreëerd.

"Johan heeft een oeverloze ambitie om het theater werelds te maken in plaats van provinciaal. Ik geloof absoluut in zijn goede bedoelingen, maar de manier waarop hij zijn ambitie wil bereiken, getuigt van overmoed. Hij heeft de organisatie met ons verkeerd ingeschat. En toch zie ik hem nog altijd graag, hij is een goeie vriend van mij. Daarom doet het ook allemaal zo'n pijn."

Is er nooit gesproken met hem over die afwezigheid?

"Jawel. Maar er zijn nog andere dingen gebeurd. Hij heeft Benny Claessens in ons gezelschap gebracht omdat Benny een totaal andere visie op spelen en theater heeft, en Johan op die manier een creatieve spanning wilde creëren. Benny is een acteur die het theater zelf in vraag stelt. Wat is theater, wat is spelen: daar is hij fundamenteel mee bezig. Dat is zijn goed recht, maar onze visies staan lijnrecht tegenover elkaar. Ik vind dat NTGent geen gezelschap is om het theater in vraag te stellen, maar om te spelen. Als visies botsen, kunnen er inderdaad heel mooie dingen gebeuren, maar Johan had een draagvlak moeten creëren voor die discussies. En hij had ze moeten begeleiden. Dat heeft hij niet gedaan.

"Maar ik sla ook een grote mea culpa. Ik heb de terugkomst van Johan te kritiekloos aangenomen. We hadden een actief gesprek moeten voeren over hoe we het zouden aanpakken, en ook ik heb daar geen initiatief voor genomen.

"Benny is uiteindelijk nog het grootste slachtoffer. Ik heb tegen hem gezegd dat ik hem van het kaliber van Jan Decorte vind, dat hij zijn eigen ding moet doen, en dat zijn volgers hem zullen volgen. Maar hij kan niet afdwingen dat alle mensen uit een gezelschap hem gaan volgen. Dat is de fout die gemaakt is.

"Het doet pijn om dit te zeggen, maar het is kapot. Wij zijn geen collectief zoals (Antwerps toneelgezelschap) Stan. Wij zijn een heterogeen gezelschap dat altijd door iemand bij elkaar geroepen wordt - door Johan, door Wim Opbrouck enkele jaren terug - maar als die persoon er dan niet is, voelen wij geen coherentie meer. En dus vraagt iedereen zich nu af: wat doe ik hier, zit ik hier wel op mijn plaats."

Het is kapot, zeg je, maar kan het nog gemaakt worden?

"Dat weet ik niet. Ik werk nog mee, ik zit mee in de commissie die moet bepalen welke richting NTGent moet uitgaan, en in april zouden we een nieuwe artistiek leider moeten hebben. Zelf weet ik niet wat ik ga doen. Should I stay or should I go? Het is moeilijk. Ik ben dertig jaar lang verbonden geweest aan een gezelschap. Maar een ensemble moet jong zijn, en vraagt erg veel energie en toewijding. Ik hoef dat allemaal niet meer. Ik kan niet meer zeggen: 'Ik ben van jou, doe maar met mij wat je wil, geweldige toekomstige artistiek leider.'

"Ik wil vooral nog doen wat ik wil doen, niet meer wat ik niet wil doen. Ik ben nog nooit freelance actrice geweest, misschien is dit wel het moment om het eens uit te proberen. Maar bon, ik heb nog niks beslist."

Els Dottermans moest niet wachten op de herfst om 2016 een eigenaardig jaar te noemen. In februari stierf haar moeder. Haar beide ouders zijn nu dood. "Ineens is er niks meer boven je", zegt ze, "en sta je zelf aan de top van die familiale piramide. Heel vreemd."

Ze komt uit een groot gezin. Drie zussen en één broer. "Mijn vader was 19 toen het eerste kind geboren werd, mijn moeder 24. De vijf kinderen volgden elkaar snel op. In zes, zeven jaar tijd werden ze allemaal geboren. Nadat mijn moeder enkele jaren voor de kinderen had gezorgd, is ze gaan werken. Voltijds verpleegster. Mijn vader besliste om zelfstandig beeldhouwer te worden. In de jaren 70 ging het werk goed voor hem, in de jaren 80 was het gedaan. Mensen hadden geen geld meer voor kunst. Ook het huwelijk begon te schuiven. Ik was toen vijftien, zestien jaar. Op mijn achttiende, ik was net naar Studio Herman Teirlinck vertrokken, zijn ze uit elkaar gegaan. Mijn vader is apart gaan wonen, en heeft verschillende relaties gehad, mijn moeder is altijd alleen gebleven."

