Direct naar artikelinhoud

'Kutplaat of klassieker? Geen idee'

The xx begon 2012 met maar één opdracht: een plaat maken die niet te hard teleurstelde na het eclatante succes van het titelloze debuut. Maar het Londense trio deed veel meer dan dat: 'Coexist' werd door de M-muziekredactie verkozen tot plaat van het jaar.

Erg spraakzaam zijn ze niet, en het maken van grote statements laten Jamie Smith, Romy Madley-Croft en Oliver Sim, allemaal prille twintigers, liever aan anderen over. Maar ook al komen de zinnen niet zo vlot en kost het hen moeite om je recht in de ogen te kijken, toch voel je aan alles dat dit een groep is die heel hecht aan elkaar hangt.

"We zijn elkaars beste vrienden", zegt Smith. "Ik heb de voorbije jaren heel vaak buiten de band gewerkt. Remixen voor Florence + The Machine gemaakt. Voor Radiohead ook. Een plaat met Gil Scott-Heron opgenomen. Heel veel geleerd, eigenlijk. Maar als we met z'n drieën samen in de studio zitten, is dat toch van een andere orde. Bij The xx hebben we allemaal evenveel inspraak en nemen we elke beslissing samen. We maken elkaar sterker dan we afzonderlijk zouden kunnen zijn. Zelf vind ik het buitengewoon om dit avontuur te beleven met de twee mensen die me het dierbaarst zijn. Vergeet niet: na school zijn we onmiddellijk met de groep begonnen. Tot nog toe heeft heel ons volwassen leven in het teken van The xx gestaan."

Ontzettend gevleid

Op Coexist dwalen de drie misschien niet drastisch af van het intimistische geluid dat van het debuut zo'n succes maakte, maar toch kun je er moelijk naast luisteren dat het Londense trio een flinke stap vooruit heeft gezet. "We zijn wat volwassener geworden", vindt zanger-bassist Sim. "De naïviteit van de eerste plaat hebben we inmiddels wel wat verloren. Daar is meer zelfvertrouwen voor in de plaats gekomen. Op oude nummers als 'VCR' en 'Crystalised' klinken onze stemmen veel jonger, en de muziek voelt bij momenten heel onzeker aan. Maar dat is tegelijk de charme ervan, dus ik zou er niets aan willen veranderen."

Afgelopen zomer, maanden voor Coexist verscheen, speelde de band al een reeks festivals om de nieuwe nummers te testen. Het bleek een uitgelezen manier om de spanning op te bouwen. Niet alleen voor het publiek, dat zonder voorkennis met onbekend materiaal werd geconfronteerd, maar ook voor de band zelf. "Met de vorige plaat hebben we zo lang getoerd dat we elke song op de duur met de ogen dicht achterstevoren konden spelen. Voor we een platencontract hadden traden we namelijk ook al veel op, en grotendeels met hetzelfde repertoire. Mettertijd probeerden we wel om nieuwe manieren te vinden om die songs aan het publiek te presenteren. In die zin was het ook een pluspunt toen we op een bepaald moment van een kwartet tot een trio werden gereduceerd. Dat dwong ons om alert te blijven, om de nummers op een andere manier te leren spelen. Maar eens dat dan gelukt was, viel het niet mee om almaar nieuwe invalshoeken te blijven bedenken. Zelf vind ik het alleszins een opluchting dat we vandaag wat meer materiaal hebben om een setlist mee samen te stellen."

Madley-Croft knikt. "Tijdens de opnames van een nieuwe plaat kunnen we zelf te weinig afstand nemen van de muziek. We zitten er te dicht op om zeker te zijn dat wat we doen echt de moeite waard is. Zelfs nu weet ik nog steeds niet of we een kutplaat of een klassieker hebben gemaakt. Daarom was het heel leerrijk om die nieuwe songs eerst op de festivals uit te proberen, voor een publiek dat in veel gevallen zelfs onze eerste plaat niet gehoord heeft. Al maken we in de eerste plaats muziek die we zélf mooi vinden. Dat is eigenlijk nog belangrijker dan de erkenning van buitenaf."

Over waardering heeft The xx tot nog toe anders niet te klagen gehad. In 2010 won de groep meteen de prestigieuze Mercury Music Prize voor haar titelloze debuut, en nadien werd de band gesampled door Rihanna, gecoverd door zowel Gorillaz, Shakira als The Antlers, én gebruikte de BBC 'Intro' tijdens het EK voetbal als inleiding op de wedstrijden van het Britse team.

"Ik voel me ontzettend gevleid door al die covers", stelt Sim. "Mijn favoriet is de mellow houseversie die Hercules and Love Affair van 'Shelter' heeft opgenomen, omdat ze er iets van gemaakt hebben dat mijn eigen fantasie te buiten gaat. In zekere zin is een nummer coveren het grootste compliment dat je als muzikant aan elkaar kunt geven. Zelf spelen we 'Teardrops' van Womack & Womack wel eens live. Dat is een band die op zich weinig raakpunten vertoont met wat we zelf doen, maar dat is een voordeel. Zo wordt het gemakkelijker om er iets van onszelf aan toe te voegen."

