Direct naar artikelinhoud

Het is weer aan de sprinters (1)

André Greipel is een beest op de fiets. Maar eenmaal uit het zadel wordt de Duitse spierbundel de zachtheid in persoon. Het heeft hem ongetwijfeld al wat sprintzeges gekost. Toch spreekt hij klare taal. 'Ik ga voluit voor een tweede etappezege.'

Greipel hield het gisteren zeer rustig. "Ik heb een uur gefietst. Voor de rest: platte rust." De 'gorilla' is tevreden over zijn eerste Tourweek. "Op Corsica liep het nog wat stroef. Mar daarna heb ik toch een van de grote kansen kunnen verzilveren. Dat stemt ons gelukkig. Of liever: dat stemt mij gelukkig. De ploeg kreeg natuurlijk een klap te verwerken met het uitvallen van Van den Broeck. Jammer dat hij naar huis moest."

Greipel heeft de Pyreneeën goed verteerd en is klaar voor week twee. "Zondag was een zware dag. Oorlog vanaf kilometer nul, plots kwamen ze van alle kanten. Ik probeerde me in mijn groep te handhaven. Dat lukte perfect, ik geraakte geen seconde in de problemen. Maar ik wilde mezelf niet vermoorden. Sla er de rituitslag maar eens op na: vanaf plaats veertig stonden ze op 17 minuten. Een slachting, met andere woorden."

Dag per dag

Over de duels met de grote concurrenten is de Duitse sprinter duidelijk. "Kijk, je vat de Tour nooit aan met het doel om vier, vijf ritten te winnen. Eén etappezege, daar begin je mee. Daarvoor komen telkens om en bij de twintig renners in aanmerking. Als je er zo eentje kan meepikken, heb je je job goed gedaan. Maar het smaakt uiteraard naar meer."

Voorlopig denken ze bij Lotto enkel aan de rit van vandaag. "Ik heb voorlopig alleen dat profiel geanalyseerd. Zo doe ik het altijd in de Tour: dag per dag plannen. Maar per definitie proberen we met het team elke etappe die op een sprint kan uitdraaien te controleren."

Over dat team is Greipel erg tevreden. "Mijn ritzege was een spurt uit het boekje, een schoolvoorbeeld van hoe het moet. Maar soms lopen de dingen nog wel eens verkeerd. Zoals in Marseille. Daar was de 'setting' voor onze eindspurt niet ideaal. We hadden drie mannetjes opgeofferd om de vlucht van de dag te neutraliseren, wat onze trein aanzienlijk verzwakte. Toch stonden we er. En nog redelijk overtuigend ook. Jammer genoeg maak ik zelf een fout in de laatste bocht."

Greipel houdt niet enkel Cavendish en Kittel in de gaten, maar kijkt ook wat Sagan doet. "Hij kan op elke aankomststrook winnen. De term 'allrounder' is niet langer van toepassing, vind ik. Eerder 'wonderboy'. Moeilijk te vatten in één begrip, die jongen. Het is af en toe frustrerend. Die veelzijdigheid van hem levert hem de groene trui op."

Toch geeft Greipel de strijd niet op. "Ik blijf me mengen in de tussensprints, zonder mijn trein te gebruiken. Je weet nooit wat er nog gebeurt. Sagan is ijzersterk. Hij heerst en verdeelt, lost ons waar en wanneer hij dat wil. Maar ik leg me niet neer bij zijn meesterschap. Ik vecht. Daar word ik voor betaald bij Lotto-Belisol."

Als Greipel van de potentiële spurtkansen die nog resten er één mag uitkiezen, gaat hij resoluut voor de Champs-Elysées. "Dat spreekt voor zich. Het is een van de mooiste sprints die je kunt winnen in je carrière. In Parijs zegevieren is de natte droom van elke topsprinter."