En toen was het 1992, en pleegde haar broer zelfmoord. Hij was 23. "Het heeft een krater geslagen in het leven van mijn ouders en dat van ons. Mijn moeder dronk al, maar door de dood van haar zoon werd het alleen maar erger. Haar drankprobleem is compleet ontspoord. Twintig jaar lang is ze elk jaar wel eens opgenomen geweest om af te kicken. De laatste vier jaar van haar leven heeft ze in een rusthuis doorgebracht, en ook toen dronk ze nog. Ook mijn vader had een alcoholprobleem. Hij was vooral een sociale drinker. Hij was minder eenzaam dan zij.

"Maar allebei zijn ze gestorven aan een groot verdriet, en aan een grote onmacht. Door de dood van hun kind konden ze niet meer leven."

Heb je erover kunnen praten met je ouders?

"Met mijn moeder heb ik dat gedaan toen er nog te praten viel. Op een gegeven moment lukt het namelijk niet meer. Als er alleen maar boosheid is, kun je niet meer praten.

"Op de dag dat ze naar het rusthuis verhuisde, ging ik haar huis opruimen, en ineens vond ik een hele stapel brieven terug die ik haar ooit geschreven had. Allemaal brieven waarin ik haar moed probeerde in te praten. 'Komaan, mama', schreef ik altijd. Ik schoot helemaal vol toen ik die stapel zag. En ik was opgelucht. Gelukkig, dacht ik, heb ik toch mijn best gedaan om haar eruit te krijgen, uit haar verdriet."

Zodat je je ook niet schuldig hoeft te voelen.

"Ik voel me niet schuldig. Zeker niet. Maar er is wel een grote droefheid omdat ze zo ongelukkig is gestorven. Ze was zo klein en miezerig geworden.

"Van een mogelijk schuldgevoel heb ik al lang geleden afscheid genomen. Zij heeft haar leven zo bepaald. Wij hebben er naast gezeten en gekeken. Meer kun je niet doen. Langzaam maar zeker heeft ze eigenlijk zelfmoord gepleegd."

Voor een kind blijft die gedachte toch moeilijk, zelfs als dat kind volwassen is. Want het betekent eigenlijk dat je moeder ook niet voor jou in leven kon blijven.

"Dat is moeilijk, ja. Ik zal je vertellen wat er afgelopen juni is gebeurd. De directeur van het psychiatrisch centrum in Sint-Niklaas belde me met de vraag of ik wilde spreken op een studiedag voor mensen die in hun naaste omgeving met alcoholisme of zelfmoord te maken hebben. Geen probleem, dacht ik, ik kan dat. En dat is ook zo, ik kan het verhaal van mijn moeder echt goed vertellen. Op een grappige manier, zelfs. Er valt namelijk ook wel wat te lachen met wat mijn ouders allemaal hebben uitgestoken. En misschien is lachen vooral eelt op de ziel. Een overlevingsstrategie om ermee om te gaan.

"Goed, terwijl ik daar in een aula op een podium stond, begon ik dus het verhaal te vertellen over mijn moeder en mijn broer. En ineens was dat verhaal af, en keek ik er zelf naar, en viel ik in duizend stukken uit elkaar. Ik kon niks meer zeggen. Alleen maar huilen.

"De mensen in de zaal hebben er veel aan gehad. Ik ook. Het heeft me doen inzien dat het hier zit." Ze wijst naar de bovenkant van haar hals. "Het is een wake-upcall geweest. Misschien moet ik er maar eens echt aan beginnen, dacht ik toen, in plaats van het als een leuk verhaal te beschouwen. Maar tegelijk denk ik ook dat zoiets zijn organische loop moet kennen. Een verwerking kun je niet forceren. En ik weet dat ik het toch altijd zal meedragen. Zoals zoveel mensen hun verhalen en hun verdriet meedragen."

Het vergt wel moed om erover te spreken in het openbaar. Heb je je nooit geschaamd?

"Ik vind niet dat dit moedig is, hoor. En ik heb me nooit geschaamd. Helemaal niet. Waarom?"

Je bent niet bang om je moeder en je vader te besmeuren?

"Nee. Omdat ze ook geweldige mensen zijn geweest. Al hun kinderen zijn uit liefde geboren. En tot mijn zestiende heb ik een fantastische jeugd gehad. Ik kan hun dus niets kwalijk nemen. Het gaat ook niet over schuld. Het gaat over de machteloosheid en de onkunde in het leven. Zoals die mij straks misschien ook overkomt. Ze hebben fouten gemaakt, ja. Maar ik heb ze die fouten vergeven. Ik heb ze allebei vergeven toen ze nog in leven waren. Dat heeft me veel vrijheid gegeven.

