Direct naar artikelinhoud

Homo's en extreemrechts: gevaarlijke flirt

Een rondvraag van gay-datingapp Hornet leert dat een op de vijf Franse homo's volgende maand voor Marine Le Pen stemt. Extreemrechts in West-Europa flirt al jarenlang met de homobeweging, en dat lijkt electoraal te lonen. 'Maar maak u geen illusies: na de moslims zijn de homo's aan de beurt.'

"We verwelkomen bootladingen met illegalen, geven hen papieren, huizen en bijstandsuitkeringen. En dat allemaal ten koste van hardwerkende Fransen." Aan het woord is niet Front National-voorzitster Marine Le Pen, maar Matthieu Chartraire. We schrijven januari 2015, en Chartraire is als Mr Gay France net verkozen tot knapste homoseksueel van Frankrijk. In zijn overwinningsinterview met het Franse homoblad Têtu bekent Chartraire, die je op Google Images voornamelijk zonder T-shirt vindt, dat hij op het eurosceptische en islamkritische Front National stemt.

Hij is lang niet de enige. Uit een enquête bij 3.200 homomannen van datingapp Hornet blijkt dat een op de vijf voor Le Pen gaat stemmen tijdens de eerste ronde van de Franse presidentsverkiezingen, volgende maand. "In werkelijkheid zou dat percentage nog hoger kunnen liggen", zegt Dave Sinardet, professor in de politieke wetenschappen. "Volgens onderzoek van het gezaghebbende Sciences Po heeft in 2015, tijdens de Franse regionale verkiezingen, 32,45 procent van de homoseksuele koppels voor het FN gestemd, tegenover 29,98 procent van de heterokoppels."

Opmerkelijk, want Le Pen komt niet expliciet op voor de rechten van homoseksuelen. Integendeel, punt 87 van het Front National-kiesprogramma stelt dat het homohuwelijk moet worden teruggeschroefd. Als het zover komt, zouden homokoppels het opnieuw moeten stellen met een samenlevingscontract zoals dat van 1999 tot 2013 in Frankrijk bestond.

Martelaar

Strooit extreemrechts een deel van de Franse homo's zand in de ogen? Didier Lestrade, Frans homoactivist en auteur van Waarom homomannen verrechtsen: "Het Front van Marine Le Pen is niet dat van haar vader Jean-Marie, die homoseksualiteit onder meer een 'biologische en sociale afwijking' noemde. Sinds het vertrek van die laatste probeert Le Pen naar de buitenwereld toe schoon schip te maken. Zo is haar rechterhand, Florian Philippot, openlijk homoseksueel, net als heel wat FN-kaderleden. Le Pen wil zo een signaal sturen: homo's, jullie hebben een plaats binnen onze partij."

Homo's zijn niet ongevoelig voor die lokroep. "Velen zijn ontgoocheld over de manier waarop de PS van president Hollande het homohuwelijk er heeft doorgeloodst", meent Lestrade. "Drie maanden lang waren er straatprotesten en in plaats van de wet vurig te verdedigen, deden de socialisten niets. In homobars werd het dan ook niet uitbundig gevierd, de sfeer was eerder gelaten. Sommigen denken nu: 'Waarom eens niet voor het Front gaan? Laten we provoceren. Als puntje bij paaltje komt, zal Le Pen het homohuwelijk toch ongemoeid laten'."

"Daarnaast, en belangrijker", zegt de auteur, "biedt het FN in de ogen van heel wat homo's een veilige plek voor hen, met hun zorgen over immigratie. In homobars zie je mensen die niet langer bang zijn om opinies te ventileren die heel lang onderdrukt zijn in de gemeenschap. Er is een taboe gesneuveld. Le Pen heeft hun angst verwoord door moslims te hekelen als een bedreiging voor de Franse normen en waarden, zoals dus de emancipatie van homoseksuelen."

Die strategie - de 'achterlijke' islam als een reactionaire bedreiging op de hardverworven progressieve waarden van West-Europa voorstellen - heeft Le Pen niet zelf uitgedokterd. Daarvoor heeft ze leentjebuur gespeeld in Nederland.

