Direct naar artikelinhoud

'Lucas' kracht drijft me nu voort'

Dat liefde alles overwint, las Lucas Dolega in een boek van Michaïl Boelgakov. Bij pagina 255 zit een kaartje. 'Zover was hij gekomen', zegt Nathalie Donnadieu. Haar Lucas overleed op 17 januari. Drie dagen eerder was de fotograaf in de Avenue Bourguiba in Tunis geraakt door een traangasgranaat. Zijn foto's hangen in haar appartement in Parijs. Zijn boek ligt op haar tafeltje. In haar hoofd, haar hart, haar lijf zit de energie van Lucas. In haar onrust ook. In haar tranen. 'Hij maakte geen enkele kans. Hij is gewoon vermoord.'

'Rdv Café de la Place Mairie du 18e. Tel moi qd vs arrivez au café'. Onze laatste afspraak is per sms gebeurd. Een grijze dag in Parijs. Wel droog nu nog. Nathalie Donnadieu loopt binnen op All-Stars. Haar haren zijn korter dan op het internetfilmpje, een verslagje van haar boodschap op de luchthaven van Orly. Die woorden waren blijven hangen. "We gaan niet vragen een minuut stilte in acht te nemen", zei ze. "Jullie zijn journalisten, au contraire dus, we willen jullie vragen om nooit te zwijgen." Bijna vier maanden later is haar gezicht getekend. De nacht was moeilijk. "Maak je alstublieft geen foto nu?", vraagt ze Yann, de fotograaf. Yann doet dat dan ook niet.

Donnadieu praat. Voor het eerst. Interview- aanvragen van de Franse pers heeft ze de eerste maanden afgeslagen. "Ik kon het niet", zegt ze. "Maar nu wel, denk ik."

Ze vertelt dus. Over hoe ze in Parijs terechtkwam, na een jeugd in Toulouse, in het warme Franse zuiden. Eerst had ze aan de Ecole de Commerce in Bordeaux gestudeerd, maar een stage bracht haar in de hoofdstad, waar ze een leven en een carrière begon. Industriële marketing, de textielbranche vooral. Als agent van groothandelaars in Frankrijk en Europa reisde ze naar landen als Pakistan, India, Indonesië, Bangladesh ook. "Een shock", zegt ze over die eerste kennismaking met Dhaka, hoofdstad van een van de armste landen van de wereld. "Bangladesh was een land zonder grondstoffen, het kreeg te maken met allerlei natuurrampen die zowel op materieel als op menselijk vlak schade veroorzaakten. Maar ik ontmoette er prachtige mensen en beetje bij beetje leerde ik het land kennen. En appreciëren."

Als dit een onbelangrijk detail lijkt in het verhaal, dan toch dit: Nathalie Donnadieu is iemand die de wereld zag en ziet. Die openstaat voor culturen. Voor mensen. Oog heeft voor wat er er gaande is. En dus: toen Lucas Dolega op donderdag 13 januari naar Tunesië vertrok, stond ze daar helemaal achter. Hij ook. "Lucas was meer dan blij", zegt ze. "Hij was uitgelaten. Omdat het zijn droom was en omdat er al enkele dagen signalen waren voor wat we vandaag de Jasmijnrevolutie noemen."

Lucas Dolega, voluit Lucas Mebrouk Dolega. En officieel zelfs nog langer: Loucas von Zabiensky-Mebrouk. In 1978 geboren als de zoon van de Marok-kaanse dokter Shtouky Mebrouk en de Duitse journaliste Karin von Zabiensky. Van geboorte had hij de Duitse nationaliteit, maar al meteen ook de Franse. Ze woonden in Parijs, vlakbij Parc Monsouris. "Zijn lievelingsspeelplek", zegt Nathalie. "Lucas was een beetje een dromer en hield van discussiëren. Ook op school. Discipline en autoriteit apprecieerde hij maar matig. Hij ontwikkelde wel snel een zeer duidelijke smaak en stijl, was zeer zorgzaam voor hoe hij zich kleedde en gaf zijn mama zelfs kledingadvies. Iedereen zegt: een aangename compagnon, iemand die veel praatte en heel geestig was. En met zijn onweerstaanbare lach kon hij zijn grootmoeder makkelijk verleiden."

