Direct naar artikelinhoud

Censuur en propaganda

Wie het programma van de komende editie van Kunstenfestivaldesarts er op navlooit, kan er niet omheen: politiek staat ook daar weer bovenaan op de agenda. Een rode draad is hoe censuur werkt, een verwant thema hoe politieke indoctrinatie sporen trekt in de geesten van mensen.

The Moscow Trials: Talk, een lezing van de Zwitserse theatermaker en activist Milo Rau, windt er alvast geen doekjes rond. Politieke processen tegen kunstenaars zijn in het Rusland van Poetin aan de orde van de dag. De veroordeling van drie leden van Pussy Riot ligt nog vers in het geheugen, maardat incident is slechts het topje van de ijsberg: al sinds hij aan de macht is beukt Poetin, met de hulp en instemming van de Russische patriarch, genadeloos in op kunstenaars die het heilige verbond van staat en religie in vraag stellen. Censuur met de grofste middelen. In 2003 al leidde het tot zware veroordelingen voor de makers van de tentoonstelling Caution: Religion.

Twee kunstenaars, de Zweed Markus Örhn en de Portugees Tiago Rodrigues, kijken naar de rol die censuur in het verleden speelde in hun land. Daarbij komen ze tot merkwaardige bevindingen. In Zweden steunde de filmcensuur op de doctrine dat bedenkelijke filmbeelden als een 'magische kogel' in het brein binnendringen en daar grote schade aanrichten. Vooral plattelanders die voor het eerst met film in aanraking kwamen, zo ging de theorie, stonden daar weerloos tegenover. Die censuur werd opgeheven in 2002, maar alle geknipte fragmenten waren en zijn, door een bizarre democratische kronkel van de censuur, nog steeds te consulteren in een archief.

Örhn vond er niet beter op dan al die fragmenten op te vragen en chronologisch te monteren tot een film van meer dan 49 uur. "Ik wil niet enkel tonen wat de Zweedse censuur schadelijk vond, of hoe denkbeelden daarover evolueerden, al is dat zeker belangwekkend. Ik hoop vooral dat deze film de kijker ertoe zal aansporen om na te denken in welke richting de censuur verschoven is nu de staat zelf er zich officieel niet meer mee bemoeit. Ik ben ervan overtuigd dat er nu meer censuur is dan ooit tevoren, maar nu passen grote, internationale bedrijven ze ongevraagd toe. Bedrijven als YouTube of Apple grijpen op het internet in als ze vinden dat iets om politieke of fatsoensredenen niet door de beugel kan. Maar terwijl de Zweedse overheid openheid van zaken gaf, kun je bij hen geen verhaal halen, noch weet je precies waar ze knippen. Een ding is zeker: de instanties die nu aan censuur doen, worden meer gedreven door economische belangen dan door de gedachte dat ze burgers moeten beschermen. Het griezelige is dat je daar geen vat op hebt. Daarom werp ik die vraag nu ook op."

Drie vingers

De Portugese theatermaker Tiago Rodrigues richt in zijnDrie vingers onder de knie de aandacht op theater. Het regime van Salazar maakte zich namelijk heel wat minder zorgen over de cinema dan over het theater, dat het als een reële bedreiging zag. Rodrigues: "In 1958 sneed een censor diep in de toneeluitvoering van Desire under the Elms van Eugene O'Neill. Datzelfde jaar liep er echter ook een filmversie met Sophia Loren. Dezelfde censor nam ook die film onder handen, maar liet ze ongeschonden door. Zijn argument: 'Film wordt elders gemaakt en hier getoond, terwijl theater werkelijk plaatsgrijpt. Dat maakt het gevaarlijker en besmettelijk.'

"Een gevolg was zeker dat er een sterke band ontstond tussen toneelspelers en publiek. Ze ontwikkelden codes voor verboden of 'gevaarlijke' begrippen. Het woord 'revolutie' werd bijvoorbeeld vertaald als 'lente'. Met als onbedoeld gevolg dat het publiek bij dat woord, ook als het echt om de lente ging, dacht aan revolutie. Maar hoe inventief theatermakers ook waren, de censuur werd als vanzelf ingeschreven in het kunstwerk. Dat leidde vaak tot zelfcensuur. Volgens mij is het daarom verkeerd om te geloven dat het 'goede' gevolg van censuur is dat kunstenaars er vindingrijk door worden. Net zo wordt de economische crisis nu een argument om kunstenaars aan te sporen tot meer inventiviteit. Kunst onderdrukken levert niet meer inventiviteit op. Verbeelding is sowieso de essentie van kunst. Er is gewoon geen goede kant aan verdrukking van de kunst.

