Direct naar artikelinhoud

't Stad mag weer dromen van een voetbaltempel

Antwerpen wil een voortrekkersrol spelen in de strijd om het wereldkampioenschap voetbal in 2018 naar de Lage Landen te halen. Het Europees kampioenschap van 2000 ligt in de Scheldestad nog bijzonder vers in het geheugen. Door een gebrek aan durf en daadkracht zag Antwerpen het spektakelstuk aan zijn neus voorbijgaan. Een fiasco dat niemand een tweede keer op zijn geweten wil hebben.

Door Jeroen Verelst

Toen België en Nederland het Europees kampioenschap voetbal in 2000 toegewezen kregen, gingen in Antwerpen meteen stemmen op om als gaststad te fungeren. Tussen droom en daad stond echter één gigantisch praktisch bezwaar: het gebrek aan een deftig voetbalstadion. De sportinfrastructuur in Antwerpen was begin de jaren negentig een complete ramp. Het Bosuilstadion van eersteklasser Antwerp was tot op de draad versleten, en kon en mocht in de loop der jaren steeds minder toeschouwers toelaten. Het Olympisch Stadion van het zieltogende Beerschot was er zo mogelijk nog erger aan toe.

Maar Eddy Wauters, gehaaid bankier en voorzitter van Antwerp, broedde op een plan. In april 1995 schrijft hij een brief aan het Antwerpse stadsbestuur. Wauters wil op de gronden van de Bosuil een gloednieuwe voetbaltempel neerpoten. Het stadion zou betaald worden door een PPS-constructie (publiek-private samenwerking), al was er anno '95 van die term nog lang geen sprake.

In het plan van Wauters zou het zogenaamde Eurostadion de thuishaven worden van twee fusieclubs. Antwerp en Germinal Ekeren zouden samensmelten, Beerschot en Berchem moesten samen de tweede Antwerpse trots vormen. Het voorstel van Wauters was weldoordacht. Op die manier moesten aartsrivalen Antwerp en Beerschot niet fusioneren, maar het dure Eurostadion zou toch wekelijks benut worden. Antwerpen kwam plotseling, zij het voorzichtig, opnieuw in beeld als gaststad voor het Europees kampioenschap.

De stad had ondertussen een commissie in het leven geroepen die moest zoeken naar de geschikte locatie voor een nieuwe voetbaltempel. Het heeft nooit geboterd tussen Antwerp en de Antwerpse socialisten, het stadsbestuur stond absoluut niet te springen om het stamnummer één een nieuw stadion te bezorgen. Zelfs niet als dat stadion ook de andere clubs in de stad een forse injectie zou geven.

De commissie onderzoekt alternatieve locaties als het Straatsburgdok, wat havenschepen Leo Delwaide (VLD) niet zag zitten, de site van Petroleum-Zuid in Hoboken en het stadion van Berchem. Die sneuvelen echter een voor een. Uiteindelijk blijft er opnieuw één locatie over: de Bosuil.

Een streep door de rekening van het stadsbestuur, dat er niet in slaagt om de knoop door te hakken. Die besluiteloosheid heeft verregaande gevolgen. In januari 1996 beslist Antwerpen definitief om zich geen kandidaat te stellen voor het Europees Kampioenschap. De Scheldestad wil wel fungeren als locatie voor de loting van de groepswedstrijden. Een weinig tot de verbeelding sprekende troostprijs. Antwerp ziet de plannen voor een Eurostadion in rook opgaan.

Een ziedende voorzitter Wauters blijft echter niet bij de pakken zitten en trekt naar Brussel, naar de Vlaamse minister-president Luc Van den Brande. Redden wat er nog te redden valt. Het enthousiasme van Wauters werkt aanstekelijk, de Vlaamse regering zet het licht op groen om 2,5 miljoen euro in het Eurostadion te pompen. Dat bedrag wordt later, naarmate de plannen concreter worden, zelfs opgetrokken tot 6,25 miljoen euro. De Nationale Loterij doet er nog eens 1,75 miljoen euro bovenop. Wauters weet ook privé-investeerders achter zijn plannen te scharen. Als de stad nu nog meewil, maakt hij zich sterk dat Euro 2000 nog haalbaar is.

Het is inderdaad nog niet te laat. Het Belgisch-Nederlands organisatiecomité wil Antwerpen er graag bij, en laat weten dat de Scheldestad minstens twee groepswedstrijden mag herbergen. Op voorwaarde dat er een nieuw stadion staat, dat spreekt vanzelf.

