Direct naar artikelinhoud

Koopkracht verhogen is peperduur

BRUSSEL l De vakbonden ontmoetten gisteren interim-premier in spe Guy Verhofstadt. Ze drongen aan op dringende maatregelen om de koopkracht te verhogen. Maar die kosten geld, en de opties voor de nakende interim-regering zijn beperkt. Volgens professor Paul De Grauwe creëert zowat elke maatregel die op korte termijn de koopkracht verhoogt een nieuw probleem op lange termijn.

DOOR JEROEN VERELST

Verhofstadt vertelde de vakbonden en de werkgevers dat hij een aantal pistes onderzoekt die hij zal bespreken met de partijen die samen een interim-regering vormen. Zoals een verhoging van de laagste uitkeringen, minder belastingen voor de laagste lonen en een verdere lastenverlaging op ploegenarbeid. Hij denkt er ook aan om met een aantal spelers, de energiesector op kop, te onderhandelen over een prijzenbeleid.

De vakbonden waren niet echt onder de indruk. Over het kostenplaatje loste Verhofstadt niets, en het is onduidelijk hoe hij de maatregelen om de koopkracht aan te zwengelen wil betalen. Bovendien missen ze garanties. Volgens econoom Paul De Grauwe (KU Leuven) kán een (interim-)regering ook nauwelijks garanties geven. "Tenzij ze echt geld op overschot heeft, wat op federaal niveau niet het geval is, kan ze niet gek veel doen aan de dalende koopkracht. De stijgende prijzen van energie en voeding zijn een internationaal fenomeen, een nationale regering kan daar weinig aan verhelpen."

Bea Cantillon, directeur van het Centrum voor Sociaal Beleid van de Universiteit Antwerpen, benadrukt dat het opkrikken van de uitkeringen de absolute topprioriteit moet zijn van een nieuwe regering. "Ze moeten de economische groei en de welvaart beter volgen, anders maakt de huidige situatie de kloof tussen arm en rijk alleen maar groter. We hebben daar dit weekend een pijnlijk staaltje van gezien. Zaterdag de grote koopkrachtbetoging, zondag de eerste koopzondag, waar de shoppers een recordbedrag spendeerden. De toenemende ongelijkheid moet een halt worden toegeroepen, en dat doe je in de eerste plaats door de uitkeringen te verhogen."

"Ik ben daar uiteraard niet tegen", reageert De Grauwe. "Het ligt voor de hand dat de laagste inkomens en de vervangingsinkomens het hardst worden getroffen door de daling van de koopkracht. Maar de regering kan alleen maar herverdelen. Als de uitkeringen en de lage inkomens naar omhoog gaan, moeten de middeninkomens en de hoogste inkomens inleveren. De hamvraag is natuurlijk of de interim-regering dat aandurft."

De voorbije weken lanceerden socialisten en vakbonden nog andere voorstellen. Zo pleitte sp.a-voorzitster Caroline Gennez in deze krant voor een snellere indexaanpassing. De Grauwe ziet daar weinig heil in. "Als de lonen stijgen voor iedereen, heeft dat amper een effect op de koopkracht. Hogere lonen betekenen hogere arbeidskosten en die worden gewoon doorgerekend in de verkoopprijzen. Het verleden heeft al aangetoond dat die loon-prijsspiraal een snellere indexaanpassing wegvlakt."

Ook prijscontrole, of zelfs prijsblokkering, wijst De Grauwe resoluut af. "Komaan, die weg gaan we toch niet opgaan. Dan zitten we binnen de kortste keren met een schaarste, zeker in de huidige internationale context. Door de prijzen te blokkeren, los je op heel korte termijn het probleem van de dalende koopkracht op. Maar je creëert wel een probleem dat op langere termijn véél grotere gevolgen heeft."

Tenzij een regering echt geld op overschot heeft, kan ze niet veel doen aan dalende koopkracht