Direct naar artikelinhoud

Belg gaat steeds vaker betogen

Almaar vaker trekken Belgen de straat op om ongenoegen of verontwaardiging te uiten. Het aantal betogers nam de afgelopen tien jaar met maar liefst 60 procent toe, zo blijkt uit onderzoek van de Universiteit Antwerpen. Opmerkelijk daarbij is dat, alle internetrevoluties ten spijt, sociale media daarin niet doorslaggevend zijn.

De Belg is een geïnteresseerde burger en laat dat ook graag zien. Afgelopen jaar gingen Belgen steeds vaker de straat op om hun bezorgdheid of ongenoegen te uiten, zo blijkt uit onderzoek van Jeroen Van Laer, die afgelopen vrijdag zijn doctoraat verdedigde aan de Universiteit Antwerpen. Tien jaar geleden namen jaarlijks zo'n 400.000 landgenoten deel aan een betoging. Vandaag zitten we al aan 630.000, een stijging met 60 procent. In Brussel vinden dagelijks twee tot drie manifestaties plaats, Van Laer analyseerde de mechanismen achter de grote betogingen die meer dan vijfduizend deelnemers lokten.

"De oude kanalen, denk maar aan verzuiling, zijn niet meer, en mensen zien manifesteren als een alternatief om hun stem te laten horen", duidt Van Laer. Een typisch profiel van de betoger bestaat niet, wel neemt het aantal thema's waarvoor het spandoek wordt uitgerold toe. "Vijftig jaar geleden was betogen bijna een voorrecht van de arbeidersklasse, vandaag komen zowat alle thema's aan bod. Dat leidt dan weer tot fragmentatie: veel kleine groepen die rond één specifiek thema werken." Of mensen al dan niet de straat op trekken, hangt voor een groot stuk af van het feit of ze vrienden en familieleden hebben die ook deelnemen.

"Dat de betogers hun grieven niet langer op de klassieke manier uiten, pakweg via politieke partijen, wil evenwel niet zeggen dat ze de democratische ideeën loslaten", zegt Van Laer. "Blijkt net dat wie vaak deelneemt aan betogingen, juist meer in die principes gaat geloven. Wel zijn ze kwaad of verdrietig. Dat ze op straat komen, betekent dat er een gebrek is aan discussie of communicatie. De mensen voelen zich niet gehoord. Dat zag je heel duidelijk op de SHAME-betoging. De deelnemers keerden zich af van de huidige politieke elite, maar ze hoopten wel nog op een werkbare democratie."

Net daarom, betoogt Van Laer, is het belangrijk dat de politieke elite, zeker nu die worstelt met een crisis, op zoek gaat naar een manier om met de protesten om te gaan. "De politieke partijen moeten die manifestanten hun gang laten gaan en contact met hen zoeken." Kortom: aan politici om manifestaties à la SHAME serieus te nemen.

Van Laer onderzocht in zijn doctoraat ook de rol van het internet in tijden van groeiend activisme en zogenaamde Facebookrevoluties, en kwam tot de conclusie dat we de impact van sociaalnetwerken niet mogen overschatten. "Sociale media hebben hun rol, zeker wat schaalvergroting betreft. Maar het blijft een middel, de revolutie maak je niet online", zegt hij. "In ons land wordt het internet vooral gebruikt door de 'superactivisten', mensen die bijzonder actief zijn als manifestant en lid zijn van allerlei organisaties. Het medium brengt geen nieuwe mensen op straat en boort evenmin nieuwe doelgroepen aan, zoals wel eens gedacht."

Het etiket Facebookrevoluties voor de omwentelingen in het Midden-Oosten, zijn volgens Van Laer dan ook wat overdreven. "Het is niet omdat iemand plots begint te twitteren dat iedereen de straat op loopt. Twitter en Facebook kunnen het vuur aan de lont steken, maar het is de onvrede die al decennia aansleept die de doorslag geeft."

- Aantal betogers steeg voorbije tien jaar met 60 procent: van 400.000 naar 630.000

- In Brussel vinden dagelijks twee tot drie manifestaties plaats

- Belgen komen op straat als vrienden en familie ook deelnemen

- Sociaalnetwerksites brengen geen nieuwe betogers op de been