Direct naar artikelinhoud

Vallen, opstaan en dan gewoon weer doorgaan

Zaterdag stond Jurgen Van den Broeck stil. Net op het moment dat zijn Tour moest beginnen. De conclusie na Planche des Belles Filles: 'Het podium halen is onmogelijk.' Eén dag later, na een aanval op de Col de la Croix, werd dat: 'Het podium halen wordt moeilijk.' VDB doet nog mee.

"Als je in het leven bij elke tegenslag blijft stilstaan, is je leven zo maar voorbij. In de koers is dat net hetzelfde." Niet dat Jurgen Van den Broeck zweefde na zijn aanval in Porrentruy, maar hij ging er toch bevlogener van praten. Bij uitbreiding gold dat voor de hele Lottoploeg. "Leeuwenhart getoond", zei Herman Frison. "Koersen met het idee: klinkt het niet dan botst het wel." De witte Lottobus straalde gisteren in de Zwitserse zon. Van den Broeck had zichzelf naar voren gekatapulteerd in het klassement: van plaats dertien naar plaats acht.

Vierentwintig uur eerder, op de Planche des Belles Filles, zag iedereen het nog somber in. 1'53" tijdverlies voor Van den Broeck, na een geblokkeerde ketting op tien kilometer van de streep. Frison doet het verhaal: "We hoorden op Radio Tour: 'Van den Broeck staat stil'. Maar verder wisten we van niks. Lekke band vooraan of achteraan? Gevallen misschien? We zaten te ver om er naar toe te rijden."

Van den Broeck haakte bij het wringen in de aanloop naar de slotklim in het wiel van de renner voor hem. De ketting blokkeerde. Manager Marc Sergeant pikt in: "We hebben direct gezegd: wachten, wachten, wachten. Adam Hansen en Greg Henderson zaten gelukkig meteen bij hem."

Dolle achtervolging

Van den Broeck begon aan een dolle achtervolging. "Ik kwam weer op twee meter van de kopgroep", vertelt hij. Maar je moet daar naartoe sprinten tussen de renners die lossen. Heel erg moeilijk." In de laatste drie kilometer loodste Jelle Vanendert zijn kopman naar boven.

Van den Broeck ging eerst voorbij gele trui Cancellara om vervolgens opnieuw door hem bijgehaald te worden. Vraag was daarom of VDB niet te voortvarend was geweest in de achtervolging. "Daar geloof ik niks van", zegt Frison. "Je hebt geen andere keuze dan vol te rijden op zo'n moment. Zeker als Boasson Hagen op dat moment vooraan aan het peloton begint te sleuren. En dat je dan op het eind iets minder klimt, is normaal. Jurgen is ook geen machine."

Manager Sergeant trok bovenop de top het besluit: "Jurgen zal nu iets heel speciaals moeten doen." Daarna trok de hele Lottoploeg zich terug in een klein busje en was er alleen nog klank zonder beeld. Sergeant, Frison en Van den Broeck keken leeg voor zich uit. Chauffeur Dirk De Wolf reconstrueerde met handen en voeten nog eens de feiten. Dat was het verhaal van zaterdag.

Die hele stemming werd 's anderendaags dus met één goed geplande aanval ongedaan gemaakt. Het gebeurde op de Col de la Croix, eerst Vanendert dan Van den Broeck. "Ik had Jelle gevraagd om strak tempo te maken", legde hij uit. "Dat is beter dan in snokken te versnellen. Ik hoop dat ik ze pijn heb gedaan." Dat laatste zou best kunnen: Evans en Wiggins bleven netjes in het wiel. Maar wel met met een gezicht waar pijn uit sprak. Van den Broeck demonstreerde zelf nog het best de stemmingswissel die zijn aanval had teweeggebracht. Hij zei: "Het podium wordt heel moeilijk." 's ochtends was dat nog: "Het podium is onmogelijk." VDB staat nu op 2'11" van Wiggins.

Ondanks de goede luim stonden ze bij Lotto ook af en toe op de rem. Of de aanval van VDB veelbelovend was voor Alpen en Pyreneeën? Frison schakelde een versnelling lager: "Laten we maar van dag tot dag bekijken. Eerst de tijdrit van morgen (vandaag, red.) Van den Broeck deelde die mening. "Over de tijdrit doe ik geen voorspelling." Toch eindigde hij met een mededeling die het beste laat verhopen voor wat straks volgt. Van den Broeck: "Ik ben totaal nog niet moe. Mijn benen doen geen pijn."