Direct naar artikelinhoud

'Vergeet de babyprik niet'

Bovenstaande boodschap zullen kersverse ouders via een website en een nieuwe folder krijgen. Want nu moeders steeds sneller het ziekenhuis verlaten, dreigen ze de hielprik, die ziektes opspoort, weleens te vergeten.

Concreet zullen ouders die de kraamafdeling al vroeger dan de derde dag na de bevalling verlaten, een folder en het kaartje voor de bloedafname mee naar huis krijgen.

"Er zal zelfs worden bekeken of er met de vroedvrouw aan huis meteen een afspraak voor de prik kan worden gemaakt", zegt professor François Eyskens, hoofd van de afdeling zeldzame stofwisselingsziekten bij kinderen in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. "Op die manier hopen we het percentage van de bloedafname hoog te houden."

Zowat alle baby's die in Vlaanderen geboren worden - officieel 99,8 procent - krijgen in de eerste dagen na de bevalling een prikje waarmee elf zeldzame ziektes kunnen worden opgespoord. Zo kan men via deze bloedafname al ernstige handicaps, chronische verwikkelingen of zelfs een overlijden vermijden. Mogelijk zal in de toekomst zelfs op mucoviscidose kunnen worden gescreend. De procedure stond vroeger bekend als de 'hielprik', maar gebeurt nu meestal via de hand van de baby.

Hectisch

Doorgaans gebeurt de babyprik in het ziekenhuis, aangezien de bloedafname ten vroegste 72 uur en niet later dan 96 uur na de bevalling moet plaatsvinden.

"Maar de kraamperiode in een ziekenhuis wordt steeds korter, waardoor heel wat kersverse moeders al twee of drie dagen na de bevalling naar huis gaan", zegt minister van Volksgezondheid Jo Vandeurzen (CD&V). "Daardoor moet de babyprik vaker thuis gebeuren. Voor nieuwbakken ouders zijn de eerste dagen na een geboorte heel hectisch, zeker wanneer ze thuiskomen. Om te vermijden dat ze de babyprik vergeten, starten we een sensibiliseringscampagne met een nieuwe folder en een website."

Op bevolkingsonderzoek.be kunnen ouders en zorgverstrekkers ook meer informatie vinden over de babyprik en de elf ziektes die hij opspoort. "Voor artsen is de website ook meer dan welkom, want vaak zijn ze niet vertrouwd met deze weinig voorkomende ziektes", zegt professor Eyskens nog. "Daardoor kunnen ze de getroffen ouders maar weinig informatie geven. Op de site vinden ze meer informatie over het verloop en de behandeling van de ziektes."