Direct naar artikelinhoud

Ikke, IKKE, ikke

Er lopen in dit digitale tijdperk steeds meer narcisten rond, mensen die vooral zichzelf graag zien en zich verheven voelen boven al de rest. Hoe zorgwekkend is dat?

De Kardashians en andere sterren die beroemd zijn om niets. De gewone mensen die op social media hun levens uitstallen alsof ze fascinerend zijn. De graaiende bankiers en de politieke leiders die zichzelf overschatten, van Wall Street Wolfs tot Vladimir Poetin - ja, narcisme lijkt te floreren.

Een diagnose stellen van klinische gevallen van narcisme is simpel, zegt Brad Bushman, professor communicatie en psychologie aan de Ohio State Universiteit. Eén vraag blijkt namelijk voldoende: 'In welke mate ga je akkoord met deze stelling: ik ben een narcist?' Narcisten zijn per definitie egoïstisch en ijdel én het ontbreekt hen vaak aan empathie, dus zullen ze deze kenmerken niet als negatief beschouwen. "Narcisten schamen zich niet voor hun narcisme", aldus Bushman.

Een narcist acht zichzelf superieur aan anderen en gedraagt zich daar ook naar. Toonbeeld van narcisme is hét celebritykoppel van het moment: Kim Kardashian en Kanye West. Kim wordt als narcist bestempeld vanwege de niet aflatende stroom foto's van zichzelf die ze de wereld in stuurt, Kanye vanwege zijn verbluffende zelfoverschatting. Hij is weliswaar een getalenteerde artiest, maar denkt ook de volgende Steve Jobs en een geniaal modeontwerper te zijn - en dat blijkt tot nog toe niet geheel waar.

Ook sociale media worden nogal eens in verband gebracht met narcisme. Wie zichzelf fantastisch vindt, kan daarvan via Facebook en andere sites eenvoudig de rest van de wereld op de hoogte stellen. Kim Kardashian maakt op een extreme manier gebruik van Instagram - ze postte sinds 2012 zo'n 1.900 foto's - maar iedereen met een social media-account is bij machte te vissen naar aandacht en bewondering.

Verschillende onderzoeken, voornamelijk uit de VS, wijzen op een toename van narcisme. Psychologen Jean M. Twenge en W. Keith Campbell stellen in hun boek The Narcissism Epidemic zelfs dat narcisme sinds de jaren 80 net zo hard is toegenomen als obesitas. Gevreesd wordt dat jongere generaties meer op zichzelf gericht zijn en verwachten dat de wereld aan hun voeten ligt. De schuld zou grotendeels bij de ouders liggen, die hun kinderen met de paplepel het denkbeeld ingieten dat ze zo bijzonder zijn.

Brad Bushman, een van de auteurs van bovengenoemd onderzoek, is ook van mening dat narcisme toeneemt: "In ons digitale tijdperk, waarin iedereen zich aan de wereld kan presenteren, wordt narcisme een groter probleem", zei hij in The Washington Post.

Het woord 'narcisme' werd ontleend aan de Griekse mythe van Narcissus. Hij was een mooie jongeling die geen interesse toonde voor de liefde, zelfs minachting voelde voor degenen die hem liefhadden. De godin Nemesis strafte Narcissus door hem verliefd te maken op zijn eigen spiegelbeeld. Hij kon zich er niet van wegrukken en stierf.

Geen kritiek

Sigmund Freud introduceerde de term in de psychiatrie, en sindsdien zijn er heel wat invullingen aan gegeven. Maar de voornaamste kenmerken zijn nog steeds dezelfde als die van Narcissus. Een narcist is overmatig op zichzelf gericht en maakt geen ruimte voor de ander. Hij acht zich beter dan de rest en is bijgevolg nauwelijks in staat om gelijkwaardige relaties aan te gaan.

De Nederlandse psycholoog Martin Appelo schreef vorig jaar een boek over narcisme. Een spiegel voor narcisten biedt scherpe inzichten, niet in de laatste plaats omdat Appelo zelf een narcist is (en daar komt hij uiteraard rond voor uit). Hij pleit ervoor om narcisme als een categorie te behandelen: je bent een narcist, of je bent het niet. Met de stelling dat iedereen in meer of mindere mate narcistische trekjes heeft, schieten we volgens hem niets op: "Dan moffel je het een beetje weg, terwijl narcisme heel destructieve relaties kan opleveren. Als er sprake is van lijden, bij de narcist of bij de omgeving van de narcist, spreek je van een stoornis."

