Direct naar artikelinhoud

Korps dat geen agenten uitleent, verliest geld

Lokale politiekorpsen die weigeren om manschappen aan hun federale collega's uit te lenen, riskeren minder geld te krijgen. Minister Jan Jambon (N-VA) wil zo bekomen dat elk korps zijn steentje bijdraagt, zeker in tijden van terreur en cipiersstakingen.

"De lasten moeten worden gedragen door een steeds kleiner aantal - maar vaak dezelfde - politieschouders", stelt minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) vast. De laatste maanden is er een grote vraag geweest aan de lokale korpsen om hun federale collega's bij te staan. Denk maar aan de terreurdreiging en de asielcrisis, maar ook aan de nu al acht weken lange staking in sommige gevangenissen.

De politie heeft daar een nationaal solidariteitsmechanisme voor, genaamd 'HyCap' (kort voor gehypothekeerde capaciteit). Het systeem is gecreëerd voor uitzonderlijke situaties waarbij een politiekorps meer mensen nodig heeft dan het zelf kan leveren. Jambon voorziet extra aanwervingen bij de politie, maar rekent ook meer op die reserve dan zijn voorgangers.

De wet schrijft voor dat die korpsen 1,2 à 1,5 procent van hun effectieven achter de hand moeten houden. "Geen abnormaal percentage", vindt N-VA-Kamerlid Koenraad Degroote. "Maar blijkbaar is er her en der toch onwil. In het zuiden van het land doet een aantal zones niet mee. Dat leidt tot ongenoegen bij West-Vlaamse korpsen." In de kustprovincie is dat reservepotje aan politiemensen nog maar voor een kwart gevuld, terwijl het in Waals-Brabant en in Brussel-Hoofdstad nog zo goed als vol is. De njets zorgen ook voor problemen op het terrein. Voor extra beveiliging op de luchthaven van Zaventem werden de voorbije weken soms twee externe secties gevraagd om bij te springen, maar kwam er maar één opdagen.

"De laatste weken heb ik vastgesteld dat sommige lokale zones het solidariteitsmechanisme op losse schroeven zetten door hun wettelijke verplichting tot uitvoering van bepaalde opdrachten van federale aard niet na te komen", beaamt Jambon. Hij laat de problematiek verder onderzoeken. Zo zijn er altijd redenen mogelijk waarom het voor een bepaalde zone moeilijk is om mankracht aan het federale niveau af te staan. Denk bijvoorbeeld aan het korps van Brussel-Hoofdstad, dat sinds de terreurdreiging zelf ook de handen meer dan vol heeft.

Jambon verwacht wel dat de lokale korpsen hun uiterste best doen om aan de federale vraag te voldoen. Daartoe heeft hij hen al brieven gestuurd. Maar de N-VA'er houdt nog een stok achter de deur voor halsstarrige weigeraars: "Een vermindering van de federale dotatie voor de politiezones." Want ze krijgen immers federaal geld om zo'n reserve te voorzien. "Het is nog nooit eerder gebeurd dat een stuk van die dotatie wordt ingehouden", merkt Degroote op. "Het ingehouden deel zou in een solidariteitsfonds terechtkomen. De politiezones die wél netjes manschappen leveren, zouden daar dan uit kunnen putten."

Logisch

Politievakbond VSOA vindt het "de logica zelve" dat de federale dotatie voor weigeraars omlaag zou gaan. "De voorbije jaren zijn er heel wat korpsen geweest die de hele dotatie kregen, maar niet al hun reservecapaciteit moesten leveren", weet Vincent Houssin. "Iedereen doet ook maar zijn gedacht: er is niemand die vanuit Binnenlandse Zaken bevelen kan geven. Maar als er geweigerd wordt, moet de federale politie daar wel telkens voor opdraaien - zowel in mankracht als financieel. Want die kan geen 'neen' zeggen."