Direct naar artikelinhoud

Vijf redenen waarom je Modiano moet lezen

Al bijna dertig boeken lang voert Patrick Modiano (69) een subtiel Parijs schimmentheater op. Na zijn onverwachte bekroning met de Nobelprijs Literatuur 2014, die hij vandaag in Stockholm ontvangt, wordt Modiano ook bij ons eindelijk (her)ontdekt. Dirk Leyman kiest vijf onontbeerlijke boeken en geeft vijf redenen waarom je blindelings onder de bekoring van zijn oeuvre raakt.

Troostrijke atmosfeer

Wie zich onderdompelt in de romans van Patrick Modiano (°1945) beleeft de sensatie in een schemerig labyrint binnen te treden. Het doet paradoxaal toch vertrouwd én geruststellend aan. Met elk boek ontsluiert de Franse auteur nieuwe Parijse mysteries.

Maar hij roept er evenveel in het leven. Modiano biedt een melancholiek soort troost. Al is niet iedereen het daar mee eens. "Zijn boeken trekken je eerder naar beneden dan naar boven", schreef David Van Reybrouck. "Maar soms is je begrepen voelen een grotere troost dan opgepept worden." Je losmaken van de atmosfeer waarin hij je omspint, is haast onmogelijk: "Het blijft iedere keer weer een raadsel hoe Modiano met de eenvoudigste middelen een situatie en een sfeer weet te scheppen waar je je als lezer terstond en als het ware willoos aan moet onderwerpen", zo vond Mels de Jong ooit in Vrij Nederland.

Geen beter boek om de proef op de som te nemen dan Villa triste (1975). Er hangt een vederlicht parfum van desolaatheid en verlies over deze elegante roman. Villa triste is een rêverie over het ontglippen van de tijd, waarin Modiano zijn personages in een teder floers wikkelt. De schimmige Joodse graaf Victor Chmara blikt twaalf jaar later in een Zwitsers kuuroord terug op zijn kortstondige affaire met de niet al te begaafde actrice Yvonne Jacquet. Het boek effende het pad naar gelijksferige romans als Uit verre vergetelheid, Zondagen in augustus of Het circus komt voorbij.

Villa Triste, vertaling Edu Borger, Meulenhoff, 18,95 euro.

Uitgepuurde stijl vol suggestiviteit

Weinig auteurs weten zo veel intensiteit op te roepen met zo'n spaarzaam taalgebruik als Patrick Modiano - iets wat hij gemeen heeft met leermeester Georges Simenon. Zijn geciseleerde boeken overschrijden zelden de 160 pagina's. Of zoals Christaan Weijts het stelt: "Je hebt bij Modiano altijd het idee dat waar het werkelijk om te doen is zich net buiten beeld bevindt, nét buiten het kader is gevallen. Modiano toont net te weinig. Met andere woorden: precies genoeg."

Wie wil ontdekken hoe dat precies in zijn werk gaat, kan terecht in De straat van de donkere winkels (1978), de roman waarvoor hij op zijn drieëndertigste de Prix Goncourt kreeg. Hier perfectioneerde Modiano zijn gedepouilleerde maar bijzonder suggestieve stijl. Via korte, nauwgezette zinnetjes laten zijn protagonisten veel onuitgesprokens op de tong liggen. In De straat van de donkere winkels geeft hij ruim baan aan die immer dwaalzieke en besluiteloze personages.

De openingszinnen van het boek zijn vluchtig als ether: 'Ik ben niets. Niets dan een lichte gestalte, die avond, op het terras van een café.' Privédetective Guy Roland is een man met geheugenverlies die het hele boek lang zijn verbrijzelde identiteit weer bij elkaar poogt te puzzelen. "Als een held in een film-noir dwaalt Modiano in al zijn boeken in het schemer- en nevelgebied dat het geheugen is", noteert de Nederlandse schrijfster Wanda Reisel.

De straat van de donkere winkels, vertaling Edu Borger, Querido, 10 euro.

Eindeloos dwalen door Parijs

Modiano lees je bij voorkeur met een Parijs' stratenplan in de aanslag. Dat verhevigt de leeservaring, alsof je de dwaaltochten van zijn personages zomaar kunt nalopen. 'Ik hoef maar met een hak op bepaalde gevoelige plekken van Parijs te trappen of de herinneringen branden los als een vonkenregen', zo luidt het in De ringboulevards.

De schijnbaar precieze topografie geldt als Modiano's handelsmerk. Hij poogt de onrust van zijn personages te bedwingen door hun tochten en passages zo nauwkeurig mogelijk in kaart te brengen. Maar vergis je niet: de schrijver zet vallen uit en spuit een mistspoor.