"Of ik Marokkanen ken, mevrouw? Ik neuk ze." Aan het begin van het vorige decennium zette een dandyeske homo de Nederlandse politiek op stelten. Pim Fortuyn sprak openlijk over zijn homoseksualiteit, vertelde over cruisen in het park, en stak niet onder stoelen of banken dat hij zijn levensstijl en identiteit bedreigd zag door moslims uit een "agrarische" cultuur. Hoewel hij het op seksueel vlak uitstekend met Marokkaanse jongens kon vinden, beschouwde hij migranten uit islamitische landen als een persoonlijke bedreiging.

"Openlijk en trots uitkomen voor zijn seksuele voorkeur heeft zijn conservatisme een progressieve lading gegeven. Fortuyn begreep dat als geen ander", zegt Paul Mepschen, docent sociale antropologie aan de universiteit van Leiden en auteur van F-boek: De homo's en de beschavingsoorlog. Fortuyn bewees dat het winnende argument voor Europees extreemrechts geen religieus conservatisme is naar Amerikaans model, maar wel een stroming die onze seculiere, progressieve cultuur tegen de bedreiging van immigratie verdedigt.

Fortuyn kon met Lijst Pim Fortuyn een populistisch platform creëren vol beloftes over vrijheid, omdat hij deel uitmaakte van een minderheid die in de westerse wereld vecht voor emancipatie. Fortuyn schoot naar boven in de peilingen, de andere partijen stonden erbij en keken ernaar. Niets leek een grote entree in de Tweede Kamer te kunnen verhinderen, maar uiteindelijk zou Fortuyn nooit minister-president worden. Op 6 mei 2002 werd hij vermoord door de links-radicale milieuactivist Volkert van der Graaf.

Toch kun je stellen dat de impact van Fortuyn op de hedendaagse Europese politiek gigantisch was. Mepschen: "Hoe de politicus homo-emancipatie verbond met een politiek discours dat gericht is op het legitimeren van een schaamteloos geloof in de westerse superioriteit, is een inspiratie gebleken voor een nieuwe generatie van extreemrechtse politici in West-Europa."

Le Pen gebruikt de Fortuyn-template. Geert Wilders inspireert zich al jaren op zijn voorganger. Zo verklaarde de PVV-politicus tijdens de recente Nederlandse kiescampagne meermaals dat "moslims ons 'tolerante' Nederland kapotmaken en daarmee 'onze homo's' bedreigen". Ook Zweedse, Oostenrijkse en Deense politici die zich uiterst rechts in het politieke spectrum bevinden, kopiëren het electorale succesrecept.

Ideeën van tolerantie en antidiscriminatie worden dus door extreemrechts overgenomen. "Homo-emancipatie verwordt steeds meer tot een cultureel conflict tussen homotolerante 'autochtonen' en homofobe 'allochtonen', in plaats van een strijd voor seksuele hervorming in bredere zin", zegt Mepschen.

Modeverschijnsel

Extreemrechts in ons land blijft niet achter. Ook Vlaams Belang werpt zich plots op als verdediger van holebi's, die moeten worden beschermd tegen de islamisering. Op gezette tijdstippen - zoals op een debatavond georganiseerd door deze krant eerder dit jaar - benadrukt Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken dat we geen toegevingen mogen doen als het gaat om de aanvaarding van homoseksualiteit in onze samenleving.

"Ook Vlaams Belang koppelt een islamkritisch discours steeds vaker aan de verdediging van enkele liberale waarden", zegt professor Dave Sinardet. "Maar dat heeft meer te maken met het bekritiseren van de islam dan met een liberale overtuiging ten gronde. Politici als Dewinter en Annemans schreeuwen: 'Moslims respecteren onze waarden niet'. Wanneer je vraagt welke waarden, antwoorden ze: 'De man-vrouwgelijkheid en homorechten'. Maar dat zijn waarden die ze jarenlang zelf hebben bestreden."

Vlaams Belang klaagt de homohaat binnen de islam aan, terwijl de partij en haar kopstukken de grootste moeite hebben gehad met homoseksualiteit, en het wegzetten als een 'onvolgroeide vorm van seksualiteit'. Waar is de tijd dat ex-Vlaams Belang-politica Alexandra Colen de Gay Pride vergeleek met nazipropaganda, en verkondigde dat homoseksualiteit wordt veroorzaakt door een tekort aan vrouwen op de huwelijksmarkt? Of dat Filip Dewinter voor de verkiezingen in 2014 op Radio 2 verkondigde dat homoseksualiteit een modeverschijnsel is?

