Direct naar artikelinhoud

Omstreden wapenhandelaar shopt bij Defensie

Tussen 2009 en 2012 verkocht het Belgische leger 35 helikopters en twee vliegtuigen aan D.V., de directeur van een Brusselse firma die door justitie en inlichtingendiensten van witwaspraktijken en inbreuken op de wapenhandel verdacht werd. Nochtans was Defensie op de hoogte van die verdenkingen, maar dat bleek geen bezwaar.

Onderzoeksjournalist Damien Spleeters, een expert wapenhandel die al publiceerde in The New York Times, onderzocht bijna een jaar wapenverkopen van het leger aan D.V. Uit zijn resultaten, die hij in onze bijlage Reporter en in de krant La Libre onthult, blijkt dat Defensie niet onderzoekt waar haar afgeschreven legermateriaal terechtkomt en geen controles uitvoert op de aankopers.

Zo verkocht Defensie op 1 september 2009 23 Alouette-helikopters aan een in Brussel gevestigde vennootschap van D.V. Vier van deze toestellen kwamen eind dat jaar al terecht in Madagaskar, waar ze op 27 maart 2010 ter beschikking werden gesteld van het Malagassische leger. Dat gebeurde door president Andry Rajoelina, die een jaar eerder een staatsgreep pleegde. Omdat de firma voor de helikopters een 'end user certificate (EUC)' ondertekende, had ze voor deze uitvoer toestemming moeten vragen aan de bevoegde autoriteiten. Dat deed ze niet.

Ondanks deze overtreding sloten Defensie en de firma nog meer contracten. Op 18 mei 2010 kocht de firma wisselstukken voor Alouette II-helikopters ter waarde van naar schatting 425.000 euro, exclusief btw. Op 5 juli en 2 december 2010 kocht ze twee airbussen A310 van Defensie voor een niet nader genoemd bedrag, en ten slotte, op 12 maart 2012, ook nog vier nieuwe Agusta's A109 voor 425.425 euro. Eerder kocht de firma in november 2009 ook al acht Agusta A109-helikopters.

De lucratieve samenwerking is des te verrassender omdat D.V. geen onbekende is van de politie- en inlichtingendiensten, óók de inlichtingendienst van Defensie. Volgens documenten waarop wij de hand konden leggen bracht de gerechtelijke politie van Charleroi het federaal parket al in 2003 op de hoogte van de verdenkingen die bestonden tegen D.V. en een andere persoon wegens inbreuken die verband hielden met de "georganiseerde misdaad en wapenhandel". Er was ook sprake van "ernstige aanwijzingen van witwasoperaties", volgens een verklaring in februari 2003 van de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI).

Nog in 2003 waarschuwde ook de Franse politie haar Belgische collega's voor "maffioze witwaspraktijken via constructies en vastgoedtransacties", waarbij D.V. betrokken zou zijn. Een voormalige zakenpartner verklaarde dan weer in september 2005 bij de politie van Charleroi dat D.V. "op goede voet stond met de groten in landen als Soedan en Congo, waar hij voor diverse guerrillagroeperingen illegaal wapens en munitie transporteerde".

In een commentaar op een VN-rapport zei Didier De Weerdt, woordvoerder van defensieminister Pieter De Crem (CD&V), vorig jaar: "Als we iedere keer een verkoop moeten onderbreken op basis van geruchten, van rapporten, dan gaan we nooit nog iets verkopen. Wij gaan uit van het principe dat er geen enkele reden is om niet door te gaan met de verkoop van het materieel als de firma niet veroordeeld is."

Toen we Defensie deze week opnieuw confronteerden met onze nieuwe informatie, wenste minister De Crem geen commentaar te geven. D.V. zelf gewaagt van een 'Malagassisch politiek complot'. Hij ontkent ook maar één misdrijf te hebben begaan en beklemtoont dat hij nooit veroordeeld is geweest door het gerecht.

Defensie verkoopt wapens, maar weet helaas niet aan wie