Direct naar artikelinhoud

De zesdaagse bloedt

In het Gentse Kuipke zijn de tickets vrijwel uitverkocht. Straf, want overal elders in Europa dreigen de zesdaagses kopje onder te gaan. Verdwijnt de oudste wielerdiscipline straks helemaal?

135 jaar geleden, in 1878, werd in Londen de allereerste zesdaagse georganiseerd, toen nog een individuele wedstrijd. Het idee sloeg aan, waaide over naar Amerika en keerde kort voor de Eerste Wereldoorlog als koppelkoers terug naar Europa.

Duitsland nam van dan af het voortouw. De zesdaagses schoten er uit de grond: Berlijn, Bremen, Dortmund, Frankfurt, Hannover, Stuttgart. In nazi-Duitsland werden de races verboden wegens "verderfelijk", maar in de jaren 50 en 60 van de twintigste eeuw volgden de gouden jaren. De 'six' van München was de allergrootste: de wedstrijd was een jaar op voorhand uitverkocht. Alle grote sterren van het wegrennen deden mee: Van Steenbergen, Van Looy, Koblet, Altig, later ook Merckx, Moser en Raas.

Een groot contrast met vandaag: het zesdaagsepeloton bestaat nu bijna volledig uit specialisten. De grote namen van de weg doen niet meer mee. "De meesten zijn niet meer geïnteresseerd omdat ze op de weg al genoeg verdienen", zegt Patrick Sercu, de meest succesvolle zesdaagserenner aller tijden.

De toppers die wel nog geïnteresseerd zijn, zijn ofwel onbetaalbaar - wie Cavendish aan de start wil, moest in het verleden meer dan 150.000 euro ophoesten (ter vergelijking: een 'gewone' renner kost 5.000 tot 7.500 euro) - ofwel mogen ze niet deelnemen van hun ploeg.

"Wat de reden ook is, het wegblijven van de vedetten, zorgt ervoor dat het publiek afhaakt", zegt Rob Discart, organisator in Gent. "Wij verkopen nog steeds goed, maar in Duitsland is de situatie zorgwekkend. Door de associatie met doping heeft het wielrennen er een heel negatief imago."

Met als gevolg dat de zesdaagsewereld enorme klappen krijgt. De organisatie in München was in 2007 nog de grootste in zijn soort, twee jaar later was ze failliet. Discart: "Je kunt niet zeggen dat de zesdaagsewereld bloeit, integendeel: ze bloedt."

Ook essentieel zijn de chronisch lage inkomsten uit tv-gelden. Een zesdaagsewedstrijd is ingewikkeld en daardoor moeilijk in beeld te brengen.

Lokale renners

Straf dat de Zesdaagse van Gent wel overeind blijft. Ook Berlijn en Rotterdam doen het nog redelijk, maar Gent is hét succesverhaal van de jongste tien jaar. Ook deze editie zullen zo'n 40.000 toeschouwers hun weg vinden naar het Kuipke.

Discart ziet twee redenen waarom Gent standhoudt. "Allereerst is er de aanwezigheid van sterke lokale renners. De traditie is begonnen met Sercu, daarna volgde Etienne De Wilde en Matthew Gilmore, nu zijn er Iljo Keisse, Kenny De Ketele, Gijs Van Hoecke en Jasper De Buyst. De fans kunnen zich vereenzelvigen met die jongens. Daarnaast is er het hoge sportieve niveau in Gent. De piste hier is de kortste in het circuit, wat voor heel snelle wedstrijden zorgt."