Direct naar artikelinhoud

Koerden brengen IS slag toe

Met een aanval op drie fronten hebben Koerdische strijders met hulp van de Verenigde Staten het 'kalifaat' van Islamitische Staat gisteren in tweeën gesneden. Toch zullen de Koerden vandaag in rouw zijn.

Bij hun eerste grote offensief in maanden hebben zeker 7.500 Iraaks-Koerdische strijders gisteren de aanval geopend op Sinjar, de plaats waaruit Islamitische Staat vorig jaar tienduizenden jezidi's verdreef. Daarmee is de belangrijkste verbindingsweg doorgesneden tussen de twee voornaamste steden in handen van IS - Raqqa in Syrië en Mosoel in Irak. Iraaks-Koerdische peshmergastrijders zouden zeker 35 kilometer van snelweg 47 in handen hebben, van Sinjar tot aan de Iraakse grens.

De Koerden, geholpen door Amerikaanse bombardementen, zetten de aanval gisterochtend vroeg op drie fronten in. Zij worden geholpen door milities van de jezidi's, de geloofsgemeenschap die de meerderheid vormt in het gebied rond Sinjar, en door strijders gelieerd aan de Turks-Koerdische PKK-beweging. "Wij denken dat het een kwestie is van dagen, niet van weken voordat Islamitische Staat verdreven is uit Sinjar", zegt Aziz Ahmad, lid van de Veiligheidsraad van de Iraaks-Koerdische regering.

Vertraging door onenigheid

De val van Sinjar, waar volgens de Koerden nog bijna zevenhonderd IS-terroristen verweer bieden, zou een forse klap zijn voor Islamitische Staat. Het stadje en de reusachtige nabijgelegen bergkam kijken uit over de geasfalteerde snelweg van Mosoel via de Syrische grens naar Raqqa, de hoofdstad van Islamitische Staat. Met de inname van Sinjar zouden de Koerden de controle over die weg consolideren en het kalifaat van IS nagenoeg in tweeën snijden.

Daardoor wordt het moeilijker voor de terreurbeweging om versterkingen aan te voeren wanneer Iraakse en Koerdische strijders uiteindelijk de aanval inzetten op Mosoel, de grootste Iraakse stad in handen van IS. De strategische waarde van de inname van snelweg 47 wordt beperkt doordat IS alternatieve routes door de omringende woestijn kan creëren. Een volledig afgrendelen van Mosoel is ook problematisch omdat de honderdduizenden burgers in de stad bij een belegering zonder water en voedsel komen te zitten.

De aanval op Sinjar is onderdeel van hernieuwde Amerikaanse pogingen om controle over het gevecht tegen IS naar zich toe te trekken, na maanden waarin Rusland en Iran de strijd in Irak en Syrië domineerden. Terwijl Koerdische strijders vechten nabij Sinjar aan de oostkant van IS-gebied, zijn de eerste Amerikaanse adviseurs onderweg naar het Koerdisch gebied in Syrië om daar de aanval voor te bereiden op Raqqa, de westkant van IS-gebied.

In het zuiden omsingelen Iraakse militairen de stad Ramadi, hoofdstad van de provincie Anbar en sinds mei dit jaar in handen van IS. Ook zij worden geholpen door intensieve bombardementen van de Amerikaanse luchtmacht. De afgelopen weken hebben de Amerikanen ook wapens gedropt voor etnisch-Arabische rebellen in Syrië, in de hoop dat ook zij het gevecht tegen IS zullen opschroeven.

In Irak wordt de strijd gehinderd door interne Koerdische rivaliteit. Syrische en Turkse Koerden gelieerd aan de PKK vechten ten westen van Sinjar, los van de Iraakse Koerden die de aanval vanuit het oosten inzetten. Beide groepen hangen verschillende ideologieën aan en beide willen de hoofdrol spelen in de strijd. Naar verluidt liep de aanval op Sinjar vertraging op door deze onenigheid en speelde de PKK uiteindelijk een ondergeschikte rol.

Nieuwe conflicten dreigen

Dan zijn er nog jezidi-strijders, die zuchten naar wraak op de IS-terroristen die hen vijftien maanden geleden uit hun huizen joegen. Zij opereren soms onafhankelijk, soms in samenwerking met de PKK.

Daarmee dreigen nieuwe conflicten over wie het gebied toebehoort als IS er eenmaal is verdreven. De verschillende Koerdische groeperingen zullen hun invloed willen veiligstellen, terwijl het gebied wettelijk valt onder het gezag van de centrale regering in Bagdad - niet van enige Koerdische groepering. Gesteggel over de verdeling kan een behoorlijke hindernis vormen voor toekomstige samenwerking op andere fronten, waaronder Mosoel.

De val van Sinjar in augustus vorig jaar was het startschot voor de Amerikaanse militaire interventie tegen IS in Irak, en later ook in Syrië. Nadat Islamitische Staat de stad had ingenomen, begon het een moordcampagne tegen de inwoners, veelal jezidi's. Tienduizenden onder hen zochten toevlucht op de nabijgelegen bergkam, waar ze leden onder tekorten aan water en voedsel. Nadat de VS met bombardementen waren begonnen, werden de jezidi's ontzet door aan de PKK gelieerde Koerdische strijders uit Syrië.