"Nu verdedigen Van Grieken en co. dus te pas en te onpas homoseksualiteit in hun speeches, maar het staat vast dat het trackrecord van de partij in het goedkeuren van pro-holebiwetsvoorstellen bijzonder mager oogt", zegt Bruno De Lille, volksvertegenwoordiger voor Groen en homo. Vlaams Belang heeft tegen het homohuwelijk (2002) gestemd, net als tegen de openstelling van adoptie (2006) en ouderschap voor meemoeders (2014). "Ik vind dat een kind recht heeft op een vader en een moeder. Ik zeg niet dat homokoppels slechte ouders zouden zijn. Maar je moet uitgaan van het belang van het kind", zei Van Grieken daarover in een interview met De Zondag.

"De partij blijft zwaar met homoseksualiteit worstelen, maar beseft wel dat de maatschappij geëvolueerd is. Ze houdt geen scheldtirades meer. Dewinter en Annemans verklaarden zelfs dat ze vandaag wel voor het homohuwelijk zouden stemmen", zegt Sinardet. "Ik zeg soms om te lachen: 'Homo's mogen de moslims dankbaar zijn'. Politici die de moslims van zich weg willen duwen, omarmen van de weeromstuit plots holebi's en hun rechten. Zonder het migratiedebat zou dat wellicht anders zijn geweest."

"Vlaams Belang zet groepen - niet-moslims en moslims - tegenover elkaar. Om toegelaten te worden tot de 'wij'-groep moet je de normen en waarden van die 'wij-groep' volledig omhelzen", vervolgt De Lille. "Zo drijft men de situatie op de spits. Als het aanvaarden van homoseksualiteit bepalend wordt om iemand als 'geïntegreerd' te beschouwen, dan krijgen de holebi's en transgenders ongevraagd een rol die heel gevaarlijk kan zijn. Want wie niet toegelaten wordt of zich wil afzetten tegen die samenleving, komt dan misschien heel makkelijk in de verleiding om dat te doen door wat homo's, lesbiennes of transgenders aan te pakken."

Valse remedies

Het blijft opvallend hoe de homo op het publieke en politieke toneel in enkele jaren tijd een enorme transformatie heeft doorgemaakt. "Van een outsider die in de jaren 80 nog bekogeld werd, naar een insider die symbool staat voor moderniteit en beschaving", zegt Paul Mepschen. "In de wetenschap spreken we in die context over homonationalisme, een begrip ontwikkeld door de Amerikaanse queerdenker Jasbir Puar."

"Zoals gezegd was dat niet altijd zo", vervolgt hij. "Historisch werden homo's in nationalistische ideologieën als een bedreiging voor de natie aanzien, een perverse groep die afgeschermd moest worden zodat de natie ten volle kon bloeien. Met de opkomst van het nationalisme en de moderne natiestaat aan het einde van de achttiende en het begin van de negentiende eeuw zag je de opkomst van het moderne kerngezin. De man werkte buitenshuis en de vrouw zorgde voor de opvoeding van de kinderen. Homoseksuelen symboliseerden seksuele verwarring, en net als masturbatie en prostitutie werd homoseksualiteit geassocieerd met een voor de natie bedreigend verlies aan controle. Daarom werd homoseksueel gedrag 'behandeld' en bestraft."

Terwijl homoseksuelen in dit oude nationalisme onderdrukt werden, mobiliseert het 'nieuwe' nationalisme in Noord-West-Europa homorechten juist als bron van een nationale identiteit, meent Mepschen. "Homorechten zijn een symbool geworden van het nationalisme van vandaag: een centraal aspect van de nationale identiteit, en de lakmoesproef van een geslaagde integratie en nationale loyaliteit."

"Homoseksualiteit en de islam worden in dit 'nieuwe' nationalisme voorgesteld als scherp afgebakende, homogene culturen, en ze worden bovendien recht tegenover elkaar gezet", concludeert Mepschen.

Een deel van de homo's gaat in dat wij-zijverhaal mee. Veroorzaakt door het sterke individualisme gaan ze zich minder of niet meer associëren met de homobeweging en meegaan met de angst voor moslims, aangevuurd door extreemrechts. Maar is die angst gerechtvaardigd? "Er bestaat een probleem, dat mogen we niet ontkennen. Daardoor treedt wel degelijk een zekere verrechtsing op", zegt Sinardet. "Een paar rechtse partijen spelen in op die homohaat en worden zo gezien als redders in nood. Bij heel wat kiezers zou zo de indruk kunnen ontstaan dat rechtse partijen die vroeger tegen homorechten waren, nu beter hun belangen verdedigen."

