Direct naar artikelinhoud

DE GRAUWE & SCHOORS

Topeconomen Paul De Grauwe en Koen Schoors wisselen elkaar af en schrijven over mens, wereld en economie.

De Europese Commissie krijgt beduidend meer macht in de controle van het nationale budgettaire beleid. Moeten we ons daarover verheugen? De voorstanders van een doorgedreven Europese politieke integratie zullen deze uitbreiding van de macht van de Europese Commissie toejuichen. Ondanks het feit dat ik ook tot de club behoor van diegenen die pleiten voor een transfer van bevoegdheden naar het Europese niveau, klap ik niet in de handen. Ik vrees dat de machtsuitbreiding het democratische gehalte van de Europese eenmaking onder druk zet.

Elke nationale regering zal vanaf nu verplicht zijn haar begroting naar de Europese Commissie te sturen alvorens ze die in het nationale parlement indient. De Commissie zal onderzoeken of het begrotingsontwerp overeenkomt met het stabiliteitspact. Als dat het geval is, dan zal de begroting ingediend kunnen worden in het parlement. De Commissie zal echter ook van oordeel kunnen zijn dat de ingediende begroting niet overeenstemt met het stabiliteitspact. In dat geval zal ze kunnen eisen dat de regering de ontwerpbegroting wijzigt.

Concreet betekent dit het volgende. Veronderstel dat de regering een begroting indient met een tekort van 2 procent van het BBP. De Commissie betwist dit cijfer omdat ze van oordeel is dat de economische groei lager zal zijn dan de groei die de regering als uitgangspunt heeft genomen om de begroting op te stellen. De Commissie kan dan eisen dat de regering haar werk opnieuw doet.

Een dergelijke procedure is volgens mij onaanvaardbaar omdat ze de basis van ons democratische bestel aantast. Eén van de fundamentele regels van westerse democratieën is 'no taxation without representation'. Belastingen kunnen alleen maar geheven worden mits het akkoord van het parlement. De Commissie argumenteert dat dit nog altijd het geval zal zijn in de nieuwe Europese regelgeving. Het zal nog altijd het nationale parlement zijn dat de begroting moet goedkeuren.

Die argumentatie gaat echter voorbij aan een ander aspect van de regel 'no taxation without representation'. Die regel impliceert dat diegenen die belastingen heffen ter verantwoording kunnen geroepen worden door de kiezer, en kunnen worden afgestraft. Dat is minstens even belangrijk als de formele regel dat een begroting in het nationale parlement moet worden goedgekeurd. De kern van democratische legitimiteit is dat diegenen die beslissingen nemen over belastingen en uitgaven kunnen worden afgestraft door de kiezers.

De Europese Commissie, die in de toekomst van nationale regeringen zal eisen dat die meer belastingen heffen en/of minder uitgaven doen, kan door geen enkele kiezer ter verantwoording worden geroepen. Ze kan niet worden afgestraft door gelijk welk kiezerspubliek. Dat is een belangrijke aantasting van een van onze belangrijkste democratische principes. Critici van het Belgische politieke bestel zullen hier opwerpen dat de Europese Commissie betrouwbaarder is dan het nationale parlement. We kunnen beter ons lot in de handen van de Europese Commissie stellen dan van de nationale politici.

Ik volg die redenering niet. Ons democratisch bestel is gebaseerd op het systematisch wantrouwen in de politieke leiders, zelfs als die laatsten het eigenlijk goed voorhebben. Democratische controle moet uitgeoefend worden op iedereen die politieke beslissingen neemt, zelfs als het gaat om verlichte geesten zoals het personeel van de Commissie. Ik sta sceptisch tegenover het verlicht beleid van de Commissie op budgettair vlak. Ze is er dankzij haar blinde besparingsdrift mede verantwoordelijk voor dat de Eurozone in een nieuwe recessie is terechtgekomen.Ze maakt dus fouten, en niet van de minste. Daarom moet er een mechanisme zijn dat de leden van de Commissie kan sanctioneren door de kiezers die getroffen worden door die beslissingen. Dat bestaat nu niet.

Het gebrek aan democratische legitimiteit van de beslissingen van de Commissie is de Achilleshiel van de nieuwe regelgeving. Het zal leiden tot conflicten tussen de nationale overheden en de Commissie. Hopelijk leidt dat tot het inzicht dat verdere Europese integratie alleen kan als het ingebed is in een democratische beslissingsprocedure.