"Ik moet toegeven dat ik verbaasd was dat het gros van de censuur van morele eerder dan politieke aard was. Seksualiteit, obscene woorden en uitdagende vrouwenportretten waren uitgesloten. Niet enkel in de teksten, ook in de uitvoering. Rokken moesten minstens drie vingers onder de knie komen. Dat werd ook de titel van het stuk.

De archieven van die censuur werden pas publiek in 2005, maar dan duurde het nog eens zeven jaar voor zijn stuk klaar was. "Ik wilde het enkel tonen in het Nationale Theater van Lissabon. Dat was de enige plaats die pas gaf. Voor veel theatermakers was het een emotioneel moment: plots wisten ze waarom ze gecensureerd waren."

Officieel is er nu geen censuur meer. Zou de verborgen censuur die grote organisaties nu uitoefenen in naam van de 'publieke opinie' meer verspreid en moeilijker herkenbaar zijn dan in toen je duidelijk wist wie de vijand-censor was?"Het economische geweld waaronder het theater nu gebukt gaat is anders dan de oude censuur. Ik denk dat de relatie tussen politiek en theater zelfs volledig omgekeerd is. Het Salazarregime oefende censuur uit omdat het bang was van theater. Het dichtte theater de kracht toe om de ideeën van mensen te beïnvloeden. In onze parlementaire democratie wordt er gewelddadig gehakt in de steun voor theater, net omdat men er niet meer bang voor is.

"Toch zijn er ook parallellen. In beide gevallen steunt het regime op een algemene publieke opinie. Dat wilde ik aantonen. Veel denkbeelden die nu de onverschilligheid tegenover het theater rechtvaardigen, zijn dezelfde als degene die ooit de censuur legitimeerden. 'De mensen verstaan zo'n stukken niet. Waarom moeten we dat tonen als slechts een minderheid kan volgen? Laten we de mensen een leuke komedie met een mooie boodschap geven. Dan hebben ze tenminste plezier. Dat is toch wat ze willen?' Die uitspraak deed een Portugese censor in de jaren 1960, maar je kunt je zo inbeelden dat een politicus vandaag de dag net hetzelfde zou uitkramen."

Indoctrinatie

Politieke springstof vind je op KFDA niet enkel bij het trio Rau-Örhn-Rodrigues. Sarah Vanagt bijvoorbeeld peilt naar de betekenis van beelden van het Joegoslaviëtribunaal, Sanja Mitrovic (zie elders) onderzoekt hoe politieke toespraken werken. Een van de intrigerendste stukken op dit festival is Schubladen ('Schuifladen') van She She Pop. Dit Berlijnse collectief van in hoofdzaak vrouwen maakt documentair theater, gebaseerd is op de eigen levens van de groepsleden.

In dit stuk spreken drie vrouwen uit het voormalige Oost-Duitsland met drie vrouwen uit West-Duitsland. Al hadden de Duitsers ondertussen al 25 jaar tijd om de hereniging te verteren, de herinneringen aan het verleden, toen beide Duitslanden elkaar verketterden, blijken nog erg levendig. Ilia Papatheodorou, zelf een kind van een familie die op de vlucht was voor het Griekse kolonelsregime, vertelt. "West-Duitsers koesterden veel vooroordelen over 'Ossies'. Zelfs lang na de val van het IJzeren Gordijn hadden ze er ook weinig contact mee. Oost-Duitsers daarentegen hadden een erg duidelijk beeld van West-Duitsers, want al hun instellingen en bedrijven waren in één klap door hen overspoeld. Bij het maken van deze voorstelling speelde ons dat parten, maar het liet ons ook toe een stand van zaken op te maken. Een vraag die terugkeerde was: 'Wie maakte je wijs om zo te denken?'"

Het blijft verbazen dat propaganda nu nog sporen nalaat, terwijl die boodschappen vaak heel duidelijk overdrijvingen en verdraaiingen waren. "De voorstelling toont hoe dat komt. Informatie die je op jonge leeftijd krijgt blijkt veel langer te blijven hangen. Ook als later blijkt dat ze niet klopt, laat ze een blijvende indruk na. Wij kijken met veel zelfspot naar die sporen in ons denken. Opgroeien in het Duitsland van de afgelopen veertig jaar leerde je zeker om sceptisch te zijn over de bestendigheid van de waarheid."

www.kfda.be