Direct naar artikelinhoud

Banksy ontmaskerd? Don't believe the hype

'Ik heb Banksy gevonden', post de New Yorkse dj Jon Henry op Twitter. De Britse guerillakunstenaar, die dezer dagen The Big Apple onveilig maakt, zou ontmaskerd zijn. Alweer.

Hij zat op de veewagen vol knuffeldieren die Banksy vorige week in de straten van New York losliet en Sirens of the Lambs doopte, sprak als enige met een Brits accent en gaf instructies aan de anderen. Dj Jon Henry is er zeker van: hij stond oog in oog met Banksy. Hij heeft de ongrijpbare schaduwkunstenaar bij de lurven. Een foto op Twitter, vergezeld van de triomfantelijke boodschap 'Ik heb Banksy gevonden', geldt als ultiem bewijsmateriaal.

Ironisch genoeg wijzen de mensen achter de website Gothamist, die Henry's bericht oppikten, een andere man op de foto aan als de Eeuwig Anonieme. Volgens hen is niet de man op de kar, maar die er links van, Banksy. Zij baseren zich op de foto die de fotograaf Peter Dean Rickards in 2004 online zette, toen Banksy in zijn thuisland Jamaica actief was. De gelijkenis is inderdaad treffend.

Nieuw is het 'Banksy ontmaskerd'-verhaal dus niet. Integendeel:it's getting old. De zoon van een slager, zelf slager in opleiding, bezitter van een gouden tand, bezitter van een zilveren tand, bezitter van een zilveren oorring, dik, mager: Banksy is het al allemaal geweest. Er circuleren ook namen: Robert Banks, Robin Gunningham, ...

Oprechtheid

Het enige wat zo goed als vaststaat: de guerillakunstenaar die overal ter wereld een spoor van gestencilde graffiti achterlaat, is geboren in Bristol en begon zijn artistieke carrière zo rond 1994. Alleen is niet duidelijk of hij deel uitmaakt van een collectief dat zich 'Banksy' laat noemen of als individuele kunstenaar opereert. Slechts een ding is zeker: Banksy beschouwt zijn anonimiteit als heilig. Al rijst ook daar opnieuw de twijfel. Hoe oprecht meent hij het?

Uiteraard kan het dat hij zijn identiteit in alle integriteit afschermt. Om de politie te slim af te zijn bijvoorbeeld, gezien zijn werk nog steeds flirt met de illegaliteit en zelfs door de New Yorkse burgemeester Michael Bloomberg vorige week als "vandalisme" werd omschreven. Het kan echter ook poëtischer. Misschien koestert de kunstenaar zijn anonimiteit wel omdat die hem in staat stelt beroemd te zijn zonder met de minder aangename kanten van de roem te moeten omgaan. Geen opdringerige fans, geen energievretende interviewsessies. Kortom: alle lusten, geen lasten.

Oprechtheid echter is bij schaduwkunstenaars als Banksy, die van ironie een levenshouding gemaakt hebben, een heikel begrip. Anonimiteit is een spel dat dient gespeeld. Immers: zo lang het spel gespeeld wordt, weet je je verzekerd van de interesse van het o zo wispelturige publiek. Het voedt de hype, die soms wel de kern van Banksy's kunstenaarsschap lijkt. Want: is het niet zoals Jonathan Jones in 2007 inThe Guardianschreef? "Er zit wat humor in Banksy's werk, wat intelligentie - en een enorme emmer stomende hype."

Slimme marketing

Uiteraard schuilt er een politieke, sociale of culturele boodschap achter werken als de trompe-l'oeil van een gat op de "veiligheidsmuur" in de Westelijke Jordaanoever of de opblaasbare pop van een gevangene op Guantanamo Bay in Disneyland. Alleen lijkt de hype, het spel belangrijker. Het is de ultieme ironie: door zijn identiteit krampachtig af te schermen, vestigt Banksy er alle aandacht op. Of: hoe een schimmenspel al eens verkeerd uitdraait.

Het tast zijn geloofwaardigheid aan, zo beweren criticasters. Niks belangrijkers voor eenstreet artistdan zijnstreet credibility? Het is de boodschap die een aantal New Yorkse anti-Banksy-woordvoerders uitdragen nu de kunstenaar in hun stad neerstreek en er dagelijks stunt. "Zijn werk is slim, maar slechts een stap verwijderd van slimme marketing", zegt de radio-dj Andrew Andrew inThe Guardian. Een groep street artists verspreidde ook pamfletten met daarop: "Bad Artists Imitate, Great Artists Get Really Really Rich". Getekend: 'CitiBanksy'.

Een steek onder water, die een ander pijnpunt blootlegt. Banksy immers is "really really rich". Beroemdheden als Brad Pitt en Christina Aguilera tellen bedragen met drie nullen neer voor zijn werk. Bovendien stelt hij tentoon in galeries, geeft hij boeken uit en heeft hij een manager die als een pitbull over zijn imago waakt. Niet ergstreetwiseallemaal. En dodelijk voor antikapitalistische 'kunstwerken' als de schoenenpoetser die hij de New Yorkse straten opstuurde om de schoenen van de McDonald's-clown een beurt te geven.

Al te makkelijke kritiek? Dat kan. In een zeldzaam interview metThe New Yorkerin 2007 pareerde Banksy de criticasters al. "Mensen zeggen dat ik mijn ziel voor geld heb verkocht, maar ik geef duizenden kunstwerken gratis weg, wat willen ze nog meer? Het geld dat mijn werk me dezer dagen opbrengt, maakt me wat ongemakkelijk, maar dat probleem is simpel te verhelpen: je stopt met zeuren en geeft het allemaal weg. Je kan geen kunst maken over de armoede in de wereld en dan teren op het geld dat je ermee verdient. Dat is te ironisch, zelfs voor mij."