De strategie achter de bocht van Geens
Dinsdag was de loonsstijging van drie bestuursleden van Dexia perfect verdedigbaar. Een dag later wil minister van Financiën Koen Geens (CD&V) toch dat Dexia ingrijpt. 'Ik wilde een scenario als dat van Bpost vermijden.'
"Na overleg met de CEO van Dexia, Karel De Boeck, en in samenspraak met de Franse minister van Financiën, Pierre Moscovici, zal minister Geens het remuneratiecomité en de raad van bestuur van Dexia vragen om het beloningsbeleid van de leden van het directiecomité te herbekijken."
Dat opmerkelijke communiqué stuurde minister van Financiën Koen Geens gistermiddag de wereld in. Opmerkelijk, want minder dan 24 uur eerder had Geens de loonsverhoging van drie bestuursleden bij Dexia nog verdedigd in de Kamercommissie.
Doorn in oog
Financieel directeur Pierre Vergnes, de verantwoordelijke voor het risicobeheer Marc Brugière en secretaris-generaal Johan Bohets zouden 30 procent meer gaan verdienen. Daardoor zou hun loon stijgen van 340.000 euro tot 450.000 euro per jaar.
Een doorn in het oog van zowat het hele parlement, maar niet per se in dat van Koen Geens. De toplonen waren op zich niet verkeerd, stelde hij. Het is immers niet gemakkelijk om nog geschikte mensen te vinden en gemotiveerd te houden aan de top van de restbank.
Volgens Geens had de FPIM (Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij) als vertegenwoordiger van de staat binnen het remuneratiecomité van Dexia ook bezwaar getoond tegen de loonsverhoging, maar was er via benchmarks wel degelijk aangetoond dat de lonen te verantwoorden waren. Bovendien ging het om een beslissing van de raad van bestuur, die door de regering niet kan teruggedraaid worden.
Geens benadrukte evenwel ook dat hij begrip had voor de ethische bezwaren tegen een loonsverhoging en dat hij daarover overleg zou plegen met zijn Franse collega van Financiën Pierre Moscovici. De Fransen zijn samen met de Belgen hoofdaandeelhouder van Dexia.
Het standpunt van Moscovici was klaar en duidelijk. Voor de Fransen kan een salarisstijging niet door de beugel. Na een gesprek met Dexia-CEO Karel De Boeck durfde Geens hetzelfde te zeggen.
"Ik wilde een scenario als dat van Bpost vermijden", verwijst de minister naar het debacle van de regering rond de loonsonderhandelingen van postbaas Johnny Thijs. Die besloot op te stappen nadat de regering fors aan zijn loon had geknibbeld.
Daar ligt volgens Geens ook de verklaring waarom hij de salarisstijging niet meteen afwees. "Het was belangrijk dat ik niet onmiddellijk ben beginnen schieten. Ik wilde in geen geval het risico lopen dat de CEO het schip zou verlaten. Niet dat Karel De Boeck onvervangbaar is, maar hij is op dit moment wel onmisbaar."
Bal in kamp
Van een bocht is er volgens Geens ook helemaal geen sprake. Dat hij voor de druk van de Fransen bezweken is of aangespoord werd door het gebrek aan steun binnen de eigen regering, klopt volgens hem evenmin. Het gesprek met De Boeck gaf de doorslag. "Ik heb een lang gesprek gevoerd met de CEO en ik heb hem gevraagd of een aanpassing haalbaar was. Hij heeft zich bereid getoond om de loonpolitiek te herbekijken gezien de maatschappelijke gevoeligheid."
En dus ligt de bal, tot grote tevredenheid van grootste criticasters sp.a en Groen overigens, nu opnieuw in het kamp van het renumeratiecomité en de raad van bestuur van Dexia. Die moeten nu een nieuw voorstel maken waarin de ethische bezwaren en de voorwaarden uit de nieuwe bankenwet verzoend worden met de nood om talent aan te trekken.