Direct naar artikelinhoud

'Dit is een gemakzuchtige regering'

Aan de vooravond van het begrotingsconclaaf is het hoog tijd om een aantal clichés de wereld uit te helpen, vindt econoom Wim Moesen (KU Leuven). Dat we het steeds met minder moeten doen, bijvoorbeeld.

We moeten het begrotingstraject lossen, riepen tal van economen de afgelopen dagen. Maar Wim Moesen (69), professor-emeritus en expert overheidsfinanciën aan de KU Leuven, is rotsvast overtuigd van het tegendeel.

"Het is inderdaad aanwijsbaar dat besparen een negatief effect heeft op de economische groei. Maar België kan het zich helemaal niet permitteren om de teugels te vieren en dat is onze eigen schuld. De regering heeft namelijk een fout gemaakt. In plaats van de begroting netjes op tijd op te stellen, is er vorig jaar gewacht tot na de gemeenteraadsverkiezingen. Hallucinant. Bovendien zijn ze dan wat beginnen klungelen en zijn er geen structurele maatregelen genomen. Een regering kan niet zo maar afwijken van een lijn wanneer het haar belieft. Gemeenteraadsverkiezingen? Hup, we wippen over de lijn. De economie trekt niet genoeg aan? Hup, we doen dat nog eens. Dat is geen manier van werken."

Maar zou wat budgettaire ademruimte de economie desondanks niet ten goede kunnen komen?

"(verbouwereerd) Maar neen! Wij zijn zo'n klein land. Of wij nu een begrotingstekort van 2,15 procent van het bbp blijven nastreven of daar 2,5 procent van maken, op de reële economie zal dat nauwelijks een effect hebben. Onze economie wordt bepaald door de angst van de mensen. De mensen zijn niet dom, zij voelen ook dat we ter plaatse trappelen. Dit is een gemakzuchtige regering zonder goesting. Dat is niet populair om te zeggen, maar het is de objectieve waarheid."

Ze zullen het graag horen.

"De regering-Di Rupo is nochtans goed gestart met de begrotingsopmaak van 2012, hoor. Onder druk van de rentevoet die tegen de zes procent aan zat, hebben ze fundamentele maatregelen genomen, denk maar aan de hervorming van de arbeidsmarkt, de bedrijfswagens, accijnsverhogingen, het pensioenbeleid. Maar daarna heerste er onmiddellijk een sfeertje van laisser aller. De weg van de minste weerstand is vaak die van het mindere verstand. Het gevolg: een faliekant foutieve budgettaire oefening eind vorig jaar. Hadden ze toen hun werk naar behoren gedaan, dan hadden we de burger met rust kunnen laten tot 2014."

En dus moet er na de 3,7 miljard eind vorig jaar, opnieuw 2,8 miljard euro bespaard worden.

"Ja, maar dat wil daarom niet zeggen dat we daarom per definitie minder zullen kunnen uitgeven dan vorig jaar. Dat is een groot misverstand dat dringend de wereld uit geholpen moet worden. Een besparing bij de overheid betekent dat er geschrapt wordt in de meeruitgaven. Een voorbeeld: in 2010 konden alle overheden samen 188 miljard uitgeven. In 2012 was dat opgelopen tot 204,5 miljard, volgens het Planbureau. Dit is nog altijd 9 à 10 procent meer, niettegenstaande alle vroegere budgettaire inspanningen.

"Maar die 2,8 miljard euro moet inderdaad wel weer gevonden worden."

Met structurele maatregelen dit keer dan?

"Ik ben een grote voorstander van een eenmalige nominale bevriezing van de uitgaven. Eén jaar beslissen dat er echt niet meer zal uitgegeven worden dan het jaar voordien in totaal, maar niet per se post per post. Dat heeft twee grote voordelen. Om te beginnen zouden we probleemloos onze doelstelling halen. Ik heb bij de opmaak van de begroting van 2013 de oefening gemaakt: met een nominale bevriezing zouden we in een klap ons begrotingstekort teruggedrongen hebben tot 1,7 procent. Toen gingen we nog wel uit van een betere economische groei, maar zelfs met wat we nu weten zouden we nog altijd op koers zitten om 2,15 procent te halen en waren de bijkomende maatregelen waar nu naar gezocht moet worden helemaal niet nodig. Een tweede voordeel is dat de overheid eindelijk gedwongen zou worden om efficiëntiewinsten te boeken. Onze publieke sector verspilt nog steeds wel wat geld, maar die verspillingen krijg je er nooit uit wanneer je de overheid geen keurslijf oplegt."