"Die vrijheid ervaar ik nu opnieuw. Het is misschien wat fout om het te zeggen, maar het is ook een opluchting als je ouders dood zijn. Je kunt als gezin op een onaangename manier aan elkaar gekleefd zijn, zodat het blijft plakken, en uitrekt, waardoor je het nooit weg krijgt. Het is hard werken om je van zo'n pathologische of symbiotische verbondenheid los te rukken.

"Bij de moeder van mijn man (de Nederlandse acteur Han Kerckhoffs, SMU) heb ik gezien dat het ook helemaal anders kan. Ze is 101 jaar nu, en heeft zes kinderen grootgebracht. Aanvankelijk vond ik het kerstfeest bij haar vooral heel erg Nederlands. Keurig, correct, afstandelijk en ordelijk, je kent het. Maar sinds enige tijd besef ik dat zij haar kinderen gewoon heel zelfstandig heeft opgevoed. Elk kind leidt zijn eigen leven. Mijn familie is veel hechter, maar we hebben mekaar ook altijd in een greep gehouden."

Het is een bevrijding, zeg je, maar tegelijk is het akelig om geen ouders meer boven of achter je te hebben.

"Bernard Dewulf heeft dat ooit prachtig omschreven. 'Het wordt kouder in je rug', zei hij. Je begint in een laag van je leven te komen waarin mensen sterven. Ouders, familie, vrienden. Het maakt je bewust van je eigen sterfelijkheid.

"Ik vind het denken over tijd ineens zo anders. Je bent heel lang jong, en dan ineens ben je vijftig. Die breuk is gigantisch. Niet wegens dat getal, maar omdat je ouders dood zijn, en je nadenkt over hoe zij waren toen ze vijftig waren, en hoe ze de laatste twintig jaar niks meer hebben ondernomen. Ze hebben alleen gewacht op iets wat nooit meer is gekomen. Dat is een derde van hun leven geweest.

"Ik zit nu op dat moment. Het is de laatste fase. Het zal nog een lange fase zijn, maar het is wel de laatste. En mij gaat het niet overkomen. Echt niet. Ik wil die twintig jaar nog léven, werken, gezond zijn. (glimlacht) Ik ben dan ook maar gestopt met roken.

"Het kan dus ook heel constructief zijn als ouders het slechte voorbeeld geven. Vijftig worden heeft een soort van energetische kwaadheid in mij naar boven gebracht, waardoor ik dingen onderneem, en veel beter kan beslissen wat ik wel of niet meer wil. (valt even stil) Oh, kijk eens achter je! Hoe mooi is dat!"

Een man van middelbare leeftijd komt door de Antwerpse Kloosterstraat gejogd. Al is het eerder joggen in slow motion, want meer dan 2 kilometer per uur lijkt hij niet te halen. Minuscuul loopbroekje rond het achterwerk, knalroze kousen tot aan de knieën opgetrokken, maar zijn kin steekt in de lucht. Els Dottermans glimlacht breed. "Kijk, dat moet je durven. Prachtig. Het leven is aan de durvers. Dat merk ik zelf ook nu die vijftig gepasseerd is. Het oog van buitenaf begint stilaan weg te vallen. Het kan me niet meer zoveel schelen wat de mensen van me denken. Nu ja, er zijn grenzen. Het is niet de bedoeling dat ik straks met blote billen en roze kousen over straat ga lopen." (lacht)

Als je ouders sterven, wordt het koud in je rug, zei je daarstraks. Zelfs als het contact en de relatie moeilijk was?

"Natuurlijk, het zijn je ouders. Als ik aan mijn moeder denk, en naar haar leven kijk, dan kan ik soms nog helemaal volschieten. Zo dapper dat ze is geweest..."

Er lopen tranen over haar wangen. Ze veegt ze weg. "Maar ze is zo kwaad geworden. Kwaad op mijn vader, bijvoorbeeld, omdat hij haar verlaten had. Kwaad op mij ook. 'Jij krijgt applaus voor de dingen die je doet, ik niet', snauwde ze dan tegen mij. Gek genoeg kon ik door die bitterheid gemakkelijker met haar omgaan. Ik vond het veel moeilijker als ze fragiel en weerloos was tijdens een zoveelste opname in Kortenberg. Als ze niet gedronken had, en geen schild had, was ze zo kwetsbaar. Dan zat ze naar mij te kijken met een blik van 'ik heb het helemaal verkeerd gedaan', en dan brak ik in duizend stukken. Ze had de boosheid en de bitterheid en de drank nodig. Het was de enige manier voor haar om iemand te zijn, om haar stem te doen klinken.

