Direct naar artikelinhoud

Zes dagen topsport in cabaretverpakking

'De Gentse Feesten in de winter', zo heet de Zesdaagse van Gent - die volgende dinsdag start - in de volksmond. Maar de portie vertier naast de piste mag niet misleiden: het baanwielrennen is een complete topsport, en gelieve ze dus ook als zodanig au sérieux te nemen.

door Bart Fieremans

Brussel l Patrick Sercu mag dan de beste Belgische baanwielrenner ooit zijn, de bekendste Belgische chroniqueur over de sport is Roger De Maertelaere, journalist van Het laatste Nieuws en auteur van de boeken Zesdaagsen en Mannen van de Nacht. Hij geeft vijf argumenten waarom het baanwielrennen zo aanslaat.

Roger De Maertelaere: "Het doel van een zesdaagse is een zo groot mogelijke afstand in de toegemeten tijd af te leggen, en dat tast de fysieke grenzen van de renner af. Natuurlijk is de sport geëvolueerd. Vroeger - ik spreek van de oertijd, eind negentiende eeuw - moesten de renners over bovenmenselijke kwaliteiten beschikken, dan was het baanwielrennen individueel en konden ze in principe 144 uur aan één stuk fietsen. Dat was een overlevingstocht. Het kwam voor dat renners letterlijk in slaap vielen op de piste. Daarom is de aflossing ingevoerd.

"Vanaf de jaren zeventig en tachtig is fors gesleuteld aan de formule om het baanwielrennen met zijn vele disciplines aantrekkelijker te maken voor het publiek, met strikte programma's tot maximaal twee, drie uur in de nacht. In Gent rijden ze van acht uur 's avonds tot één à twee uur 's nachts. Renners zijn frisser en er zijn minder dode momenten.

"Om de fysieke belasting te duiden: renners halen in de ploegkoers snelheden tussen 50 en 55 kilometer per uur, en bij derny's pieken tot 60 kilometer per uur. Het is fysiek een complete sport, maar een goede baanwielrenner heeft in de eerste plaats beensnelheid nodig. Een wegwielrenner moet vooral over uithouding beschikken en slechts op de beslissende momenten over beensnelheid. Op de piste is constante beensnelheid nodig."

"Baanwielrenners moeten vlot kunnen overschakelen van de ene discipline naar de andere. En als vijftien ploegen en dertig renners in een ploegkoers van boven naar beneden en omgekeerd suizen, is dat een kluwen dat een behoorlijk technische beheersing vraagt. Het is een kwestie van goed inschatten wanneer aan te vallen en wanneer terug te zakken. Dat is tactiek, en ook wat pokeren.

"Niet alle toeschouwers zijn kenners, maar het Gentse publiek is verzot op ploegkoersen, en dat is het meest ingewikkelde om te volgen. Bij een sprint ziet zelfs een beenhouwer uit Patagonië wie als eerste over de meet komt, maar de ploegkoers is een gigantische chaos. Goede baanwielrenners zijn meestal wat ouder en ervaren, ze weten dat de wedstrijd leesbaar moet blijven voor het publiek. De beste baanrenners voelen aan wanneer ze iemand kapot kunnen rijden of niet. De kunst is om de eigen krachten goed in te schatten. Het is een klassementskoers, een zwak half uur kan onverbiddelijk zijn, net zoals een inzinking in een bergrit in de Tour.

"Er is vaak sprake van combines en afspraken onder tafel. In bepaalde zesdaagsen heeft zelfs de maffia zich proberen in te kopen. Maar één ding mag je niet vergeten: bedrog krijg je niet verkocht aan het publiek. Zeker in Gent niet, waar kenners in de tribune zitten. De echte topzesdaagserenners hebben te veel respect voor het betalende publiek om de boel te bedriegen.

"De moeilijkheidsgraad van een zesdaagse hangt ook af van de piste. De grootste baan is die van Stuttgart, 288 meter, de kleinste is die van Gent met 166,66 meter. Door haar korte bochten liggen de technische vereisten hier hoger. Iemand die de eerste keer in Gent rijdt, roept op zijn moeder. Ook de concentratie is belangrijk, om valpartijen te vermijden. Als een renner even niet oplet, is het patat."

"Bepaalde onderdelen van een zesdaagse - zoals de sprint en de ploegenachtervolging - staan op het olympische programma, en dat geeft meer allure aan de sport. Het baanwielrennen krijgt meer impulsen van de federatie omdat ze het als een bron van medailles ziet. Zo trekt de sport ook makkelijker vers bloed aan. Ook Patrick Sercu heeft na zijn actieve carrière veel gedaan om de sport belangrijker te maken. De UCI, die het baanwielrennen vroeger wat uitspuwde, hecht er nu veel meer waarde aan."

"Het baanwielrennen is altijd populair geweest, maar vanaf de jaren zeventig kreeg de sport het moeilijker. Door slecht management, maar ook omdat het ontspanningsaanbod fel toenam. In de jaren vijftig had het volk alleen voetbal en wielrennen.

"Maar de zesdaagse blijft een commercieel evenement dat winst moet maken, dat heeft Patrick Sercu bij ons goed begrepen. Ik denk dat de vorm van zijn bloed uit zessen bestaat. Sercu zag in dat de tijd voorbij is van de kruidenier om de hoek als sponsor. Sinds enkele jaren zitten er multinationals achter die ook enorme vip-pakketten bestellen. Maar het blijft ook een evenement voor de gewone man. Gent trekt zowat 40.000 toeschouwers, Bremen - dat een veel grotere hal heeft - telt in een week 120.000 toeschouwers.

"Iedere baanorganisator heeft zijn eigen manier om entertainment te brengen. Duitsland in de jaren zeventig en tachtig: dat waren stripteaseuses, blote billen en borsten. In Parijs kwamen 's nachts na twaalf uur de danseressen van het Lido. Gent pakt graag uit met populaire zangers en zangeressen, genre Laura Lynn of Eddy Wally. 's Nachts moet je voor mensen die vijftien pinten in hun lijf hebben niet afkomen met een belcantozangeres. Je moet met de voeten kunnen meestampen.

"De sfeer van een zesdaagse is uniek. Het is in Gent geen fabeltje dat een belangrijk politicus aan de toog praat met iemand die al vijf jaar dopt of met een beeldhouwer."

"Het baanwielrennen bestaat al meer dan honderd jaar, en het blijft bestaan. Er zijn prachtige verhalen uit het verleden. Een van de pioniers is Karl Müller, een naar Amerika uitgeweken Duitser - later heeft hij zijn naam in Charles Miller veranderd. In een zesdaagse in New York had hij zoveel voorsprong uitgebouwd dat hij op de vooravond van de laatste dag getrouwd is op het middenplein van het wereldberoemde Madison Square Garden."