Direct naar artikelinhoud

KIBBELKABINET

In 2015 werd de federale regering meer dan eens als kibbelkabinet omschreven. De typerende term past evenzeer de Vlaamse regering.

De Vlaamse regering kwam onder de roepnaam kibbelkabinet minder in beeld, simpelweg omdat de Vlaamse regering over het algemeen minder in beeld komt. Ondanks een forse scheut nieuwe bevoegdheden na het Vlinderakkoord en ondanks het feit dat de federale spektakelwaarde nu eens niet door typisch federale, communautaire ruzie verklaard wordt. Maar de onderlinge spanningen zijn er, zo leren het klimaatakkoord of Uplace in het slotstuk van 2015, niet minder groot. Integendeel.

Het kibbelkabinet verving snel en met gemak andere aanspreektitels, zoals de kamikaze- of Zweedse coalitie. In het geval van de kamikazecoalitie omdat deze ploeg niet overduidelijk, zoals aanvankelijk gedacht, een suïcidale rit wordt voor MR, de veronderstelde kamikazepiloot. In het andere geval omdat van Zweden een positieve, broederlijke kracht uitgaat die niet meteen met deze regeringen geassocieerd wordt, zelfs al dragen ze dezelfde kleuren. Niemand durft het nog over de 'logische' coalitie hebben. Want die logica laat zich moeilijk met redelijkheid omschrijven.

Het kibbelkabinet overheerst gewoon omdat er veel gekibbeld werd, meer dan verwacht. Of noem het bekvechten, ruzie maken, bakkeleien, kijven, twisten, en zo veel andere passende woorden die met coalitie evenwel geen alliteratie konden vormen. Alliteraties zijn al sinds de kindertijd ondeugend onderhoudend. Kibbelen is ook zachter, diplomatischer dan veel soortgelijke termen. Het komt in de beste families voor, zelfs waar ze het ten gronde vaak eens zijn.

Een belangrijke test voor het kibbelkabinet als aanduiding voor de Vlaamse en federale regering was hun verplichte eendracht tegen een gemeenschappelijke vijand na de aanslagen in Parijs. Zou het kibbelkabinet, eens het politiek debat herrees en de terreurdreiging ging liggen, wegtrekken? Neen. Het kwam terug van nooit weggeweest.

Het is niet eens zoeken naar de evidente verklaring. Maar blijkbaar helpt die niet om het probleem - want dat is het - op te lossen. Niet dat gekibbel regeringen het besturen verhindert, integendeel: ondanks alles is er behoorlijk wat beslist in 2015.

Nasmeulend wantrouwen

Het kibbelkabinet is het gevolg van de voortzetting, na de regeringsvorming, van de electorale strijd tussen drie Vlaamse partijen verwikkeld in de slag om het centrum. Samen kunnen ze vijf jaar lang zonder tussentijdse (want samenvallende) verkiezingen en socialisten hervormen. De lat ligt hoog, de regering is te zwaarmoedig om er over te gaan. Als een atleet die niet alle ledematen coördineert om zodoende het geheel harmonieus over de barrière te stuwen. Deze regering draagt onverwerkt verleden mee.

Er is ook te weinig leiderschap en cohesie. Liberalen, Vlaams-conservatieven en christendemocraten denken over veel verschillend, maar dat is in politiek nooit een hoofdbezwaar. Er is te weinig vertrouwen en vrijgevigheid om verschillen te overbruggen. Het wantrouwen nestelde zich diep na de wereldrecordformatie van 2010. Het smeult nog altijd na. Er zijn sterspelers, maar geen ploeg. Het is dus ook minstens deels persoonlijk. Maar niet onoplosbaar.

Het ziet er voorlopig naar uit dat 'kibbelkabinet' ook in 2016 een blijver is. Er komen immers genoeg lastige discussies op de centrumrechtse regeringen af waarmee ze zichzelf makkelijk uit elkaar kan spelen. Want die titel is geheel haar eigen verantwoordelijkheid. Meer dan wat zout in de wonde strooien, vermag de oppositie na een jaar beuken nog altijd niet.

Gedeeld lot

Maar misschien ebt het kibbelkabinet langzaam weg. Leerrijk ter zake is hoe het Di Rupo I verging. In het begin met diep slepende voetjes en veel onderlinge ergernis, maar ergens rond eind 2012 maakte de tripartite een omslag en eindigde ze in een gezamenlijke en enthousiaste verdediging tegen het geweld van N-VA, zelfs in ingetogen trots. Wat niet is, kan nog komen. Ook voor Michel I. Al klinkt dat vandaag niet zo waarschijnlijk.

Dat zal er niet van komen na een hevige crisis met bijhorende catharsis. Die gelegenheid is al te vaak gemist. Het kibbelkabinet gaat ook niet weg met een gehypet informeel teambuildingsweekend. Daarvoor zit het probleem te diep.

De term verdwijnt als gebruikers die beu zijn. Of als de drie partijen hun omslag maken: hun gezamenlijke plaats op de electorale markt meer beschouwen als een gedeeld dan als een verdelend lot. Omdat de geschiedenis van gezamenlijke realisaties het pijnlijke verleden vervaagt. En als dat niet zou lukken, dan raden wij in 2016 een stukje Noordkaap aan: 'Zou een heel klein beetje oorlog soms niet beter kunnen zijn dan die luid gesproken woorden en die nachten van de pijn?' Ja.

Morgen deel 3: nurfen.