Direct naar artikelinhoud

Documenten over Britse koloniale gruweldaden zorgen voor ophef

Duizenden documenten die de wreedheden beschrijven van het Britse rijk in de nadagen van het kolonalisme, zijn systematisch vernietigd om ze uit de handen te houden van de nieuwe regeringen in de voormalige kolonies. Dat meldt de Britse krant The Guardian. De documenten die niet vernietigd werden zijn discreet naar Londen gevlogen om er meer dan vijftig jaar achter slot en grendel te verdwijnen bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, ver weg van historici en het grote publiek.

Het archief wordt nu toch vanonder het stof gehaald nadat vier Kenianen vorig jaar naar de rechter in Londen trokken om de regering ter verantwoording te roepen voor de gruweldaden uit het koloniale tijdperk. De eisers zouden in Kenia door hun overheersers gefolterd zijn.

In de jaren vijftig eisten Keniaanse opstandelingen de onafhankelijkheid. De Mau-Mau-oorlog duurde van 1952 tot 1963 en was de bloedigste strijd die tijdens de Afrikaanse dekolonisatie werd gevoerd. Volgens de Keniaanse regering en mensenrechtenorganisaties werden toen 90.000 mensen geëxecuteerd, gemarteld of verminkt. Ruim 160.000 burgers werden er opgesloten.

De officiële documenten bevestigen nu dat de brutale folteringen werkelijk plaatsgevonden hebben. Voorts wordt ook beschreven hoe 'vijanden' van Brits Malaya, ondertussen onderdeel van Maleisië, systematisch geliquideerd werden. Ook zwart op wit staat een bevel dat de koloniale overheden alle bewijzen van misdaden moesten vernietigen. Dat suggereert volgens de krant dat de 8.800 documenten die nu zijn vrijgegeven slechts een fractie vormen van het bewijs over Britse misdaden.