Direct naar artikelinhoud

DE COSTER

Saskia De Coster is schrijver en De Morgen-columnist. @saskiadecoster

Wat extra olie voor de motor: tijden van crisis zijn uitdagingen voor de politiek. Iedere politicus met ook maar een beetje ambitie wil in de geschiedenis één moment grijpen waarop hij zijn echte waarde kan tonen. De winnaar is dan niet de crisis maar hij, de bezweerder van de crisis. Gelukkig voor een politicus duikt er op gezette tijden al eens een crisis op. En als er geen is, dan kunnen ze er nog altijd zelf eentje in gang zetten. Denk maar aan toen ons land het wereldduurrecord in het vormen van een regering heeft gevestigd omwille van hommeles over de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. Geen hond die daar nu nog over rept.

De laatste weken zitten we opnieuw met een joekel van een crisis, een niet geheel onverwachte maar allerminst gewenste crisis. De winnaar in dit hele verhaal is vooralsnog niet de terreur. Miljoenen proteststemmen weerklonken, er blijven nieuwe maatregelen en manschappen komen. De winnaars in de voorlopige tussenstand zijn de voorstanders van allerlei vormen van repressie. Zij gebruiken deze crisis om hun maatschappijvisie versneld en verhevigd door te drukken. Zo is het wachten op een nieuwe vondst van Antwerps procureur Dams om ons aller veiligheid te verhogen. In tempora non suspecto, januari 2013, toen Charlie nog een leuke voornaam voor jongens en meisjes was, riep hij alle brave borsten van huisvaders en huismoeders op om voor het slapengaan nog eens bij de buren in de straat te gluren om te zien of er zich niets louche voordeed. Dat alerte wantrouwen is nu, in Je suis Charlie-tijden, doodnormaal.

Mensen zijn bang op het moment van een aanslag. Bij wie kwam niet de gedachte op na de aanslagen in Parijs, anderhalf Thalysuur van ons verwijderd: shit, wat als er ook hier een extremistische aanslag gebeurt? Hoe veilig zijn we nog? De politieactie in Verviers toont alvast dat het extremisme niet stopt aan de grenzen van de Parijse banlieues. Die actie bewees dat we de extremisten een stap voor kunnen zijn. Dat kan gebruikt worden om de angst in te perken maar als leiders en schaduwleiders tegelijk openlijk verklaren dat ze bang zijn en maatregelen uitvaardigen die nog meer wapens in het straatbeeld brengen, verhogen ze vooral de ontvanke- lijkheid voor angst.

West-Europa is aangevallen. Dat is een halve waarheid en een heel echt gevoel. Het gevoel verenigt velen. Wij zijn de goeden en we hebben onszelf en onze betere waarden te verdedigen. We zijn gewaarschuwd en maken ons nu klaar. Als Goliath beter voorbereid was, dan was David niet gewonnen.

Een crisis is een toestand die zeker om verhoogde alertheid vraagt, en maatregelen die op termijn ook vruchten afwerpen. Het is nu aan de alerte politici om op te staan en de oorlogsretoriek te doorbreken. Er zullen met honderd procent zekerheid nu geen miljoenen mensen optrekken in een mars om te pleiten voor redelijkheid. En nochtans smeekt deze toestand om mensen die boven hun eigen gevoelens van angst kunnen uitstijgen. Die wijzen op de proporties van de dreiging. Die de wortels van de terreur opsporen en met andere oplossingen dan de meest voor de hand liggende spiegeloplossingen komen. Die willen luisteren naar experts ter zake.

Verslaving aan de pseudo-oorlogstoestand waarin we ons nu bevinden, dreigt. Ze kan op een perverse manier gewenst en noodzakelijk worden, de malaise, omdat ze mensen verenigt binnen de muur van verdediging. En voor je het weet zijn we eraan gewoon en maken we allang geen selfies meer met zwaar bewapende militairen op de achtergrond. Die gewenning, daar heb ik nog het meest angst voor.