Heel realistisch is dat toch niet? De vakbonden leggen het land plat, wanneer de regering nog maar denkt aan een nominale bevriezing.

"Uit pure gemakzucht. Gemakzucht van de vakbonden en misschien ook wel van de burger. Wij doen nog altijd alsof er in de wereld niets veranderd is.

"Ik kan bewijzen dat er veel efficiëntiewinsten te boeken zijn. In een vergelijking met 21 mature economieën hebben wij de vijfde grootste publieke sector, maar qua performantie staan we pas op plaats elf. Nederland staat in beide rangordes op plaats zeven."

Waar zouden die winsten gemaakt moeten worden?

"Behalve in onze gezondheidszorg en in het onderwijs, geven wij onvoldoende waar voor ons belastinggeld. De grootste kans op inefficiëntie ligt in België bij de kerntaken van de overheid: openbare orde, veiligheid en algemeen bestuur. Daar geven wij een vijfde meer uit dan het gemiddelde in Europa. Onze algemene administratie, ons juridisch apparaat, onze belastingdiensten, met alle respect, maar die zijn niet goed. En waaraan ligt dat? Onder andere aan de cultuur van onze ambtenaren. Die cultuur steunt op twee pijlers: een afgrijzen voor objectiviteit bij aanwervingen en promoties, maar wel sympathie voor de politieke invloed daarop; en een afkeer van performantiemetingen.

"In een ander land bepaalt men dat een raad van bestuur pakweg tien mensen moet tellen en wordt er naar geschikte profielen gezocht op basis van competentie. Pas in tweede instantie wordt er naar de politieke evenwichten gekeken. Hier is het net andersom. Al wat telt is de politieke kleur en omdat we tien toch wat weinig vinden, stellen we maar ineens veertien bestuurders aan. Dat verschil in aanpak maakt of een bedrijf goed gemanaged wordt of niet. In onze publieke sector hebben wij Griekse trekjes. Daar zouden we ons niet bij mogen neerleggen."

De kans dat daarover nu een akkoord zal komen, lijkt behoorlijk irreëel.

"Het zou ideaal zijn, maar daarvoor is het nu te laat. Zoiets ingrijpends moet bij de opmaak van een begroting beslist worden, niet bij een controle. Het is zoals in een kaartspel. Wie zijn troefkaart niet op het juiste moment uitspeelt, verliest."

Wat moet er nu dan gebeuren?

"Wat er allicht zal gebeuren is dat men opnieuw een hoop eenmalige maatregelen gaat nemen en dat men zal zeggen dat 2,15 procent toch niet zo bindend is. Wat er zou moeten gebeuren volgens mij is volksleningen invoeren. Dat is de enige goede optie op dit moment. Crowd funding, als het ware. Concreet geven de banken dan een nieuw financieel product uit dat concurreert met het spaarboekje, alleen staat het geld voor een aantal jaren vast en is de rente hoger. En de opbrengst die de banken daaruit boeken gaat naar de economie en sociale infrastructuur. De regering had daarover al een akkoord vorig jaar, maar het komt niet van de grond. Ze zouden daar nu een duwtje aan moeten geven en dat snel op de markt brengen. Bij de banken staat er immers 240 miljard euro op spaarboekjes geparkeerd en de verzekeraars hebben 220 miljard wiskundige reserves.

"Dit zou op heel korte termijn erg veel kunnen opbrengen, hoeveel is afhankelijk van de modaliteiten. Denk maar aan het geweldige succes van de Leterme-staatsbons. Het zou de burger een positief signaal geven. Zo van: 'allez jongens, het is niet allemaal kommer en kwel, we geven de economie samen een impuls.' Met gemeenschapsfinanciering dan nog wel, die buiten de begroting gehouden mag worden."

in totaal niet meer uitgeven dan het jaar voordien, kan volgens Wim Moesen het begrotingstekort in een klap terugdringen