Die Lucas Dolega ontmoette Nathalie Donnadieu op een dag in het Marokkaanse Tanger. Niet zomaar een dag. "Het was zijn verjaardag, 19 augustus 2006", zegt ze. "Met mijn twee dochters van dan vijf en zes waren we op vakantie bij een vriendin van me, die dan weer close was met de papa en de mama van Lucas. We zijn aan elkaar voorgesteld en op een avond nodigde hij me uit. Heel eenvoudig. Hij zei: 'Nathalie, ik geef een feestje, je moet komen.' Ik stribbelde wat tegen, was daar met twee kleine kinderen, maar hij bleef aandringen: 'Je moet komen.' En ik ben geweest. Toen we aanbelden, kwam Lucas opendoen. Mathilde en Louise vlogen meteen in zijn armen en bij mij sloeg de coup de foudre toe."

Hier een been, daar een arm

De fotograaf Lucas Dolega kende ze niet. De wereld van de fotografie was onbekend. Dolega was in 1999 als schrijvend journalist voor de Nouvel Observateur gaan werken. Maar stilaan groeide een andere droom. "Van zijn moeder had hij een oude camera gekregen, hij had er zijn eerste beelden mee gemaakt en was een stage gaan volgen aan het departement fotografie van het Parijse Centre Jean Verdier. "Hij leerde er foto's maken, kleur en zwart-wit. Ontwikkelen ook. En nadien stond zijn besluit vast: hij wilde fotograaf worden. Stoppen met schrijven en alleen nog beelden maken." Ze gebruikt het woord photojournaliste. En dan: "Oorlogsfotograaf worden, dat was zijn droom. Lucas had grote voorbeelden, mannen als James Nachtwey en Don McCullin. Dat wilde hij doen."

Januari 2011. In Tunesië begint wat later de Jasmijnrevolutie zal genoemd worden. Het begin van de Arabische Lente. De bevolking keert zich tegen president Zine El Abidine Ben Ali, die 23 jaar aan de macht is. Er is oproer. Rellen in de straten van Tunis. Het Franse persagentschap EPA vraagt Lucas Dolega naar Tunis te reizen. "In 2008 was Lucas al naar Congo gereisd, naar Noord-Kivu. Een gebied in oorlog en op menselijk vlak onverdraaglijk. Hij belde me de hele tijd en vertelde wat hij zag: 'ik wandel, ruik iets vreselijks, daar ligt een been, daar een arm.' Hij liet er trouwens bijna het leven, met een maagperforatie. Gelukkig kon hij net op tijd naar Parijs worden overgebracht om hier te worden verzorgd.

"Maar als hij belde, stelde hij me wel altijd gerust. Ik kreeg een gelukkige man aan de lijn. Lucas was iemand die me beschermde. (lacht) Ook voor het milieu van de fotografen, trouwens. We hebben vierenhalf jaar samengeleefd, pas aan het einde van het derde jaar leerde hij me enkele collega's en goeie vrienden kennen."

Maar op 13 januari 2011 vloog Lucas naar Tunesië. In het archief van De Morgen zit een klokje: op 14 januari, om 14.14 uur, kwam de laatste foto binnen die Lucas Dolega zelf naar het Franse persagentschap EPA had gestuurd. Daarop een schreeuwende man. Die foto verscheen een dag later. Die avond van de veertiende stuurde EPA nog foto's van Dolega binnen. Van de meute in Tunis, van mensen met borden: 'Ben Ali dégage'. 'You killed your people, Ben Ali', lees je. Maar toen die hier op de redactie binnenvielen, was Lucas zelf al geraakt. "'s Namiddags had ik les gegeven in Villejuif, van 2 tot 5, mijn telefoon stond dus af. Toen ik buitenkwam, zette ik hem weer aan." De herinnering aan dat moment zorgt voor tranen. "Lucas stond met een boodschap op mijn voicemail. Hij zei dat alles goed ging, dat hij al het materiaal dat hij de avond voordien nog niet had, had kunnen recupereren en dat hij nu eindelijk kon beginnen. Hij zei dat ik me geen zorgen moest maken, dat hij voorzichtig zou zijn."

