Direct naar artikelinhoud

Frankrijk test eerste Europese drone

Frankrijk heeft een nieuwe stap gezet bij het ontwikkelen van een Europese drone. Het eerste test onbemand gevechtsvliegtuig maakte zaterdag een succesvolle vlucht.

Het project, dat nEUROn is gedoopt, is bedoeld voor onderzoek naar technieken die in de toekomst toegepast kunnen worden in drones of opvolgers van gevechtsvliegtuigen als de Eurofighter en de Rafale. Europa loopt fors achter op de Verenigde Staten als het gaat om onbemande vliegtuigen en machines die stealtheigenschappen hebben. Die toestellen zijn door hun speciale vorm en materiaalgebruik moeilijker door de vijandelijke radar te vangen.

Frankrijk heeft het voortouw genomen in het project. Parijs heeft een lange traditie in het streven om niet afhankelijk te zijn van Amerikaanse wapensystemen. Daarbij speelt voor de Fransen het in stand houden van de eigen, omvangrijke wapenindustrie, waar tienduizenden banen aan vastzitten, een vitale rol.

Het Franse defensiebedrijf Dassault werkt in het nEUROn-programma samen met bedrijven uit Zweden (Saab), Italie (Alenia), Spanje (Casa), Griekenland en Zwitserland. Het hoopt zo de komende decennia kennis en werkgelegenheid binnen Europa op te bouwen alsook te behouden.

Tot nog toehebben alleen de Verenigde Staten serieuze operationele ervaring met stealthvliegtuigen en grote onbemande drones. Die laatste machines worden steeds meer ingezet tegen fundamentalistische milities in Afghanistan en op de grens met Pakistan. Ook Israël gebruikt vaak drones tegen Palestijnse militanten.

Ook Rusland en China investeren de jongste jaren meer in onbemande en moeilijk waarneembare gevechtsvliegtuigen. De Chinese luchtmacht heeft inmiddels twee prototypes van een eigen stealthjager en een bommenwerper in de lucht. Peking trekt veel geld uit om zijn technologische achterstand op het westen en Rusland in te halen.

Touwtjes in handen

De Franse regering begon in 2003 met het project om Europa een eigen gevechtsvliegtuig van de toekomst te geven. De Fransen hebben van meet af aan duidelijk gemaakt dat zij, anders dan bij de Eurofighter en het nieuwe Europese transportvliegtuig waar Engeland en Duitsland lastige partners bleken, met het onbemande stealthvliegtuig zelf de touwtjes in handen wensen te houden.

"Op die manier voeren we een vernieuwend proces in, als het gaat om het beheer en de organisatie van een Europees samenwerkingsprogramma", zo meldt Dassault, dat de industriele hoofdrolspeler is voor de Eurostealthdrone. Het Franse ministerie van Defensie neemt via haar wapenaankoopagentschap de belangrijkste beslissingen over de regie van het project.

De Franse stealthdrone is daarmee een tegenhanger van twee andere Europese projecten, de Duitse Barracuda en de Britse Taranis. Zowel de Britten als de Duitsen hebben al eerder proefvluchten gedaan met deze wapensystemen. Onduidelijk blijft voorlopig welke van de drie later ook in productie zal worden genomen.

Europa bokst op het vlak van drone-ontwikkeling tegenwoordig ook op tegen China. De Chinese wapenindustrie presenteerde vorige maand op de luchtvaartshow van Zhuhai in het zuiden van het land haar eerste grote drone aan het publiek. Het onbemande vliegtuig, dat Wing Loong is gedoopt, lijkt uiterlijk veel op de Amerikaanse Predator en Reaper. De Chinese onbemande machine heeft inmiddels een hele serie testvluchten en schietoefeningen achter de rug.

Grote rivaal

Met een bereik van vierduizend kilometer, een vlieghoogte van ruim vijf kilometer en een operationele tijd van 20 uur doet de Wing Loong volgens de maker, het Chengdu Airplane Design Research Institute, niet onder voor zijn Amerikaanse rivalen. Alleen is hij met een prijs van een miljoen dollar per stuk wel een slag goedkoper, beweren de Chinezen.

Het Chinese leger wil de nieuwe drone binnen enkele jaren gaan inzetten voor verkenningstaken, grensbewaking, raketaanvallen, observatie van rampen, bestrijding van drugssmokkel en weermetingen. Zo zou de Zuid-Chinese zee een van de eerste werkterreinen kunnen worden. Daar claimt Peking een uitgestrekt zeegebied met een aantal eilandengroepen, waarop ook landen als Vietnam en de Filipijnen aanspraak maken.