Direct naar artikelinhoud

Potentiële doorbraak in strijd tegen netvliesveroudering

In Londen is voor de eerste keer een patiënte met netvliesveroudering behandeld met embryonale stamcellen. Als blijkt dat de dame beter kan zien, kan dat een grote doorbraak betekenen.

LMD. Dat is de afkorting van een veelvoorkomende oogaandoening die 'leeftijdsgebonden maculadegeneratie heet', of netvliesveroudering in de volksmond. Naar schatting 280.000 Belgen lijden eraan. Wie de diagnose krijgt, is meestal ouder dan vijftig en ziet zijn centrale, scherpe zicht verminderen.

Voor deze patiëntengroep lijkt er beloftevol nieuws op komst. In de Britse media wordt gesproken over een "potentieel grote stap" in de zoektocht naar genezing. Die stap werd vorige maand gezet door een groepje Engelse oogspecialisten. Zij voerden voor de allereerste keer stamceltherapie uit bij een LMD-patiënte.

Voor deze therapie wordt een cel uit een menselijke embryo gehaald. In een labo laten onderzoekers die uitgroeien tot een pigmentlaag. Het is die laag die in het oog van een zestigjarige dame het 'zieke' deel moet vervangen. "Zo hopen we de ziekte bij de wortels aan te pakken", zegt arts Lyndon Da Cruz in The Telegraph. Of hij daarin slaagt, moet ten vroegste in december duidelijk worden.

Het enthousiasme van professor Da Cruz wordt ook in ons land gedeeld. Onder meer door professor Peter Stalmans, oogspecialist aan het UZ Leuven. Al benadrukt hij dat we niet te hard van stapel mogen lopen. "Het duurt niet maanden maar jaren vooraleer we met zekerheid kunnen zeggen of de stamcellen hun werk doen." Hij verwijst naar een eerder experiment met gentherapie bij de ziekte van Stargardt, dat is een vorm van netvliesveroudering bij jonge mensen. Bij deze mensen werd, via een ingespoten virus, de genetische informatie in de oogcellen gewijzigd, om zo hun zicht te verbeteren. "De eerste maanden leek dit bijzonder succesvol. Maar het ging slechts om een tijdelijk effect", zegt Stalmans.

De behandeling voor de aandoening is vooralsnog erg duur. Als blijkt dat de stamceltherapie aanslaat, dan zou die in principe op termijn op een grotere en betaalbare schaal verder ontwikkeld kunnen worden, menen zijn Londense collega's.