Direct naar artikelinhoud

Regering Zuid-Soedan wint terrein op rebellen

De opstandelingen tegen het bewind van president Salva Kiir in Zuid-Soedan verliezen terrein. Eind vorige week heroverden regeringstroepen Bentiu, de hoofdstad van de olierijke provincie Unity. De volgende slag zal gaan om Bor, een stad in het midden van het land, die in handen is van de vroegere vicepresident, Riek Machar.

Een delegatie van de Afrikaanse Unie reisde dit weekend naar Zuid-Soedan in een poging om Machar, die half december zijn gewapende rebellie tegen Kiir begon, tot een staakt-het-vuren te bewegen. Machar wil dat daarvoor elf van zijn eerder gearresteerde bondgenoten worden vrijgelaten, iets dat president Kiir nog steeds weigert.

"We zijn optimistisch dat we een overeenkomst tot het staken van vijandelijkheden zullen tekenen zodra de gedelegeerden terug zijn van hun missie", zei Michel Makuei, de Zuid-Soedanese minister van Informatie die voor de onderhandelingen in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba verblijft. Van Machars zijde kwam geen commentaar.

De herovering van Bentiu is voor de regering-Kiir van grote betekenis, omdat deze stad een belangrijke rol speelt in Zuid-Soedans olieindustrie, die meer dan 90 procent van 's lands inkomsten voor haar rekening neemt. Riek Machar sprak van een tactische terugtocht uit de stad, bedoeld om 'straatgevechten te voorkomen en burgerlevens te redden'.

Een aantal olievelden in Unity zou echter nog steeds in handen zijn van de opstandelingen. De afgelopen weken is de olieproductie, die normaal zo'n 250.000 vaten per dag bedraagt en voor het grootste deel is bestemd voor de markt in China, met zeker 20 procent teruggelopen.

Voor de geplande herovering van Bor, de hoofdstad van de provincie Jonglei en waarschijnlijk de schuilplaats van Riek Machar, is de regering begonnen met het recruteren van jongeren en het mobiliseren van duizenden nieuwe troepen. Riek Machar gaf eerder aan deze stad, in tegenstelling tot Bentiu, wel te zullen verdedigen. "We zetten de strijd voort", liet hij weten.

De gevechten van de afgelopen tijd hebben volgens de Verenigde Naties meer dan duizend mensen het leven gekost. De denktank International Crisis Group schat dat mogelijk tienduizend mensen zijn omgekomen. Honderdduizenden burgers zijn op de vlucht geslagen, voor het grootste deel binnen eigen land. Hulpverleners vrezen een humanitaire catastrofe.

De VN-veiligheidsraad wil dat beide partijen een staakt-het-vuren overeenkomen en vredesbesprekingen beginnen.