Direct naar artikelinhoud

Nachtblauwe noten en Afrikaanse aanvaringen

Toots Thielemans, Arno Hintjens en Philippe Catherine in een ménage-à-trois van jazz, blues en Afrobeat: een mens zou voor minder een onvergetelijke avond durven voorspellen. Toch liep het niet altijd zo’n vaart tijdens Theater aan Zee.

Dat jazz gensters slaat in Oostende, hadden we wel kunnen weten. De dwarse frasering en het donkere nachtgevoel van jazz lijkt er immers alleen maar opwindender op te worden in zilte zeelucht.Die stelling werd onmiddellijk onderbouwd door Jean ‘Toots’ Thielemans, die de aftrap gaf van de Soirée Jazz in Oostende. In eenzelfde trek bewees de 87-jarige ‘Marollien’ ook waarom hij volgende week de prestigieuze Jazz Award van het Amsterdamse Concertgebouw ontvangt. Thielemans bewandelde namelijk een haast vlekkeloos parcours, waarin een lichtjes ontroerend ‘I Do it for Your Love’ van Paul Simon geperfectioneerd werd op mondharmonica, of de vertrouwde coup de grâce ‘Bluesette’ voor een krop in de keel zorgde én een oneindig durende ovatie. Even voordien vrolijkte ‘Wave’ van Antonio Jobim de set ook nog op met een frivole snee Copacabana. Dat enkele krijsende meeuwen net dié instrumental kozen om een robbertje uit te vechten buiten de tent, zorgde voor een al even eigenzinnige als unieke overdub.Het sappige Brusselse patois van Thielemans was dan niet altijd even begrijpelijk, maar zelfs dat stoorde amper. Des te grappiger bleek zijn warrige discours over Midnight Cowboy, waarin hij verwees naar Angelina Jolie, om vervolgens uit te weiden over de speciale, weemoedige harmonicaklank in die wereldbekende titeltrack van John Barry (“If you see a man in trouble, please play a blue note”, gaf de regisseur John Schlesinger Toots blijkbaar mee als advies).

‘Respect, motherfucker’

Later op de avond stelde Aka Moon je geduld helaas op de proef: niet alleen omdat dit trio pas zeer laat het podium opkwam met het Afrikaanse zang/dans/ muziekcombo Black Machine in hun zog, maar ook omdat de set tergend traag op gang trok. Daardoor leek de veelbelovende samenwerking aanvankelijk zelfs de mist in te gaan. De bevreemdende combine van Fabrizio Cassols altsax met de dwingende ritmiek van Black Machine werkte na een tijdje nochtans wel: op zijn best klonk het gezelschap even gespierd als soepel. Op die manier werden jazz én afrobeat in een hoogst dansbaar, zij het lichtjes grillig jasje gehesen.Wel jammer dat er voor de legendarische gitaarvirtuoos Philip Catherine slechts een onbestemde rol leek weggelegd. Haast onzichtbaar schuifelde hij ineens het podium op, om zich daar al even nederig op te stellen in de volgende composities. Wat een contrast met Thielemans die aan het eind van de show kwam meejammen en alle aandacht naar zich toe zoog. Met zijn komst stevende de set trouwens in een rechte lijn af op een climax: daarbij werd Arno Hintjens het podium opgejaagd om een witheet smoelschuifduel in te zetten met Toots. Hoe amicaal die kamp ook verliep, toch zag je Arno het onderste uit de kan halen om de Meester van het mondmuziekje enigszins bij te benen in deze bloedstollend aanvaring van blues en jazz: een ongelijke strijd. Erg amusant trouwens om Hintjens daarna de geuzennaam “motherfucker” te zien slingeren in het gezicht van een perplexe Toots - al deed le plus beau dat wel na een gepreveld “respect” in de richting van de wereldberoemde ket, dat spreekt.