Rond halfvijf die namiddag was Lucas Dolega door de Tunesische politie beschoten met een traangasgranaat. "Un tir délibéré", zei Nathalie Donnadieu in de dagen na het drama. Vandaag noemt ze het un meurtre. "Dat was het. Lucas is gewoon vermoord. Ze hebben met scherp geschoten. Hij werd getroffen recht in zijn slaap, de impact van die traangasgranaat van 20 centimeter lang en 5 centimeter doorsnede, afgeschoten van op minder dan twintig meter, zorgde voor een explosie van zijn schedel. Hij maakte geen enkele kans." Bij Lucas stonden zijn collega's: Brusselaar Bruno Stevens, verder Oliver Laban-Mattei, Pierre Terdjman, Matthias Bruggman, Remi Ochlik. Googel hen en de wreedheid van de wereld passeert. "Ze hadden alle vijf dood kunnen zijn. Olivier heeft het bloed proberen te stelpen bij zijn slaap en binnen de vijf minuten is Lucas van de plaats van het drama weggevoerd met een auto van collega's van Euronews. Hij werd overgebracht naar het neurologisch centrum La Rabta in Tunis, waar ze hem met spoed opereerden." De berichten van die avond, van de dagen nadien, waren verwarrend. Zelf kreeg ze op vrijdagavond telefoon. Op zaterdagochtend vertrok Nathalie Donnadieu met fotograaf Corentin Fohlin naar de Tunesische hoofdstad. "Toen ik vertrok, was het laatste nieuws dat levensgevaar officieel niet aan de orde was. Eventueel kon hij een oog verliezen. En de vrienden die daar waren, kregen evenmin de juiste informatie. Maar toen ik in Tunis aankwam, werd me meteen uitgelegd dat hij geen enkele kans meer had om het te overleven. Dat hij nog hooguit 24 uur of 48 uur te leven had. In het allergunstigste geval 72.

"Bij mijn vertrek had ik nog hoop. Maar zodra ik met de prof had gepraat die hem had geopereerd, was die hoop over. Ik heb Lucas ook gezien in het ziekenhuis. Het enige wat ik toen nog hoopte, was hem levend naar Frankrijk te kunnen repatriëren. Niet in een kist. Daar wilde ik niet aan denken. Maar die keuze heb ik niet meer gekregen."

Lucas overleed op maandag 17 januari. Twee dagen later keerde Nathalie, samen met de ouders van Lucas en enkele vrienden, terug naar Parijs. Wat er die twee dagen nog gebeurd is, is niet zo makkelijk te vertellen. Wel dit: "We zijn niet geholpen. Echt niet. Het was le grand n'importe quoi. Ze hebben geprobeerd tijd te winnen, om te vermijden dat we klacht zouden indienen. Dat is nog net gebeurd, juist voor we het Tunesische grondgebied verlieten. Wie het gedaan heeft en wie erachter zit, dat moet je aan de Franse en de Tunesische autoriteiten vragen. Maar vier maanden later staan we wel op het scharniermoment waarop een onderzoeksrechter aangesteld zal worden. Met ons stelt ook Reporters sans Frontières zich burgerlijke partij. Het is een zeer complexe materie. We hebben alle mogelijke bewijzen verzameld, sommige Tunesiërs hebben ons daarbij met gevaar voor eigen leven geholpen. Al die bewijzen zijn nu in handen van de onderzoekers in Frankrijk, het is aan hen om de verantwoordelijken te vinden."

Het is tijd voor een pauze. Voor een sigaret. Om verdriet te stelpen. Ook buiten regent het nu.

"Volgens mij is niet Lucas, noch degene die geschoten heeft, een martelaar. Wie is verantwoordelijk? Degene die geschoten heeft? Of degene die de opdracht gegeven heeft? Voor mij is het de opdrachtgever. Wie dat is, kunnen de Tunesische en de Franse politie uitzoeken, door de man die geschoten heeft te ondervragen. Lucas' collega's hebben hem op foto. Op het moment van het schot en op het moment dat hij wegvlucht."

Ontoelaatbare blunder

"On n'a pas été aidé", heeft ze al gezegd. Dat herhaalt ze: "We zijn niet geholpen. De fotografen die bij Lucas waren, zijn materiaal kwijtgeraakt. Enkel de camera die ze op dat moment bij zich hadden, hebben ze behouden. Ook die van Lucas. De rest heb ik niet teruggekregen. Zijn telefoon heb ik niet meer teruggezien.

