Direct naar artikelinhoud

Geachte heer Goossens, Beste Carry,

Elke week op deze plaats: onze tv-watcher schrijft een brief aan een schermfiguur en tipt dé programma's van de week, zoals: een monumentale docu over Woody Allen (Arte), het prijzenpakkende vijfde seizoen van Game of Thrones (2BE) en de reportagereeks Ten oorlog (Eén).

Dat ik in de bijna tien jaar dat deze rubriek bestaat nooit zelfs maar overwogen heb je te schrijven, mag gerust een regelrechte schande worden genoemd. Ik geef eerlijk toe - niets menselijks is mij vreemd - dat er schermgezichten zijn waar ik liever geen tijd en woorden aan verspil, maar in jouw geval heeft het niets met opzet of kwaadwilligheid te maken. Ik was je stomweg vergeten. Alsof je niet bestond, heb ik je al die jaren onbewust over het kale hoofd gezien. Net niet belangrijk genoeg misschien, of gewoon te vanzelfsprekend geworden, zoals de bijna stuk gelegen bank die je pas begint te missen zodra ze naar de kringloopwinkel is gebracht.

Het was mijn oude moeder, nota bene een notoire tv-leek, die de ban brak door me attent te maken op "die vriendelijke kletskop" die aan het eind van elke aflevering van T een potje schaakt met de bizarre professor. Tot mijn verbazing omschreef ze je als een "interessante acteur", en werd daarin volmondig bijgetreden door poetsvrouw Rita, die net de Kampioenen-film Jubilee general had gezien, en nog geen enkele herhaling van de serie heeft gemist.

Hoewel ik in deze dagen van aanslagen en terreurdreiging eerder een brief aan een 'serieus' nieuwsanker in gedachten had, laat ik je met plezier voorgaan, Carry. Humor moet kunnen. Zeker in tijden van angst. Dany Verstraeten, Annelies Van Herck, Stef Wauters of de veelgeplaagde Bart Schols zullen dus wat langer op post moeten wachten. Want, voor ik je opnieuw vergeet, wil ik eindelijk de gepaste eer bewijzen aan een vakman die het al ruim dertig jaar meer van een doorgedreven aanwezigheidspolitiek, dan van spraakmakende glansrollen moet hebben. Meer de betrouwbare tweede viool die het orkest in de maat doet spelen, dan een begenadigd solist.

Wellicht daarom heb ik je lang als een onetrickpony beschouwd. Een niet overmatig getalenteerde leverancier van doorgaans bedenkelijke comic relief, die als meid voor alle werk al blij mocht zijn met een plekje in de schaduw van beroemde(re) collega's als Gaston & Leo of Jacques Vermeire. Hoewel je me eerder een opportunistische supporter dan een diehardfan mag noemen, is mijn bewondering voor je moed en doorzettingsvermogen altijd groot en oprecht geweest.

Het is immers niet iedereen gegeven om zo lang overeind te blijven in een wereldje waar schoonheid nooit vanbinnen zit, maar uiterlijke schijn als hoogste goed wordt beschouwd. En al zeker niet voor een door de natuur niet overmatig met looks toebedeelde anonieme Mechelse Edgar, die na een moeilijke jeugd, en een job bij een reclamebureau, onder de meer welluidende roepnaam Carry moedig aan een toekomst als acteur begon te timmeren.

Na jaren van zwarte sneeuw bij het Reizend Volkstheater, met vallen en opstaan gepantserd tegen een onzeker artiestenbestaan, alvorens landelijke bekendheid te verwerven als trainer van de stunteligste en populairste caféploeg die Vlaanderen ooit heeft gekend. Vier jaar lang de onder een potsierlijk hoedje schuilende sloef Oscar - "bewegen, mannekes, bewegen!"- Crucke. Mijn belangstelling voor die tot op de draad versleten verzameling karikaturen en hun voorspelbare misverstanden mag dan in de loop der jaren tot ver onder het nulpunt zijn gezakt, ooit was ik een volbloed fan van Boma, Xavier, Pascalleke, Carmen, Bieke, Marckse et les autres. Een vrolijke groep middelmatige acteurs, bereid om zich in ruil voor werkzekerheid levenslang door één personage te laten gijzelen.

Ook jij leek gedoemd om voor eeuwig en drie dagen de onnozele Oscar Crucke te blijven. Tot je op wonderlijke wijze door VTM werd 'weggetoverd', om te tonen dat je meer te bieden had dan het routineus serveren van dagschotels en belegen toogpraat. Ik vond je indrukwekkend als de wat zielige volksfiguur Jef, die in het fijne Lili en Marleen gestalte gaf aan een schlemielige artiest-fantaisist. Opnieuw een deerniswekkende 'simpelaar', maar dit keer eentje die met een lach en een traan wél tot de verbeelding sprak. Zo leerde ik je waarderen als een verdienstelijke acteur die af en toe verrassend boven zichzelf uit wist te stijgen.

Ik was dan ook diep geschokt toen je na vijftien jaar trouwe dienst kil per brief de Medialaan werd uitgestuurd en met de serie ook je exclusiviteitscontract werd stopgezet. Harteloos weggesaneerd, en andermaal overgeleverd aan een grillige freelancemarkt die niet echt op volrijpe oudgedienden zit te wachten. Dat je toen weigerde de handdoek te werpen heeft mijn respect enkel groter gemaakt voor de veteraan van vele oorlogen, die overtuigend bewees dat volharding soms nuttiger kan zijn dan talent.

Jij kent mij niet. Ik jou wel. In het Fakkeltheater was ik er ooit getuige van hoe je een, ik wik mijn woorden, niet geheel geslaagde poging ondernam om als Richard Bucket het briljante Keeping Up Appearances met een Vlaams sausje te overgieten. En daarbij vooral duidelijk maakte dat goede bedoelingen niet altijd volstaan om de 'schone schijn' op te houden. Vorige zomer heb ik tijdens de Gentse Feesten zelfs even je toorn gewekt door per abuis halverwege de voorstelling en zonder te betalen binnen te vallen op je Cowboy Conference. Een bonte westernavond waarin je met een indrukwekkende stetson op je karakterkop banjogewijs je liefde voor het Wilde Westen beleed.

Bij deze wil ik me graag excuseren voor de overlast, en beloof ik als wiedergutmachung plechtig weg te blijven als je nog eens met je circus in de buurt komt. Ik zie je toch veel liever bezig op het scherm. Verrassend sterk als de verstrooide en begrijpende decaan in T. Hilarisch als de onbehouwen meestergast met de losse handjes Frakke in Zonen van Van As: met voorsprong de sympathiekste Vlaamse fictiereeks van de voorbije jaren. Binnenkort in een dragende rol te bewonderen in Cordon, en momenteel samen met Jacques Vermeire dé absolute trekpleister van de records brekende tweede Kampioenen-film.

Niet slecht voor een te vroeg afgeschreven 'oude knar' en toffe peer die koppig het prepensioen weigerde, en zo een nieuwe dimensie gaf aan een lange, en, ondanks alle ballast, toch behoorlijk indrukwekkende carrière. Ik wens je nog veel mooie rollen toe en hoop vooral dat je je tussen gezin en paarden nog lang een gelukkige cowboy mag wanen op je Wachtebeekse ranch. Goed bezig Carry. 'Carry on...'

Met vriendelijke groeten,

Je vriend Jules