Groen-politicus De Lille: "Af en toe worden holebi's geconfronteerd met agressie in het uitgaansleven, en dan lijkt het alsof het altijd dezelfde groep is. Partijen die luid roepen dat hiervoor een snelle en makkelijke oplossing bestaat, winnen dan. Ook al zijn het valse remedies."

Uit een studie van de Universiteit van Amsterdam blijkt dat bij homofoob geweld Marokkanen oververtegenwoordigd zijn, maar het onderzoek toonde ook aan dat Turken ondervertegenwoordigd zijn, en minder geneigd zijn om misdaden te plegen dan Nederlanders zonder migratieachtergrond. Religie was dus niet noodzakelijk het probleem, concludeerden de onderzoekers, maar eerder een "straatcultuur", specifiek gelinkt aan jonge Marokkaanse mannen, die "hypermasculien" gedrag versterkt. "Het is niet zo dat wie er negatief tegenover staat, zich per se ook agressief gedraagt", zegt De Lille. "Dat is veralgemenen. Iemand die vragen heeft over homoseksualiteit, gedraagt zich niet per definitie negatief. Ook al zou een dame met hoofddoek negatief tegenover homoseksualiteit staan, dat betekent nog niet dat ze homo's gaat aanvallen."

En hoe om te gaan met homoseksuele moslims? Een uitdrukking van homoseksualiteit die niet goed past in het hedendaagse discours, dat homoseksuele en moslimidentiteit als tegenstrijdig neerzet. Bovendien is er geen oog voor ontwikkelingen als de komst van roze imams en de eerste homovriendelijke moskee in Parijs. "Ons verhaal blijft pas overeind als minderheidsgroepen elkaar ook gaan verdedigen", zegt De Lille. "Mensen als Dyab Abou Jahjah beginnen dat ook in te zien. Het is een gezamenlijke strijd: je vraagt het recht om anders te zijn dan de meerderheid. Islamitische homo's zijn aan het werken aan emancipatie, maar ze zeggen me: 'Het gaat stap voor stap vooruit, maar als we moeten vechten in onze eigen gemeenschap én in het LGBT-kamp, dan wordt het wel heel moeilijk'."

Geen paradijs

Politici in West-Europa benadrukken te pas en te onpas hun liefde voor de emancipatie van homo's. Ze zijn ongelooflijk trots op verwezenlijkingen als het homohuwelijk, adoptie door homokoppels en het verbod op discriminatie van holebi's en transgenders. Maar de praktijk is ontnuchterend. "Men doet alsof België een holebiparadijs is geworden. Mensen die dat graag geloven wil ik toch nog even meegeven dat een op de vier homo's hier al een zelfmoordpoging heeft ondernomen", zegt De Lille. "En als homoseksualiteit hier toch zo geaccepteerd is, waar blijft dan de eerste voetballer die uit de kast komt?"

Vaak wordt ook enkel de verdediging opgenomen van de 'goede of normale homo', die zich aanpast aan heteronormatieve waarden als monogamie en het huwelijk. De gemarginaliseerde 'slechte homo' die daarvan afwijkt, dat is een ander paar mouwen. "Zeker de nieuwe bekeerlingen ter rechterzijde bedoelen 'met homoseksualiteit verdedigen' vaak de brave, burgerlijke homoseksueel die op een hetero lijkt", zegt Sinardet.

"Partijen aan het rechtse uiterste van het politieke spectrum respecteren ons niet, maar tolereren ons", vervolgt De Lille. "Tolereren impliceert dat je je beter voelt dan iemand, en bijgevolg dat je die tolerantie zo kunt laten vallen. Ze verdedigen nu homo zijn, maar het moet toch discreet gebeuren. Twee kussende mannen: doe dat toch maar liefst achter gesloten deuren. De burgerlijke homo kan er nog net door, de rest niet."

Voor homo's die stemmen op extreemrechtse partijen heeft de Groen-politicus deze boodschap: "Denk alsjeblieft twee keer na, want jullie spelen met vuur. Het homonationalisme is een zeer oppervlakkig discours. Als puntje bij paaltje komt, zouden wij weleens het volgende slachtoffer kunnen zijn."