Het pijnpunt zit vaak bij de omgeving. Veel narcisten zijn immers tevreden met hun leven en zien niet in dat er iets mis met hen is. Het zijn vooral hun naasten die gebukt gaan onder het narcisme. Alles draait om de narcist, voor de gevoelens en wensen van anderen is geen plaats. Wordt een narcist daarop aangesproken, dan ontsteekt hij (ja, narcisme komt vaker voor bij mannen) dikwijls in woede en stoot hij degene die kritiek heeft af.

Jong geleerd...

Alle theorieën over narcisme wijzen erop dat het om een stoornis gaat die op jonge leeftijd is ontstaan. Appelo onderscheidt twee zeer verschillende situaties die allebei tot narcisme kunnen leiden. In het ene geval is een kind in de vroege jeugd verwaarloosd en overgegaan tot een extreme zelfredzaamheid. Appelo noemt dit depressief narcisme. "Het komt voort uit de frustratie dat er niets voor jou wordt gedaan. Depressieve narcisten leren al heel vroeg om het alleen te doen." Het kind ontkent de behoefte aan andere mensen en maakt zichzelf zo groot mogelijk. Zo van: ik kan het allemaal alleen, en nog beter dan wie dan ook!

De tweede categorie, de angstige narcisten, heeft een heel andere achtergrond. Zij zijn juist zo verwend en betutteld dat hun behoefte aan autonomie is ondergesneeuwd. Appelo: "Zij leren niet om het zelf te doen, om gefrustreerd te raken. Zij komen op een gegeven moment in de wereld met het idee: alles wordt voor mij geregeld, anderen gaan mij dienen."

Beide soorten narcisten hebben zeer veel moeite om gelijkwaardige relaties te onderhouden, weet Appelo. "De depressieve narcist denkt: ik doe het wel alleen, de angstige denkt: jij moet het voor mij doen."

Er is overigens nog een derde categorie: de angstig-depressief narcisten, die zowel met verwaarlozing als verwenning te maken hadden.

Kortom, een solide basis heeft de hoge eigendunk van de narcist dus niet. Feitelijk komt narcisme juist voort uit wat Appelo een instabiele basis noemt. Af en toe schemert die door en dan blijkt dat de narcist eigenlijk beschadigd en onzeker is. Bijvoorbeeld als hij wordt genegeerd en daarover op een kinderachtige wijze extreem kwaad wordt, omdat het hem herinnert aan de tijd dat niemand hem zag staan.

Ziet Appelo ook een toename, heeft onze samenleving sinds een paar decennia met meer narcisten te maken? "Ik heb onderzoeken bestudeerd, want ik had natuurlijk ook gehoord dat men zei dat we narcistischer zijn geworden. Maar uit die onderzoeken maak ik op dat wel bepaalde uiterlijke kenmerken van narcisme zijn toegenomen, maar niet de psychologische kern, niet narcisme als stoornis. Dat blijft hetzelfde."

'Generation me'

Bij de buitenkant van narcisme passen eigenschappen die met individualisme overeenkomen - en individualistischer, dat is de maatschappij zeker geworden. Appelo: "Bij die uiterlijke kenmerken horen ik-gerichtheid, assertiviteit en gebrek aan frustratietolerantie. Dat zijn zaken die zeker toenemen. Maar élke generatie is wat meer een generation me. Dat komt omdat we nu zo ontzettend veilig zijn, we hoeven ons niet meer in een groep te verzamelen. De kern van narcisme heeft daarentegen juist te maken met onveiligheid. Een narcist waant zich onveilig en blaast zich daarom op."

En hoe het zit met de angstige narcisten, die zo in de watten zijn gelegd dat ze denken dat alles voor hen geregeld zal worden? Dat lijkt iets van deze tijd, verwende kinderen die niet leren omgaan met frustraties. Is hun aandeel onder de narcisten niet groter geworden? Appelo: "Dat zou kunnen. Die depressieve narcisten, ik denk wel dat daar een piek in is geweest in de naoorlogse generaties, toen mensen zijn opgevoed met 'niet zeuren maar doen'. Terwijl een angstige narcist kan ontstaan als ouders zich juist te véél op hem afstemmen. Als er al iets zou toenemen, dan zou het angstig narcisme moeten zijn."

