Direct naar artikelinhoud

Kraken voor gevorderden

Bij Timelab toverden ze de oude Gentse bibliotheek om tot een creatief nest. Toestand doet met Allee du Kaai zowat hetzelfde in de Brusselse Maritiemwijk. Het tijdelijk inpalmen van ruimte binnen de stad zit in de lift.

Moestuintjes, kunstenaarsateliers, een skatepark, picknickbanken en sinds kort ook een klimmuur. Een opsomming die meteen duidelijk maakt dat Allee du Kaai, een tijdelijk project langs de Havenlaan in Brussel, een plek is waar (bijna) alles kan en iedereen welkom is. Een missionstatement vergelijkbaar met dat van NEST, het project dat van de oude bibliotheek aan het Gentse Zuid de komende maanden een pleisterplaats moet maken voor creatieve pop-ups, startende bedrijfjes en allerhande evenementen.

Evi Swinnen, coördinator van het Gentse Timelab, is relatief nieuw in de wereld van de tijdelijke invulling, zoals dit soort projecten in vaktermen heet. Voor Pepijn Kennis van de Brusselse vzw Toestand is het zoeken naar een manier om iets meer te doen met onderbenutte ruimte in de stad al een aantal jaar een fulltime bezigheid. Maar ze denken over veel zaken hetzelfde.

Succesformule

Kennis: "Op Allee du Kaai hebben we artiesten, buurtbewoners die de moestuintjes onderhouden, sans-papiers die komen koken, maar ook skaters, mensen met een verleden in de psychiatrie en jongeren uit Molenbeek. Dit is een van de weinige projecten in Brussel die erin slagen om zo veel verschillende doelgroepen samen te brengen. Tot een aantal jaar geleden dachten overheden dat ze daar via culturele centra en buurthuizen ook in zouden slagen. Maar waar zij niet in zijn geslaagd, lukt hier wel. "

Swinnen: "Het is een kwestie van luisteren naar de noden van de mensen in de buurt. Wij geven ruimte en zien achteraf wel wat daar van komt. Voor een overheid is dat anders. Er wordt gewerkt met belastinggeld en dus moet er een bepaald doel worden bereikt. Bij ons NEST zit er veel minder druk op het resultaat. Die manier van werken was wel even aanpassen.

"Afwachten en zien wat er op je afkomt klinkt makkelijker dan het is. En het betekent ook dat je bij een project als de Gentse bibliotheek niet kunt zeggen: 'Dit is ons ideaalplaatje. Zo gaan we het doen.' Ook al zou je proberen er bepaalde dingen door te drukken, dan nog draait het altijd anders uit."

De moeilijkste weg

Kennis: "Toen we hier in 2014 zijn gestart, pakten we Allee du Kaai aan zoals onze eerdere projecten: met een paar vrienden die net als wij vooral tot de blanke, jonge middenklasse van Brussel behoren. We zijn begonnen met het uitzenden van de matchen van het WK voetbal op een groot scherm. De eerste keer kwam daar 300 man op af, de tweede keer 400 en algauw waren dat er 600. Waren we dat blijven doen, dan was de Kaai heel snel een hippe plek geworden, maar dat was niet wat ze in deze buurt nodig hadden. Het moest een plek worden waar alle initiatieven uit de Maritiem- en de Noordwijk een plaats konden vinden. En dus zijn we gaan inspelen op hun behoeften. Ook al was het vanuit economisch oogpunt verstandiger - en vanuit beheersstandpunt veel makkelijker - om die gegoede blanke Brusselaars binnen te halen. Net daarom is het belangrijk dat een overheid in dit soort projecten investeert. Zo kunnen we het ons permitteren om te zeggen: 'We hebben die blanke middenklasse niet nodig'.

Swinnen: "Die middelen geven je ook de tijd om uit te zoeken hoe je die verschillende doelgroepen kunt bereiken. Dat is in tijden als deze belangrijker dan ooit. Van een steeds groter deel van onze samenleving weten we vaak niet meer wat hen bezighoudt en hoe we connectie kunnen maken. Om daar verandering in te brengen, heb je tijd en speelruimte nodig."

Resultaten

Swinnen: "Tijdelijke invulling wordt nu nog vaak gezien als een zandbak voor volwassen. De creatievelingen mogen er even in spelen, waarna de projectontwikkelaars overnemen voor het serieuze werk. Dat is een zware misvatting. Een brede groep van mensen die zonder hiërarchie met elkaar moeten zien samen te werken, daar komt heel wat kennis en structuur bij kijken. Dit soort projecten levert een schat aan kennis en ervaring op die we kunnen meenemen naar een volgend project en delen met andere organisaties."

Kennis: "Ook op netwerkniveau hebben projecten als de onze een impact. Binnen Allee du Kaai is een veertigtal organisaties actief. Ze zien elkaar dagelijks, leren elkaar kennen en bouwen op die manier hun eigen netwerk uit. Elk van die organisaties heeft hier ook de kans gekregen dingen uit te testen, hun werking te evalueren en scherp te stellen. De hoop is dat, als het hier ophoudt, ze een andere plek kunnen vinden om door te gaan. Zelf bieden we hen trouwens die kans door nieuwe projecten op te starten."

Werkpunten

Kennis: "Er is nog altijd veel werk aan het overtuigen van lokale overheden en het hen doen inzien dat zo'n tijdelijke plek echt wel een meerwaarde heeft. Al is er verbetering merkbaar. Steden hebben gezien dat dit soort projecten een positieve invloed kunnen hebben op het imago van een stad, terwijl ze vroeger liever ver weg bleven van een half kraakpand zoals het onze. Al houdt dat ook een gevaar in. Als je, zoals in Gent, een bibliotheek mag bezetten, dan verwacht de stad ook iets terug. Zo kom je via een achterpoortje toch weer in de strategieën van zo'n stadsbestuur terecht."

Swinnen: "Daar ligt voor ons als organisatoren een belangrijke rol. We moeten kritisch en autonoom blijven. Dat betekent niet dat je zo'n stadsbestuur tegen elke prijs buiten moet houden, maar je moet je wel bewust zijn van dat gevaar."

Kennis: "We zijn ook nog steeds op zoek naar een manier om tijdelijke invulling echt op de kaart te zetten als methodiek. We hebben door de jaren heen heel wat expertise opgebouwd en willen die ook delen, maar daar is amper tijd en geld voor. We hebben wel wat middelen gekregen in het kader van experimenteel jeugdwerk, maar als je hier de boel moet runnen, expertise wilt opbouwen en die dan ook nog gaat delen via lezingen of een boek, dan kom je er niet met die ene voltijdse kracht."

Swinnen: "De kennis die je tijdens dit soort projecten opbouwt, wordt echt ondergewaardeerd. Veel organisaties binnen het tijdelijke circuit zijn noodgedwongen vooral bezig met het blussen van brandjes en het garanderen van de veiligheid. Ze hebben niet de middelen om expertise op te bouwen en te delen. Zonder extra investeringen gaat al die kennis verloren. Daar laten we vandaag heel wat kansen liggen."