Direct naar artikelinhoud

Belgen massaal achter rijkentaks

Als de regering-Di Rupo extra geld zoekt, moet ze volgens de gemiddelde Belg de middelen in de eerste plaats halen bij wie veel geld heeft. Dat blijkt uit een peiling van onderzoeksbureau Ipsos. Zo is maar liefst 75 procent voor een vermogensbelasting.

De federale regering is al weken aan het onderhandelen over de manier waarop de concurrentiekracht van de ondernemingen kan worden verhoogd. Alleen staan de coalitiepartners al even lang met getrokken messen tegenover elkaar. Liberalen, socialisten en christendemocraten raken het niet eens over de manier waarop dat moet gebeuren: via een btw-verhoging, een algemene crisisbijdrage of door te raken aan de index.

Uit een peiling bij 987 Belgen door het marktonderzoeksbureau Ipsos voor De Morgen en vtm blijkt dat het belasten van financiële speculatie (80%) en het invoeren van een vermogensbelasting (75%) de favoriete denksporen van de Belgen zijn. De maatregelen zijn iets populairder aan Franstalige kant dan in Vlaanderen. Opmerkelijk is dat zeven op de tien betere verdieners (gezinsinkomen boven 3.000 euro netto) voorstander zijn.

Het afschaffen van de automatische indexering van de lonen, zoals die vandaag geldt in ons land, kan slechts voor 5% van de ondervraagden. Ruim de helft (53%) spreekt zich wel uit voor een afschaffing vanaf een bepaald inkomensniveau; 42% is tegen. Vooral jongeren willen blijven rekenen op een automatische loonindexering: 54% van de 18- tot 35-jarigen is gekant tegen het afschaffen ervan. Dit voorstel is ook populairder in Wallonië en Brussel. In Vlaanderen is minder dan de helft voor het niet langer indexeren van hoge lonen (48%).

Het idee om de btw te verhogen van 21 naar 22 procent is niet populair: maar liefst 86% is tegen. De Belg staat wel positiever tegenover een btw-verhoging naarmate hij ouder wordt. Terwijl slechts 8% van de 18- tot 24-jarigen en 12% van de 25- tot 34-jarigen de maatregel steunt, is 22% van de 65-plussers ervoor te vinden. Wie meer dan 3.000 euro verdient, is meer bereid om een verhoging te accepteren (20%) dan wie tussen 1.500 en 3.000 euro verdient (12%).

Als het over een indexsprong voor ambtenaren gaat is de ene helft voor, de andere tegen. Van de werknemers in de privésector steunt 62% het voornemen om de indexering van de ambtenarenlonen een keer over te slaan. Bij de ambtenaren zelf is 71% tegen.

Het extra belasten van bedrijfswagens wordt door 69% van de ondervraagden gesteund.