"Ik was zeer kwaad toen ik terugkeerde. Kwaad om wat er gebeurd was en kwaad over de Franse 'savoir-faire' die we hebben leren kennen. Die uitspraak heeft me gestoord." Ze legt uit: "Net voordien had Michèle Alliot-Marie (op dat moment de Franse minister van Buitenlandse Zaken, RVP) over die Franse 'savoir-faire' gesproken. Daarmee zou ze Tunesië helpen. Voor mij is dat een ontoelaatbare blunder."

Alliot-Marie, uitgerekend bij het uitbreken van de Jasmijnrevolutie op vakantie in Tunesië en op weg met een vliegtuig van een goede kennis van president Ben Ali, had inderdaad hulp van Franse oproerpolitie gesuggereerd om de zaak in Tunis op te lossen. In februari dwong president Sarkozy haar tot ontslag.

Uit haar tas komt haar laptop. Uiterlijk begin juli zou de website www.lucasdolega.com online moeten gaan. "Lucas had me dat al lang gevraagd, maar ik had dat altijd afgehouden: daar ken ik toch niks van, zei ik hem. Maar nu is het me wel gelukt. Als hij er is op 26 juni, mijn verjaardag, dan zal ik gelukkig zijn." Klikkend door de foto's die er straks op komen, komen we bij een foto van hemzelf: lachend, net als de Congolese kindjes voor hem, zijn haren trots opzij gekamd. "Corentin Fohlen maakte die", zegt ze. "In het hotel in Tunis toonde hij me die.Of ik die mooi vond, vroeg hij. Ik vind hem prachtig. Corentin maakte hem toen ze in november 2008 samen naar Congo reisden. Niet evident. Ze waren via Entebbe (in Oeganda, RVP) gereisd en waren zo de grens overgestoken. Natuurlijk was dat gevaarlijk en namen ze risico's. Maar ze moesten ze nemen. Dat was zijn beroep. En ik vind het primordiaal." Dat vindt ze nog. Lucas liet er zijn leven voor, in Libië kwamen later ook de Amerikaanse fotografen Tim Hetherington en Chris Hondros om het leven. "Natuurlijk is het geen leven waard. Maar de aanwezigheid van de pers is wel nodig, omdat de informatie die officieel verspreid wordt, niet klopt. Dat heb ik in Tunesië zelf kunnen constateren. De beelden die hier aankwamen, toonden niet wat er werkelijk aan de hand was. Er was een echte burgeroorlog aan de gang. Ik heb taxichauffeurs gezien, langs de kant van de weg, op hun knieën, handen op het hoofd en kalasjnikov tegen de slaap. De pers moet dat tonen. Daarom moeten ze er zijn."

Constructieve colère

"Het verlies van Lucas, kort nadat ik vorig jaar ook mijn vader verloor, was verpletterend. Daar stond ik: mond open, lege blik, gechoqueerd. Maar zodra we Tunis verlieten, voelde ik een enorme kracht in mij naar boven komen. Ik kan het niet uitleggen. Alleen dat het Lucas was die me die kracht toestuurde. Misschien de colère ook. En die kracht van Lucas voel ik tot vandaag, ze geeft me een enorm vertrouwen. Als ik iets nodig heb, gaat het vanzelf. Drie maanden ben ik wel onder de radar gebleven, maar dan heb ik me op le projet gestort. En dat loopt met een snelheid die ik zelf niet voor mogelijk houd."

Dat project is die website, om te beginnen. Maar er is meer. Straks wordt de Association Lucas Dolega opgericht, in samenwerking met de stad Parijs en met Reporters sans Frontières. Op verzoek van Lucas' ouders Karin en Shtouky komt er een Prix Lucas Dolega. Een prijs die tussen 1 en 15 juli gelanceerd wordt, de kandidaturen moeten tegen 15 november binnen zijn. In de week van 14 januari 2012 volgt de eerste uitreiking. "Ik bouw mee aan de herinnering voor Lucas", zegt ze stil. "Fysiek kunnen we hem niet terugkrijgen. Maar in ons zit hij en blijft hij. De rouw is zwaar om te dragen, maar aan dat project werken is een stap in die rouw. Niet alleen voor mij. Een paar dagen geleden heb ik daarover een eerste mail gestuurd, bijna honderd mensen uit de hele wereld hebben laten weten dat ze willen helpen. Ook dat geeft energie. Mijn colère is nu constructief."

