Direct naar artikelinhoud

Paus Franciscus brengt 'vatistrojka' naar Rome

Roept het Vaticaan de vatistrojka af? In een historisch interview stelt paus Franciscus dat zijn kerk dichter bij de mens moet staan en minder nadruk moet leggen op verboden. 'Anders riskeert het morele bouwsel van de kerk in te storten als een kaartenhuis.'

Het zes uur lange gesprek dat Franciscus (77) met priester-journalist Antonio Spadaro voerde, leverde een interview van 29 pagina's op. Dat werd gepubliceerd in een reeks tijdschriften van Franciscus' eigen orde, de jezuïeten. Kern van het verhaal: "De kerk ligt vol gewonden, het is nutteloos om naar hun cholesterol of suikerspiegel te peilen, hun wonden moeten worden verzorgd, de rest is voor later."

Met zijn medische metafoor verwijst de Argentijnse paus naar de zorgende, sociale functie van de katholieke kerk. Jorge Mario Bergoglio geeft het engagement voor armen en uitgeslotenen voorrang op een morele doctrine waarvan de klemtoon in het verleden te zeer op verbodsbepalingen lag.

Bij zijn recente bezoek aan Brazilië liet de paus zich al opmerken met de vraag "wie ben ik om een homoseksuele mens te veroordelen als die van goede wil is?" Ook Franciscus' opening richting gescheiden stellen, ongetrouwde samenwoners of vrouwen die een abortus ondergingen, valt op. Het is ooit anders geweest.

"Wij moeten", zegt de paus onomwonden, "een nieuw evenwicht vinden. Anders riskeert het morele bouwsel van de kerk in te storten als een kaartenhuis en dreigt het zijn frisheid en evangelische parfum te verliezen."

Zo gaat de kerkvorst verder op het pad dat hij eerder al insloeg. Zo liet hij zijn rechterhand Pietro Parolin vorige week nog zeggen dat het verplichte celibaat voor priesters vatbaar is voor discussie en geen dogma is. Zelf ontving Franciscus ook Gustavo Gutiérrez, een Peruaanse geestelijke die de fundamenten van de bevrijdingstheologie legde. Tussen die socialistisch geïnspireerde strekking en het Vaticaan heeft het nooit geboterd.

In zijn vaderland Argentinië reisde de paus al met de metro en leefde hij zeer sober. Maar linkse of marxistische sympathieën waren hem vreemd en sommige slachtoffers van de dictatuur verwijten hem slapheid toen de junta (1976-1983) er haar vuile oorlog voerde. Toch, zegt Franciscus in het vraaggesprek, "ben ik nooit rechts geweest."

Sinds zijn aantreden een half jaar geleden reikt Franciscus gul olijftakken uit aan Jan met de pet. Zo waste hij de voeten van gevangenen in Rome, belde hij naar een Franse jongeman die hem een brief geschreven had of trok hij de favela's van Rio in.

'Aggiornamento'

"Ik sta met open mond naar Franciscus te kijken", zegt Tertio-hoofdredacteur Geert De Kerpel. "Hij neemt mensen vast, kijkt hen recht in de ogen, grijpt naar zijn telefoon. Hij wil een kerk die voeling houdt met de realiteit, die zich niet laat opsluiten, die niet in een apostolisch paleis woont. 'Wees geen prinsen', zegt de paus, 'ruik naar de kudde'."

"Een term die vaak naar boven komt als het over Franciscus gaat, is aggiornamento", zegt theoloog Jürgen Mettepenningen (KU Leuven), verwijzend naar de actualisering en modernisering die het concilie Vaticaan II (1962-1965) inhield. "Deze paus doet denken aan Johannes XXIII. Hij streeft naar een kerk die dichter bij de wereld staat. De leer is de leer en daar doet Franciscus niets van af, maar hij onderstreept wel bijzondere aspecten. Zo kijkt Franciscus naar de mens zoals hij is, niet naar de mens zoals de kerk zou willen dat hij is. Hij plakt geen etiketten op mensen om hen niet te reduceren. Het evangelie, de blijde boodschap, beschouwt hij als zijn kernopdracht. Ja, ik ben heel blij met deze paus."