Direct naar artikelinhoud

Syrische vicepresident: 'Kunnen oorlog niet winnen'

De Syrische vicepresident Farouk al-Sharaa zei zondag dat de burgeroorlog in het land door geen van de partijen meer kan worden gewonnen. Hij pleitte in een interview met de Libanese krant Al-Akhbar voor een 'historisch akkoord' en de vorming van een regering van nationale eenheid.

De opvallend openhartige Al-Sharaa is de hoogste functionaris van het Assadregime die erkent dat het leger de strijd niet meer kan beslechten. Hij steunt al decennia de Assads. Eerder waren bij een bombardement van de luchtmacht op het grootste Palestijnse vluchtelingenkamp in Syrië, in het zuiden van Damascus, volgens het verzet zeker 25 doden gevallen. De slachtoffers schuilden in een moskee. In het gebied wordt al weken zwaar gevochten tussen het leger en rebellen.

Het is nog onduidelijk of het kamp met opzet werd gebombardeerd door de luchtmacht. Het leger probeert in de nabijgelegen wijken al een maand rebellen te verdrijven. Via dit gebied in het zuiden van Damascus poogt het verzet op te rukken naar het centrum van de stad.

Volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten is het de eerste keer dat het leger het Yarmoukkamp heeft aangevallen. Volgens de oppositiegroep zouden bommen zijn terechtgekomen bij het Al-Basselziekenhuis in het kamp. Andere verzetsgroepen meldden echter dat een moskee werd getroffen. Op een video die op internet is geplaatst, liggen lijken en lichaamsdelen verspreid over de trap van de moskee.

In Syrië wonen ruim een half miljoen Palestijnse vluchtelingen, van wie een kleine 200.000 in Yarmouk. Het kamp werd in 1957 opgezet voor Palestijnen uit het huidige Israël die tot dan toe een zwervend bestaan leidden. Ongeveer twee weken geleden braken gevechten uit tussen Palestijnen die president Bashar al-Assad steunen en rebellen. Op zondag laaide de strijd weer op. De Palestijnse president Mahmoud Abbas riep zondag op tot een onmiddellijk einde van de bombardementen. "We vragen de internationale gemeenschap onmiddellijk maatregelen te nemen om ons volk te beschermen."

Op zaterdag bombardeerde de luchtmacht rebellen op de weg naar de internationale luchthaven van Damascus. De zware strijd rond de luchthaven, die maar niet beslecht kan worden in het voordeel van het leger, is een tegenvaller voor Assad.

Dezelfde dag viel volgens sommige verzetsgroepen opnieuw een legerbasis in handen van het verzet. Een commandant van de islamitische Tawheedbrigade meldde dat de opstandelingen een opleidingsinstituut van het leger nabij de noordelijke stad Aleppo hadden veroverd. Bij de verovering zouden zeker honderd militairen zijn gevangengenomen. Zo'n 150 anderen zouden zich bij de opstandelingen hebben aangesloten.