Direct naar artikelinhoud

Tabaksreuzen in VS moeten via reclame misleiding toegeven

Een Amerikaanse rechter heeft de grootste tabaksfabrikanten opdracht gegeven om in een reclamecampagne toe te geven gelogen te hebben over de gevaren van roken. De fabrikanten moeten via tv-spotjes, advertenties in kranten en op websites aangeven 'bewust' aan 'misleiding' te hebben gedaan.

Het vonnis bepaalt dat de fabrikanten over een periode van twee jaar een serie 'corrigerende uitspraken' moeten publiceren, ook op de pakjes sigaretten zelf.

De precieze inhoud van de campagne moet nog worden vastgesteld, evenals de kosten die de industrie zal moeten maken. Het openbaar ministerie heeft advertentieteksten voorgesteld als: 'Roken doodt, gemiddeld, 1.200 Amerikanen. Iedere dag.'

Een ander statement luidt: 'Tabaksfabrikanten hebben sigaretten bewust meer verslavend gemaakt.' Bij het voorlezen van die bewoordingen klonk er applaus in de rechtszaal.

De rechtszaak speelt al sinds 1999, toen het openbaar ministerie de bewuste misleiding bij rechter Gladys Kessler aanhangig maakte. Zij kwam in 2006 met een eerste oordeel, waarin ze al vaststelde dat de grootste fabrikanten het publiek decennialang over de gevaren van roken hadden misleid. Maar ze gaf toen nog niet aan wat de industrie precies openlijk zou moeten bekennen. De tabaksindustrie voelde er in verband met claims niets voor om zwart op wit te erkennen dat het om een welbewuste campagne ging, maar zal dat nu alsnog moeten doen. De rechter durft die opdracht aan op basis van adviezen van het ministerie van Justitie.

De fabrikanten hadden de rechter opgeroepen de 'afgedwongen publieke bekentenissen' die het openbaar ministerie hen had voorgesteld, te verwerpen. Maar de rechter oordeelde dat alle door de officier van justitie voorgestelde uitspraken feitelijk voldoende waren onderbouwd.

De tabaksfabrikanten moeten komende maand met het openbaar ministerie overleggen over de details van de campagne. Een aantal van hen overweegt hoger beroep tegen de uitspraak in te stellen.

Bij organisaties die zich tegen de sigarettenfabrikanten richten ging de vlag uit. Matthew Myers, voorzitter van de Campagne voor Tabaksvrije Kinderen, noemt de uitspraak 'een cruciale stap' op weg naar 'het precies vaststellen wat de fabrikanten moeten zeggen'. In zijn ogen is de reclamecampagne voor de industrie maar 'een kleine kostenpost in het licht van de verwoestende consequenties van hun optreden'.