Oproer jonge Tunesiërs na vijf dagen geluwd

Bestuurslid Ahmed Chefai van de UGTT, de grootste vakcentrale van het land, maakte zondagmiddag bekend dat de algemene staking en andere acties in Siliana waren opgeschort nadat een akkoord was bereikt met de autoriteiten.

Onder welke voorwaarden de opschorting tot stand is gekomen, werd niet duidelijk. Wel maakte Chefai bekend dat de gouverneur van Siliana is afgetreden. De mededeling werd door de menigte met gejuich begroet.

Ook is een klacht ingediend tegen de politie, die volgens de vakcentrale onnodig gewelddadig is opgetreden. Navi Pillay, de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN, kwam vrijdag met een veroordeling van het 'buitensporige' politiegeweld.

Volgens bronnen in het ziekenhuis zijn zeventien mensen blind geworden door schoten met hagel. "Jullie kunnen onze ogen verwijderen, maar niet onze stemmen!", stond zondag geschilderd op een muur in de stad.

De onrust was vorige week dinsdag begonnen in Siliana, een stad op 120 kilometer ten zuidoosten van de hoofdstad Tunis. De grieven van de betogers lijken op die waarmee de opstand tegen het regime van oud-president Ben Ali begon, twee jaar geleden: werkloosheid, hoge prijzen, corruptie, geweld en willekeur door de politie.

Tot het protest was opgeroepen door de linkse vakcentrale, die niet alleen banen eiste, maar ook het opstappen van de door de islamistische partij Ennahda geleide regering. De protesten spreidden zich in de loop van de week uit naar andere steden in de omgeving.

De seculiere president Moncef Marzouki koos vrijdag op de televisie partij voor de jonge betogers in Siliana, door te zeggen dat de regering "niet heeft voldaan aan de verwachtingen van het volk". Hij pleitte voor het vervangen van de huidige, tachtig leden tellende regering door een kleiner kabinet.