Bepaalde huidige verschijnselen wijzen volgens Appelo geheel níét op narcisme. Neem de selfie, die als hét toonbeeld van toenemend narcisme wordt gezien. "Een selfie heeft helemaal niets met narcisme te maken", zegt Appelo. "Ja, met de uiterlijke kenmerken, maar niet met de kern. Narcisten zullen niet snel op Facebook gaan en ook niet snel een selfie maken. Dat is voor het gewone volk. Ik zit zelf ook niet op Facebook, ik maak nooit een selfie. Mensen die een selfie maken, doen dat om te investeren in een relatie, om geliked te worden."

Selfies of andere uitingen op social media mogen dan soms opschepperig zijn, die snoeverij is wel bedoeld om contact te maken met anderen, weet Appelo. "Een narcist kán wel opscheppen. Dat doet hij echter niet per se om indruk te maken op anderen, maar om bij zichzelf weg te komen. Hij maakt zich belangrijk omdat hij bang is voor wat hij vanbinnen voelt."

Broze defensie

De recente Amerikaanse onderzoeken daargelaten, wordt er in de meeste vakliteratuur van uitgegaan dat ongeveer één procent van de bevolking een narcistische persoonlijkheidsstoornis heeft. Dat cijfer is al vrij lang onveranderd. Als er al zoiets bestaat als de persoonlijkheidsstoornis van deze tijd, dan is dat eerder borderline, dat pas sinds 1980 is opgenomen in de handboeken. De schattingen lopen zeer uiteen: één tot wel twaalf procent van de populatie zou er last van hebben.

Expert op het gebied van borderline is psychiater Dirk De Wachter, auteur van de bestseller Borderline Times. "Ik zie niet direct dat de narcistische persoonlijkheidsproblematiek toeneemt", aldus De Wachter. "Maar dat in onze maatschappij bepaalde narcistische mechanismen toenemen, onderschrijf ik wel. Het 'ik' is centraal komen te staan, dat zeker."

Iemand met een borderlinestoornis is labiel en heeft instabiele relaties. Zelfbeeld, stemmingen en gedrag zijn onderhevig aan extreme wisselingen. Dat de stoornis nu vaker voorkomt, brengt De Wachter in verband met de huidige westerse samenleving, waarin de traditionele netwerken zijn weggevallen. Het geloof biedt geen houvast meer, gezins- en werkrelaties zijn instabiel geworden en mensen worden zo teruggeworpen op zichzelf. En dat kunnen ze vaak niet aan. Net als narcisme houdt borderline dus verband met een instabiele basis.

De Wachter: "Het lijkt mij dat narcisme misschien wel de overlevingsstrategie is van de succesvolle mens in de borderlinetijd. Daar pleit ik niet voor, want die strategie is niet goed. Maar narcisme houdt wel een zekere stabiliteit in. Alles verandert en gaat voorbij, maar de narcist met zijn grandiositeit blijft zichzelf. De wereld doet van alles, maar ik hou vol, ik ben fantastisch!"

Dat duurt zolang het duurt, de narcist is nooit zo fantastisch als hij zelf denkt en zal vroeg of laat met tegenslag te maken krijgen. De Wachter: "Een narcistische defensie - zo noemen we dat dan in ons jargon - is broos. Een narcist zwelt zichzelf op, maar kan als een ballon doorgeprikt worden."

Redelijk zeldzaam

Het mechanisme van opblazen en doorprikken wordt weerspiegeld in de media van nu, die narcisten erg zichtbaar maken. Ze worden aanvankelijk beloond met aandacht en bewondering, maar na de ophemeling worden ze weer net zo hard neergehaald. De Wachter: "Deze borderlinemaatschappij heeft de neiging om het narcisme op te pompen. Wat doen de media? Zij verheerlijken ego's. Neem Dominique Strauss-Kahn. Tot voor enkele jaren kon men niet succesvoller zijn dan DSK. Maar een gezwollen ego van hier tot ginder. Door een stommiteit, die toch ook structureel was, werd hij afgeschoten. Dat is toch ook het lot van een narcist in deze wereld."

Alles overziend is het dus zeer de vraag of de narcistische persoonlijkheidsstoornis de laatste tijd meer voorkomt. Dat sommige narcisten voor hun opgeblazen gedrag veel aandacht krijgen - hallo Kanye - wil nog niet zeggen dat er tegenwoordig méér zijn. En dat mensen erg met zichzelf bezig zijn en dat etaleren in de sociale media - hallo Kim - maakt ze nog niet tot narcisten. We hebben vooralsnog niet met een narcisme-epidemie te maken, het is nog altijd een redelijk zeldzame persoonlijkheidsstoornis. Een narcist zijn, is niet gewoontjes. Het zal een narcist genoegen doen om dat te horen.