Kan iemand die dit meemaakte, die haar grote liefde verloor, nog volgen wat er in de wereld gebeurt? Nog ooit naar Tunesië teruggaan zelfs? "Bien sûr", zegt ze ferm. "De dood maakt deel uit van het leven. Daar kan ik niks aan veranderen. Lucas krijg ik niet terug. Maar ik was voordien al in Tunesië geweest en begin volgende maand ga ik er nog eens naar toe. Heel veel gewone Tunesiërs hebben me trouwens gesteund."

In alle stilte werd op het Parijse kerkhof Père Lachaise afscheid genomen van Lucas Dolega. Zes vergrote foto's gaven de verdrietige familie en vrienden nog een indruk van zijn werk. Zes foto's uit een indrukwekkend archief van acht harde schijven vol materiaal. De voorbije maanden liep Nathalie erdoorheen. Een paar honderdduizend foto's. Veel ervan zag ze voor het eerst. "Lucas toonde me nooit zijn ruwe beelden, hij toonde alleen de beelden die hij afgewerkt had. Ook van onze reizen naar landen als Colombia, India en Costa Rica. Hij had me zelf een klein cameraatje gegeven, moedigde me aan. Maar door nu door die ruwe beelden te gaan, ben ik Lucas op een andere manier gaan zien. Ik zag nog beter hoe hij keek en wat voor een innemende man hij was. Daardoor gaan was soms hard, maar het was vooral heel mooi."

"Het beeld van Lucas in het ziekenhuis achtervolgt me niet. Ik houd een beeld over van een prachtige en mooie man in die kist, net voor ze gesloten werd. Hele mooie herinneringen heb ik aan hem. En dit drama heeft mijn filosofie van het leven alleen maar versterkt."

Siddharta

De koffie is koud geworden in hetCafé de la Place, ze woont vlakbij en we stappen mee naar haar appartement. Voor ze zich wat gaat opmaken, toont Nathalie alles: de slaapkamer met in de hoek de harde schijven en boeken van Lucas, de foto's die op de begrafenis uitgestald waren. "Die kan ik niet houden, ik geef ze aan de fotografen die bij hem waren en aan zijn ouders", zegt ze. Boven het stapelbed van Mathilde en Louise, haar twee dochters, zijn foto in Congo. "Hij was hun papa niet, maar hij was wel zo zorgzaam alsof hij hun papa was. Elke dag nog spreken ze over hem. Zijn dood heeft ook hen gestraft."

Verder veel strips hier, Kuifje vooral, en boeken, boeken en boeken. Zelfs op het toilet staat een boekenrek: Sartre, Albert Cohen, Fréderick Tristan, Stefan Zweig. Ze geeft er twee mee. Siddharta van Herman Hesse en voor fotograaf Yann Le Maître et Marguerite van Michaïl Boelgakov, het boek dat Lucas aan het lezen was.

We drinken een glas. "A la vita", klinkt ze, terwijl ze de top 25 van Lucas' lievelingsmuziek opzet en op een usb-stick kopieert. We horen LCD Soundsystem, The xx, Syd Matters. Luid klinkt het. Zoals onrust een uitweg zoekt.

Wat ze koestert van alles wat ze van Lucas heeft? "Zo veel", zegt ze. "Maar één boek in het bijzonder. Toen we in 2007 naar Colombia reisden, leerde hij me Manon Lescaut van l'Abbé Prevost kennen. Kijk, Lucas was 32 toen hij overleed. En ik word eind deze maand 45. Er zat dus twaalf jaar verschil tussen ons beiden. (glimlacht) Als je foto's van hem ziet uit 2006, zie je hoe jong hij was. Hij was geëvolueerd nu, net als ik. De natuur kun je niet tegenhouden. Maar ook al was hij veel jonger dan ik, hij was iemand die zijn passie op andere mensen kon overbrengen. Dat is heel weinig mensen gegeven."

En dan vertrekt ze met Yann, voor foto's in Parijs. Waar het vandaag niet meer ophoudt met regenen. En voor één keer is dat gepast.

Sinds vrijdag 10 juni loopt in het gemeentehuis van het Noord-Franse plaatsje Béthune een 'Exposition Presse. Hommage à Lucas Dolega' waarbij werk van hem en zijn collega's/vrienden getoond wordt. Nog tot 2 juli. Ook tijdens het internationale fotofestival 'Visa pour l'image' in Perpignan (van 27 augustus tot 11 september) zal een hommage gebracht worden aan Lucas Dolega.