Parijs is zijn favoriete 'lieu de mémoire'. Niet het toeristische Parijs, maar een 'verdicht' en 'verdroomd' raadselachtig Parijs. Modiano heeft immers een voorkeur voor saaie, wat levenloze buurten en achterafstraatjes. Zijn thuisloze schimmen worden opgeslokt in de maalstroom van de anonieme stad. Kijk naar Louki in het teer-weemoedige In het café van de verloren jeugd (2007). Zij is zo'n heldin voor wie het leven één lange ontsnappingsroute is: 'Mijn enige goede herinneringen zijn herinneringen aan vluchten.'

Aan het eind van de jaren zestig zoekt ze soelaas in het Parijse café Le Condé in Saint-Germain-des-Prés. Ze belandt er in een heterogeen gezelschap 'zwerfhonden' dat van de hand in de tand leeft. Het is alsof ze in een hamsterrad ter plaatse trappelt, tot ze door het stratenplan van Parijs tot de orde wordt geroepen. Zo vormen de boeken van Modiano een lange roman fleuve, een immens perpetuum mobile.

In het café van de verloren jeugd, vertaling Maarten Elzinga, uitgeverij Querido, 10 euro.

Behekst door de bezettingsperiode

Er loopt wel degelijk een breuklijn in het oeuvre van Patrick Modiano. Zijn debuut De plaats van de ster, La Ronde de nuit en De ringboulevards staan in fel contrast met zijn latere, zoveel milder en weemoediger oeuvre. "Ik heb mijn eerste boeken te jong geschreven. Ze zijn te agressief", zo oordeelde Modiano ooit in een NRC-interview over zijn eerste drie romans.

Maar wie wil achterhalen hoezeer de bezettingsperiode en de collaboratie de schrijver beheksten, moet beslist De plaats van de ster lezen, als embryo van latere romans. Op een moment dat de Parijse studenten visioenen van vooruitgangsgeloof beleven, midden de roerige meidagen 1968, keerde de eenzaat Modiano verbeten de blik naar het bezettingsverleden.

Het tweevoudig bekroonde De plaats van de ster is een grimmige, hevige exploratie van een dubbelzinnige Joodse identiteit. In een gejaagd ritme rekent Modiano - in de lange, doorgedraaide monoloog van ene Raphaël Schlemilovitch - af met het klimaat van de collaboratie in Parijs. Zo pikzwart en cynisch was het boek, dat Gallimard het in 1967 wegens de antizionistische strekking behoedde voor verschijning tijdens de Zesdaagse Oorlog en ruim een jaar in het vriesvak stopte.

De obsessieve belangstelling van Modiano voor de bezettingsperiode bleek te herleiden tot Albert Modiano, zijn Joods-Italiaanse vader, een avonturier die destijds weigerde de Jodenster te dragen, voortdurend met valse papieren rondliep en als bij wonder aan arrestaties ontsnapte.

De plaats van de ster, vertaling Edu Borger, Meulenhoff, 18,95 euro.

Groot mededogen

Breekbare meisjes die elk houvast verloren zijn en het zwaar te verduren krijgen, ze zijn een constante in Modiano's oeuvre, zie Onbekende vrouwen (1999), De kleine bijou (2001) en In het café van de verloren jeugd. En hij toont er een bijzonder mededogen voor.

Ook dat is een reden om Modiano ter hand te nemen, vooral omdat ze tot zijn meest aangrijpende boeken hebben geleid. "De vrouwen in mijn boeken zijn als het ware mijn tweelingzussen. Ik heb elementen uit mijn jeugd op hen afgewenteld." Neem nu zijn reconstructie van het leven van het vermiste vijftienjarige Joodse meisje Dora Bruder (1997), omgekomen in Auschwitz. Modiano ontpopt zich als een gedreven onderzoeker, die Dora's leven aan de vergetelheid wil ontrukken.

In 1988 leest hij in een oude Paris-Soir van december 1941 een opsporingsbericht over haar. Modiano onderneemt vervolgens een kafkaiaanse tocht langs politie- en gemeentearchieven om er alle documenten over de verdwijning van Dora uit te vlooien. Zo doet hij er vier jaar over om haar geboortedatum te achterhalen. 'Er gaat veel tijd voorbij voordat weer aan het licht komt wat is uitgewist. (...) Maar ik ben geduldig. Ik kan uren wachten in de regen.'

Modiano voelde zich persoonlijk aangesproken door het lot van Dora Bruder, gevlucht uit het internaat waar haar ouders - Joodse immigranten uit Oostenrijk - haar hadden ondergebracht. Door het opsporingsbericht raakten ook de ouders tragischerwijze in het vizier van de Gestapo.

Dora Bruder, vertaling Maarten Elzinga, Meulenhoff, 18,95 euro.

►De nieuwe roman van Patrick Modiano, Als je maar niet in de wijk verdwaalt, verschijnt in februari 2015 bij Querido, vertaling Maarten Elzinga.

►Dirk Leyman is vandaag tussen 17 en 18 uur te gast in het programma Pompidou (Klara) om over het oeuvre van Patrick Modiano te praten, ter gelegenheid van de uitreiking van de Nobelprijs Literatuur aan de Franse auteur in Stockholm.