Direct naar artikelinhoud

'Beroepsgeheim sociale sector staat onder druk'

Wie wist wat, het is een vraag die opduikt in quasi elke grote zedenzaak zoals die van Marc V. De druk op sociale werkers om informatie uit te delen wordt steeds groter, maar de sociale sector is daarvoor erg beducht. 'Niemand zal nog praten.'

Wat doe je als sociaal werker als een cliënt je toevertrouwt dat hij misbruikt werd, en je vermoedt dat er nog andere slachtoffers zijn? "Slachtoffer zijn niet altijd bereid om meteen naar justitie te stappen, of ze zijn heel bang voor de gevolgen", zegt Kris Stas, docente deontologie aan de Antwerpse Karel de Grotehogeschool en medewerkster bij Steunpunt Algemeen Welzijnswerk. "Je wil het leven van je slachtoffer toch niet moeilijker maken? Het zijn vragen die sterk leven in de sector."

Volgens Stas staat het beroepsgeheim in de sociale sector de laatste jaren stevig onder druk. "Gebeurtenissen als de schietpartij in Luik, waarbij de justitieassistent in het vizier komt, voeren de druk op. De strijd tegen sociale fraude is nog zo'n voorbeeld", zegt Stas. "Hulpverleners weten veel dankzij hun vertrouwensrelatie met hun cliënten, en bij andere diensten leeft de verwachting dat we met die informatie iets doen. Geen probleem, op zich, maar het kan niet de bedoeling zijn wat we bij een alcoholverslaafde in budgetbeheer aan het OCMW doorspelen hoeveel van dat geld naar drank gaat. We kunnen cliënten wel aanspreken op hun verantwoordelijkheden, net zoals we slachtoffers van misbruik kunnen overtuigen toch naar de politie te stappen."

"Sinds het misbruik in de kerk is de druk op sociaal werkers fors gestegen. Van het biechtgeheim is de politiek heel snel uitgekomen bij het beroepsgeheim", zegt Stas. De wet is toen ook opengetrokken, waardoor hulpverleners nu ook een praatrecht hebben voor kwetsbare volwassenen.

Kinderpsychiater Peter Adriaenssens liet zich destijds ontvallen dat het goed is dat hulpverleners hun beroepsgeheim niet altijd meer als excuus kunnen inroepen, en dat het terecht is dat ze een grotere verantwoordelijkheid dragen. Wel waarschuwde hij voor bepaalde risico's, zoals de hulpverlener die vermoed dat er sprake is van ouderenmishandeling, maar zich vergist. "Die riskeert zijn job", vreesde Adriaenssens.

Tom Meeuw van de Antwerpse dienst Samen Leven, die instaat voor de veiligheid en leefbaarheid van de stad, pleit voor meer samenwerking. "We hebben besparingen te slikken én de samenleving tolereert niet langer dat verschillende diensten hun informatie voor zich houden, met alle gevolgen vandien. Laten we daarom kijken waar sectoren als politie, justitie, de stad en de hulpverlening kunnen samenwerken."

Stas zegt dat de sociale sector voor het ergste vreest. "Wat is samenwerken? Er zijn lokale besturen die informatie willen van sociale werkers om vlotter de straten schoon te vegen. En wie niet meewerkt, verliest financiële steun. De effecten op langere termijn zijn pervers. Wie problemen heeft, zal zijn mond houden of nog minder snel hulp zoeken. Hulpverleners zullen niet meer graven, of net snel informatie doorspelen, om er vanaf te zijn."