Direct naar artikelinhoud

Europa blijft aan de zijlijn staan

Hoe meer raketten over en weer vliegen tussen Israël en Gaza, hoe nietszeggender de verklaringen van de EU worden. 'Tijdens crisismomenten belandt Europa aan de zijlijn', zegt experte Deborah Casalin. 'Israël beschouwt de Europese Unie niet als een volwaardige politieke speler.'

Hoewel de Israëlische bombardementen op Gaza al meer dan tachtig dodelijke slachtoffers maakten, blijven Europese regeringen erg abstracte standaardverklaringen de wereld insturen die vooral de indruk wekken dat de EU achter de feiten aanholt. Op een dag dat Israëlische straaljagers gebouwen in Gaza bestoken en Hamas tientallen raketten afvuurt, roept Belgisch Buitenlandminister Didier Reynders op "tot terughoudendheid". Ook Catherine Ashton, EU-Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Aangelegenheden dringt aan op "een maximale terughoudendheid om gewonden te vermijden". Hoewel de situatie op het terrein escaleert, lijkt Europa deze nieuwe crisis niet bepaald als een urgentie te beschouwen. De Buitenlandministers zullen deze kwestie pas op 22 juli voor het eerst bespreken.

Tegelijk verdedigen zowat alle EU-lidstaten Israëls recht op zelfverdediging tegen de raketaanvallen van Hamas. Geen enkel Europees land vraagt Israël om disproportionele militaire represailles te vermijden.

"Telkens zich een escalatie tussen Israël en Palestijnse gewapende groepen voordoet, heb je hetzelfde fenomeen", zegt Deborah Casalin van Broederlijk Delen. "Europa belandt aan de zijlijn van het conflict, toont weinig ambitie om enig gewicht in de schaal te leggen en een aantal lidstaten schaart zich volmondig aan de zijde van Israël. Frankrijk en Groot-Brittannië bijvoorbeeld veroordelen in de eerste plaats de Hamasraketten en drukken openlijk hun steun uit voor premier Netanyahu en zijn regering. Londen roept niet eens op tot een staakt-het-vuren. Op die manier is het natuurlijk moeilijk om binnen de EU een eensgezind standpunt te vinden."

Internationaal recht

Casalin zegt dat de overgrote meerderheid van de EU-lidstaten tijdens zo'n crisis opvallend milder wordt voor Isräel. "Alle Europese regeringen benadrukken Israëls recht op zelfverdediging en hebben het plotseling niet meer over de plicht van Israël om als de facto bezettende macht de Palestijnse burgers te beschermen en het internationale humanitaire recht te respecteren. Europa wil zich vooral als trouwe bondgenoot van Israël opstellen. Het is opvallend: als er geen crisis aan de gang is, is Europa veel kritischer voor Israël." Casalin doelt onder meer op Europa's kritische houding ten aanzien van de bouw van nieuwe nederzettingen.

Ook Israëlkenner Ludo Abicht zegt dat Europa opvallend weinig ambitie heeft om tijdens een crisis een voortrekkersrol te spelen. "Een Amerikaans diplomaat vertelde me ooit: 'Europe is the payer, we are the player'. Daarmee wou hij zeggen dat Europa misschien wel de belangrijkste donor is voor ontwikkelingsprojecten in Palestina, maar verder geen rol van betekenis speelt. Ik heb met mijn ogen kunnen zien dat dit tot absurde situaties kan leiden. Zo werd een door Europa gefinancierde waterkrachtcentrale tijdens een Israëlisch bombardement vernietigd. Waarna Europa besliste om die centrale gewoon weer op te bouwen zonder bij de Israëli's te protesteren. Op diplomatiek vlak volgt Europa steevast de Amerikaanse koers. Zo beslisten de VS om de Israëlische blokkade van de Gazastrook te steunen en Europa deed mee."

Abicht zegt dat de Israëlische machthebbers Europa beschouwen als een softe speler. "Jammer, want Europa is ook voor Israël een economische grootmacht. Ons economische gewicht stelt ons in staat om een onafhankelijke politieke koers te varen. We zouden bijvoorbeeld makkelijk kunnen beslissen om ons verzet tegen de nederzettingen consequent door te trekken door geen producten uit die zones in te voeren." Abicht wijst er ook op dat Israëli's wel degelijk gevoelig zijn voor het Europees standpunt. "Uiteindelijk willen ze erg graag deel uitmaken van Europa."