"De nekslag is gekomen met de dood van David. Een ouder die een kind verliest, door zelfmoord dan nog, is het allerergste wat je als mens kan overkomen. Dan zijn er maar twee keuzes: of je blijft leven, of je gaat dood. Het lijkt alsof mijn moeder heeft willen boeten voor wat er is gebeurd. Dat ze daarom haar lichaam zo heeft toegetakeld door zoveel te drinken. Ze is altijd zo'n stijlvolle vrouw geweest. Een Chanel-vrouwtje, zeg ik altijd. Smal, klein, fijn, stijlvol, altijd lekker ruikend. En dan kwijnt ze weg in een lelijke joggingbroek. Zo triest.

"Ik ben ook boos op haar geweest. Na tien jaar David kun je ook denken: er zijn nog vier dochters, er zijn kleinkinderen geboren. Ga je daar nog voor, of ga je nergens meer voor? Het is het laatste geworden. Dat heb ik haar erg kwalijk genomen.

"En toch is ze absoluut een goede moeder geweest. Kijk, nu schiet ik weer vol." Ze haalt een zakdoek uit haar jas en snuit haar neus. "Ze heeft zo hard gewerkt, en zo goed voor haar kinderen gezorgd. Ze heeft haar verantwoordelijkheid genomen. Daarvoor alleen al zal ik haar altijd graag blijven zien."

Je twee zonen zijn nu achttien en twintig. Ook zij gaan ooit geen ouders meer hebben. Denk je daar soms aan?

"Nee, daar kan ik niet aan denken. Dat moeten zij doen. Ik hoop dat ze gelukkig en zelfstandig genoeg zullen zijn om het leven aan te kunnen zonder ons. Dat is ook hun eigen verantwoordelijkheid. Ook ik heb de plicht om gelukkig te zijn en me niet te verschuilen achter de klaagzang dat mijn moeder me heeft gemaakt tot wie ik ben. Het loskomen van je ouders, de leegte én de opluchting toelaten als ze dood zijn: je hebt het zelf in handen. Natuurlijk heeft de ene het moeilijker dan de andere, en zullen sommigen hulp nodig hebben om uit de put te kunnen klimmen waar ze in geduwd zijn. Maar zelfs dan nog blijft het de taak van elk individu om dat toch te doen. Je bent zelf verantwoordelijk voor je eigen leven."

Heb je eigenlijk beeldhouwwerk van je vader in huis?

"We hebben enkele beelden van hem staan, ja. In Leuven staat er overigens vrij veel werk van hem. (glimlacht) Daar was hij wereldberoemd. De herinnering aan mijn vader is lichter dan die aan mijn moeder, omdat hij een minder bezwaard iemand was. En ook omdat hij het goedgemaakt heeft tegenover ons. Gewoon door te zeggen dat het hem speet. Zo simpel is het. Zeg sorry tegen je kind, en het is goed. Kinderen zijn de loyaalste mensen die er zijn. Het belangrijkste als kind is dat je eigen leed gewoon erkend wordt."

Je ouders die nu allebei dood zijn, de strubbelingen bij NTGent: je hebt best wat kilte gekend in 2016.

"En dan hebben we het nog niet gehad over wat er in de rest van de wereld aan de gang is. Jongens toch, wat gebeurt er allemaal? Het enige goede eraan is misschien dat het je dwingt om wat naar binnen te plooien. Je huis, je lief, de tuin, de hond: dat is genoeg. En dat is goed. Mag ik een tip geven aan de lezers? Geniet van de dagen thuis met kerst en nieuw. Nodig mensen uit om te komen eten. Het lijkt me de beste strategie op dit moment."

We gaan naar huis. Ze maakt het slot van haar fiets los, en wuift als ze de straat uit rijdt. Enkele uren later stuurt ze nog een sms. "Hier moet ik nog aan denken. Mijn moeder was een soort Ann Christy, maar dan zonder zang. Frêle, stil, verlegen, en toch een grote innerlijke kracht. Een kracht die zich uiteindelijk tegen haarzelf gekeerd heeft."

En het begon gewoon zoals elk mooi verhaal. Op een zomerdag, niet ver van hier.

Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op www.zelfmoord1813.be