Waarom zelfs het grote publiek als een blok voor The xx gevallen is, blijft voor drie groepsleden een raadsel. "Misschien voelen de mensen gewoon dat het eerlijke muziek is", probeert Smith. "En in het andere geval komt het omdat al onze nummers over de liefde gaan. Dat is een thema waar iedereen zich heel gemakkelijk mee kan vereenzelvigen. Bovendien zijn de teksten zo ambigue dat iedereen er z'n eigen invulling aan geeft." Sim knikt: "Daarom leggen we onze teksten liever niet uit: hoe specifieker je weet over wat en wie we schrijven, des te kleiner het aandeel van je eigen fantasie. En dat is echt cruciaal."

Mysterie

De leden van The xx kennen elkaar al sinds de kleuterklas en richtten de groep op terwijl ze studeerden aan de Elliott School, waar ook Hot Chip, Burial en Four Tet zijn ontstaan. Aanvankelijk was de groep een duo met Sim en Madley-Croft als creatieve tandem. De inmiddels ontslagen gitariste Baria Qureshi kwam erbij eens de twee begonnen op te treden, en een jaar later, in 2006, maakte Smith de line-up compleet. Op de vraag of het voortdurend samen op tournee zijn de onderlinge band veranderd heeft, haalt Sim de schouders op. "Da's een moeilijke, want ook als we niét op tournee zijn, gaat er geen dag voorbij zonder dat we met elkaar optrekken. In die zin heeft de groep weinig invloed gehad. Goed: we werken nu ook professioneel samen, maar Romy blijft toch eerder een vriendin dan een collega.

"Voor de nieuwe plaat hebben we wel voor het eerst samen geschreven. Ik denk dat we daardoor nog openhartiger zijn geworden. We zeggen echt alles tegen elkaar. Maar als je samen aan een tekst werkt moet je jezelf ook echt uitleggen. Dat was dan weer wél nieuw. We zingen niet langer naast maar mét elkaar. In 'Our Song' spreek ik Romy zelfs rechtstreeks aan over onze vriendschap. Vroeger schreven we elk afzonderlijk, en als ik nu naar de songs van de eerste plaat luister, vind ik die vaak wat onsamenhangend. Voor zover dat nog mogelijk was, heeft dat intensief touren ons dichter bij elkaar gebracht. Ik weet niet of we het anders hadden aangedurfd om de nummers te schrijven die we nu gemaakt hebben."

Madley-Croft is het daarmee eens: "Olivers teksten zijn een venster op zijn gedachten, maar over de concrete inhoud praten we eigenlijk nooit. Ik ken zijn leven van naaldje tot draadje, dus ik kan wel raden waar hij het over heeft. Maar ik vraag nooit om uitleg. Omgekeerd doet hij dat ook niet. Hetis de enige plek waar de een mysterie voor de ander blijft, en dat vind ik goed zo, want voor de rest zijn we closer met elkaar dan de meeste tweelingen."

Intussen kijken de drie met stijgende verbazing naar de status die The xx bereikt heeft. "Toen we voor het eerst de studio ingingen, stond ik er niet eens bij stil dat er een publiek op ons zat te wachten", herinnert Smith zich. "Ik was al lang blij dat we een plaat mochten opnemen in een echte studio. Dat was eigenlijk al een doel op zich. En toen alle nummers klaar waren, bestond mijn grootste ambitie eruit om een fysiek exemplaar van dat album in handen te krijgen. Als souvenir. Misschien, als we geluk hadden, zouden we nadien ooit nog eens ergens een exemplaar in een platenwinkel zien liggen. Maar ook dat gebeurde diezelfde week al. Sindsdien zijn we eigenlijk van de ene verrassing in de andere gevallen. En dat geldt vandaag eigenlijk nog steeds.

"Voor de buitenwereld lijkt het alsof het allemaal heel snel is gegaan. Alleen: zo voelt het helemaal niet. We hebben wél enorm veel live gespeeld. Eerst voor honderd mensen, nadien in clubs, dan op festivals en nu in arena's. Het valt niet mee om de intimiteit van onze muziek naar zulke grote zalen te vertalen. Daar hebben we heel lang mee geworsteld. En nu nog wel een beetje. De enige manier om intimiteit te creëren als je voor zo'n grote massa staat, is door mensen naar de muziek toe te zuigen, zodat de fysieke aftand tussen het podium en de achterste rijen abstract wordt. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan."

Opgeklaard geluid

Rest ons nog het sombere imago van de band. Dat heeft deels met het zwart-witte artwork te maken, maar ook met het feit dat de groepsleden onveranderlijk in zwart gekleed gaan, en het podium meestal in een schimmige duisternis baadt. Toch blijken de groepsleden in de omgang helemaal geen depressieve mensen. "Ik snap wel waar dat beeld vandaan komt", stelt Sim. "De muziek klinkt sowieso niet erg opgewekt, en tijdens fotoshoots staan we vaak maar wat in het ijle te kijken. Maar dat komt gewoon omdat we ons geen houding weten te geven voor de camera. Het klopt dat de teksten niet meteen van die aard zijn dat je er spontaan de behoefte bij voelt om op tafel te dansen, maar af en toe klaart het geluid toch op. Er zit meer nuance in. Meer contrast. En geloof het of niet: we hebben van nature vrij opgewekte karakters."

M50 (slot): de beste vijf platen van 2012 op pagina 4-5