Eind de jaren tachtig koesterde succescoach Georg Kessler ambitieuze plannen voor de Bosuil. Antwerp draaide mee aan de top van eerste klasse, en legde Anderlecht en KV Mechelen het vuur aan de schenen. Kessler geloofde rotsvast in een topclub, en meende dat die een stadion met allure moest hebben. De plannen van Kessler worden in 1996 opnieuw vanonder het stof gehaald, maar ze worden wel in een realistischer kleedje gegoten. Iedereen beseft dat een stadion voor 60.000 toeschouwers een utopie is, een dure utopie waar de investeerders gegarandeerd hun broek aan zouden scheuren.Wauters kruipt rond de tafel met een aantal projectontwikkelaars, en er komt een compromisvoorstel uit de bus. Antwerpen moest een eigen versie van de Amsterdam Arena krijgen. De thuishaven van Ajax, die tien jaar geleden nog volop in de steigers stond in de aanloop naar Euro 2000, telt 50.000 zitplaatsen. Het kleine Antwerpse broertje zou het stellen met 27.500 zitjes. Ruim voldoende voor de Antwerpse clubs, én voldoende om aan de eisen voor het Europees kampioenschap te beantwoorden.

Tot grote ergernis van Antwerp en de projectontwikkelaars achter het Eurostadion van Wauters flirt de stad nog even met Petroleum-Zuid, maar begin februari 1997 kiest het college dan toch voor de Bosuil als locatie voor de Antwerpse voetbaltempel. De stemming is optimistisch: de timing is strak, maar het stadion kan zonder al te veel problemen klaar zijn om de Europese toppers te ontvangen.

In het Antwerpse Provinciehuis kijken en luisteren een maandje later 80 prominente spelers uit het bedrijfsleven naar de plannen voor het Eurostadion. Het organisatiecomité van Euro 2000 slaat de zakenmensen om de oren met indrukwekkende cijfers. "Het Eurostadion zal 135 mensen een voltijdse job bezorgen, 1.950 mensen zullen tijdelijk aangeworven worden. Maar wat meer is: naast de 30.000 toeschouwers zullen anderhalf miljard televisiekijkers zich vergapen aan Euro 2000." Onbetaalbare publiciteit voor Antwerpen, om nog maar te zwijgen van de economische return voor de stad en de bedrijven op haar grondgebied.

Enige minpuntje die dag in het Provinciehuis: de belangstelling van politiek Antwerpen is aan de magere kant. Een indicatie? Het stadsbestuur schaarde zich dan wel achter het Eurostadion, maar blijft er wel een dubbelzinnige houding op nahouden. Zo maakt het van meet af aan duidelijk dat er uit de stadskas geen cent naar de nieuwe voetbaltempel zou vloeien. Ook de voorzichtige vraag van de projectontwikkelaars om een schuldverlichting voor Antwerp stuitte op een onverbiddelijk njet van sportschepen Gilbert Verstraelen (SP). "Alle lusten voor de stad, alle lasten voor ons", klinkt het lichtjes bitter op en rond de Bosuil.

Maar niet getreurd, Wauters tikt een Duitse investeerder op de kop. Otto International Leasing wil het Eurostadion helpen bouwen. De Duitsers vrezen wel dat een voetbalstadion an sich niet rendabel is. Ze willen net als in de Amsterdam Arena een combinatie voetbaltempel/evenementenhal. En net als in de Arena heeft zo'n stadion een uitschuifbaar dak nodig. Otto International Leasing is duidelijk: geen dak, geen geld.

Probleem: in de bouwvergunning die Antwerp in handen heeft, is geen sprake van een dak. De tijd begint ondertussen te dringen, want het organisatiecomité kan niet langer wachten om te beslissen in welke stadions Euro 2000 wordt beslecht. Antwerp sleutelt aan een nieuwe bouwaanvraag, deze keer voor een stadion met dak, maar krijgt die naar eigen zeggen onmogelijk klaargestoomd voor de deadline van het organisatiecomité verstrijkt. Er is echter geen man overboord: het organisatiecomité is bereid vrede te nemen met een intentieverklaring van het Antwerpse stadsbestuur om het licht op groen te zetten voor een overdekt stadion.

