'Hooggeschoolde werkloze heeft baat bij flexibele arbeidsmarkt'

De overheid wil met werkinlevingsprojecten en individuele beroepsopleidingen (IBO's) werkloze jongeren zoveel mogelijk ervaring op de werkvloer bieden. Deze actieplannen zijn vooral gericht op laaggeschoolde jongeren.

De IBO-contracten bijvoorbeeld worden vandaag voornamelijk bij de industriële knelpuntberoepen toegepast, met de bouwsector op kop. Terecht, want de problemen die deze jongeren op de arbeidsmarkt kennen worden stilaan structureel en de crisis verergert de situatie alleen maar.

Maar terwijl de pijlen op die laaggeschoolden en kansengroepen worden gericht, groeit het peloton van midden- en hooggeschoolde werklozen. Een uitbreiding naar andere sectoren en naar hogere profielen is een piste die het proberen waard is, vinden diverse deskundigen. Maar om hooggeschoolden echt een kans op de arbeidsmarkt te bieden, moet onze arbeidsmarkt anders georganiseerd worden. Die bevat volgens specialisten te veel obstakels en is te rigide.

Peter De Keyzer, hoofdeconoom van BNP Paribas Fortis, blijft oproepen om onze arbeidsmarkt flexibeler te maken. "Het is heus geen toeval dat de jeugdwerkloosheid net in die landen zo hoog is waar de arbeidsmarkt zeer rigide is", merkt De Keyzer op. "Er zijn te veel maatregelen die de werknemers moeten beschermen en die zijn met de beste bedoelingen gecreëerd. Maar in de praktijk zorgen ze net voor een omgekeerd effect. En krijg je een groep werkenden die vasthouden aan de verworven rechten, en daardoor de jongeren een instroom op de arbeidsmarkt verhinderen."

Het klinkt paradoxaal beseft De Keyzer: "Met een flexibeler ontslag- en arbeidsmarktbeleid zorg je voor groei. Noodzakelijk om de economie te ondersteunen en zo banen te creëren."

Unizo-topman Karel Van Eetvelt treedt De Keyser bij. "Daarom zijn onze cijfers op het vlak van jeugdwerkloosheid ook zoveel hoger dan bijvoorbeeld Nederland en Duitsland. En omgekeerd in lijn met deze van Frankrijk, dat op het vlak van een stroeve arbeidsmarkt vergelijkbaar is."