Direct naar artikelinhoud

Het theater van de jaloezie

Het is een magische naam, maar het Bolsjoj staat ook voor oorlog, corruptie, verraad en vooral: haat en nijd. En al die passies in groot formaat, want Bolsjoj betekent in het Russisch nu eenmaal 'groot'.

De roemruchte geschiedenis van het Bolsjoj bereikte afgelopen week een dieptepunt met de aanval op Sergej Filin, artistiek directeur en voormalig sterdanser van het gezelschap. Hij kreeg op weg naar huis zuur in zijn gezicht gegooid, met als gevolg dat hij mogelijk blind zal raken. Pas over twee weken zal volgens zijn artsen duidelijk zijn hoe ernstig de schade aan zijn ogen is.

De zakelijk directeur van het theater, Aanatoli Iksanov, vertelde dat Filin hem vlak voor het incident nog had toevertrouwd dat hij zich zorgen maakte over zijn veiligheid en die van zijn kinderen.

"Sergej zei dat hij het gevoel had dat hij in de frontlinie lag", vertelde Iksanov. "Ik zei hem: 'Ik lig al twee jaar in de frontlinie. Dat hoort bij ons beroep, dat krijg je als je leider bent. Dat is normaal.' Maar het is niet normaal."

Volgens de woordvoerster van het Bolsjoj, Katerina Novikova, werd Filin al geruime tijd bedreigd. Zijn vijanden probeerden hem op het internet ook zwart te maken met 'kompromat', de Russische term voor compromitterend materiaal. Van die tactiek hebben de verschillende kampen in het balletgezelschap zich wel vaker bediend. Filins voorganger, Gennadi Janin, trad in 2011 af nadat hij in verlegenheid was gebracht door naaktfoto's van hem die op het internet circuleerden.

Het is nog steeds onduidelijk wie er achter de aanslag op Filin zit, maar bij het Bolsjoj gaat men ervanuit dat het om afgunst gaat. Uiteindelijk besliste Filin wie de grote rollen zou krijgen en daar maakte hij de nodige vijanden mee.

Het heeft altijd gebroeid tussen de dansers van het topgezelschap. Een jaloerse danser zou ooit glasscherven in de spitzen van een collega hebben gestopt. Of de keer dat er tijdens een voorstelling een wekker afging, juist op het moment dat een sterdanser begonnen was aan een ingewikkelde pirouette.

In de jaren 90 was de sfeer bij het Bolsjoj zo verziekt dat president Jeltsin ingreep en de toenmalige zakelijk directeur Vladimir Kokonin de laan uit stuurde. Daarmee kwam een eind aan een burgeroorlog die al jaren woedde tussen de medestanders van Kokonin en het kamp van balletmeester Joeri Grigorovitsj, die bijna 30 jaar over het gezelschap had geregeerd. Grigorovitsj werd door veel dansers beschouwd als een mastodont uit het Sovjet-tijdperk, die iedere vernieuwing in de weg stond. Zijn critici, onder wie de befaamde ballerina Maja Plisetskaja, klaagden dat hij zich gedroeg als een 'kleine Stalin'.

Onder zijn opvolger Vladimir Vasiljev leefde het gezelschap weer op, maar de financiële situatie van het Bolsjoj was zo slecht dat president Poetin hem in 2000 per decreet ontsloeg. Eén van de problemen was dat een groot deel van de inkomsten van het theater terechtkwam bij de maffia, die de verkoop van zwarte kaartjes beheerste.

Het gebouw was er zo slecht aan toe, dat het Bolsjoj in 2005 dichtging voor een verbouwing die uiteindelijk 6 jaar zou duren. Bouwvakkers zeiden spottend dat het gebouw alleen nog maar door de elektriciteitsdraden bijeen werd gehouden. Een deel van de 500 miljoen euro die de verbouwing uiteindelijk kostte, zou in de zakken van corrupte ambtenaren verdwenen zijn.