Burgemeester Leona Detiège (SP) en haar ploeg weigerden zo'n intentieverklaring echter te ondertekenen. De stad wilde helemaal geen overdekt stadion annex evenementenhal. Dat zou immers stevige concurrentie betekenen voor het Sportpaleis. Het toeval wil dat het Antwerpse provinciebestuur een jaar eerder eigenaar was geworden van het Sportpaleis.

24 april 1998 was een zwarte dag voor Antwerp én Antwerpen. Moegetergd door het Antwerpse geklungel maakt het organisatiecomité brutaal een einde aan de soap rond het Eurostadion. Geen Euro 2000 voor de Scheldestad. Een ramp voor Antwerp. De club was zelfs al begonnen met het slopen van een deel van het Bosuilstadion.

Eddy Wauters en Gilbert Verstraelen spelen de zwartepiet aan mekaar door. Verstraelen wijst erop dat Antwerp telkens op het allerlaatste moment met extra eisen op de proppen kwam en beschuldigt de Great Old in de pers van leugens en verbroken beloften. Wauters is dan weer woedend om het getalm en het gebrek aan medewerking van de stad, en vindt dat hij en zijn club voor de zoveelste keer geflikt zijn door de socialisten. Dat alleen havenschepen Delwaide vanuit het stadhuis een ultieme poging ondernam om een lans te breken voor Antwerpen als speelstad, bewijst voor Wauters genoeg.

Antwerp moet de kelk tot op de bodem ledigen. Het stamnummer één degradeert op het einde van het seizoen. De daaropvolgende seizoenen speelt Antwerp jojo. De club stijgt weer naar eerste, maar kan zich daar niet lang handhaven. Over twee weken begint Antwerp aan de competitie, voor het derde opeenvolgende jaar in tweede klasse. Tien jaar geleden werd hardop gedroomd van de top van eerste klasse en van internationaal voetbal op de Bosuil. De komende maanden komen de tegenstanders uit Hamme, Virton en Dessel.

Een jaar na het begraven van het Eurostadion kreeg Antwerp een nieuwe mokerslag te verwerken. Eeuwige rivaal Beerschot verrees uit zijn as, en kon dankzij Germinal opnieuw in eerste klasse voetballen. De 1,75 miljoen euro die de Nationale Loterij had gereserveerd voor de nieuwe thuishaven van Antwerp, werd nu aangewend om het Olympisch Stadion van Beerschot te renoveren. Bij de stad hadden ze plotseling wél centen toen de nieuwe fusieclub een stek nodig had.

Maar ook sportschepen Gilbert Verstraelen hield een kater over aan de mislukking van het Eurostadion. Niet enkel Wauters hield hem verantwoordelijk voor het missen van Euro 2000. Ook binnen zijn eigen partij werd hem dat zwaar aangerekend. Vernieuwer Patrick Janssens kwam, Verstraelen - nochtans even oud - werd bestempeld als een oude krokodil en kon een nieuw schepenmandaat vergeten.

In 2018 krijgt Antwerpen mogelijk een herkansing. De voetbalbond wil over twaalf jaar het wereldkampioenschap naar België en Nederland halen. Senator Alain Courtois (MR), voorzitter van het organisatiecomité in 2000, meent dat die ambitie haalbaar is. De verschillende deelregeringen in ons land scharen zich achter de kandidatuur.

Antwerps VLD-schepen Ludo Van Campenhout (VLD) was als kabinetschef van Delwaide nauw betrokken bij het Eurostadiondossier, en blikt in een in september te verschijnen boek terug op het mis lopen van Euro 2000. Van Campenhout acht de tijd rijp om de kater weg te spoelen. "Antwerpen moet een voortrekkersrol spelen om het WK in 2018 naar de Lage Landen te halen. We zijn de meest Nederlandse stad van België, die rol is ons op het lijf geschreven."

Zowel VLD als sp.a zijn gewonnen voor het idee om tijdens de volgende legislatuur een nieuw voetbalstadion te realiseren. Als het van Van Campenhout afhangt, kan die tempel er nog altijd op de Bosuil komen. "Waarom niet? Het was tien jaar geleden de beste locatie, en het blijft een absolute toplocatie. Zo krijgt Antwerp misschien alsnog een Eurostadion."

Antwerpen moet een voortrekkersrol spelen om het WK in 2018 naar de Lage Landen te halen. We zijn immers de meest Nederlandse stad van België