Direct naar artikelinhoud

''Dat ding' schudde me dooreen alsof ik in een slazwierder zat'

Texaans eiland Galveston staat blank, maar heeft al erger doorstaan

Wie van Galveston, een langgerekte natuurlijke barrière voor de kust van Texas, zijn thuis gemaakt heeft, weet het: af en toe rollen de natuurelementen over het eiland. Soms met vernietigende kracht, zoals in de Grote Storm van 1900, toen 6.000 mensen omkwamen. En ook al werd de stad nadien achter een vijf meter hoge zeewal opgehoogd, bij iedere orkaan rijst telkens weer de vraag: blijven of naar veiliger oorden trekken. door Kris Jacobs

Ondanks de waarschuwingen voor orkaan Ike - wie op het eiland bleef, kon "certain death" verwachten - zouden toch 23.000 inwoners Galveston niet verlaten hebben. Daryl Thompson is niet alleen een van hen, hij is wellicht ook een van de weinigen die Ike in de buitenlucht trachtte te trotseren. "Ik had er wel aan gedacht om naar een schuilplaats te trekken", zegt de dakloze man aan een reporter van The New York Times, terwijl hij een fiets met twee doordrenkte tassen voortduwt. "Maar ik wachtte te lang en ik zat vast." Op een bepaald moment was de wind zo sterk dat hij voortdurend van zijn sokken werd geblazen. Dus nestelde hij zich onder een bank in het park. "Ik dacht echt dat ik eraan ging", zegt hij de morgen nadien. "That thing schudde me door elkaar alsof ik een slazwierder zat."

De storm kwam vrijdagnacht om iets over twee aan land op Galveston, met windsnelheden tot 175 kilometer per uur. Gevreesd werd dat Ike gepaard zou gaan met een tsunami, dat golven tot 7,5 meter hoog op de eilandstad zouden inbeuken en zonder weerstand over de beschermende zeemuur zouden spoelen. Die muur werd langs de kust opgetrokken nadat de stad in 1900 zo goed als van de kaart was geveegd door de ergste natuurramp die de Verenigde Staten ooit hebben gezien.

Galveston was toen een welvarend handelscentrum, een status die het te danken had aan zijn ligging in Galveston Bay, waardoor het een natuurlijke haven en toegang tot het Texaanse hinterland werd. Eén zwak punt: Galveston was niet meer dan een langgerekte zandbank, die op haar hoogste punt nauwelijks 2,7 meter boven de zeespiegel uittorende. En dat terwijl het eiland in de vuurlinie lag van orkanen die aan land gingen.

En de inwoners waren gewaarschuwd. In 1875 had een orkaan het nabijgelegen kuststadje Indianola zo goed als platgegooid. De stad werd heropgebouwd, maar in 1886 was het opnieuw prijs. Deze keer lieten de inwoners de puinhoop voor wat het was en gingen ze elders hun geluk beproeven.

In Galveston gingen dan ook stemmen op om zich tegen stormen te wapenen, door een grote zeemuur te bouwen. De plaatselijke overheid en een meerderheid van de bevolking vonden dat echter onnodig. In plaats daarvan stelden ze zich zelfs nog meer bloot aan de elementen: zandduinen werden met de grond gelijkgemaakt om lager gelegen delen van de stad op te vullen.

Het was in de weken voor die fatale 8 september 1900 bekend dat er een storm aankwam, al wist niemand hoe krachtig die zou worden en waar die naartoe zou trekken.

Op 3 september trof noodweer het zuidwesten van Cuba. Het centrale Weather Bureau van de VS in Washington verspreidde een stormwaarschuwing - men vermeed termen als tornado of orkaan om paniek te vermijden. Het weer boven de Golf van Mexico was in elk geval ideaal om een storm aan kracht te doen winnen: al wekenlang nauwelijks een wolkje aan de lucht en aangenaam warm zeewater. Op 5 september trok een tropische storm of zwakke orkaan over de Florida Straits.

Op 7 september meldde het meteorologische bureau in New Orleans zware schade langs de kusten van Louisiana en Mississippi. Nauwkeurige informatie ontbrak echter. Wie met eigen ogen de storm aanschouwde, kon daar wellicht geen kond van doen, omdat veel telegraaflijnen sneuvelden.

Galveston lag ondertussen nog steeds onder een stralend blauwe hemel. Weinigen gingen over de bruggen naar het vasteland, en toen halverwege de morgen van 8 september regenwolken aanrolden, bekommerde het merendeel van de 42.000 eilandbewoners zich daar evenmin om.

De orkaan zou volgens de huidige indeling categorie 4 halen, met geschatte windsnelheden tot 215 kilometer per uur. In de namiddag spoelde een stormtij van 4,6 meter hoog met gemak over het hele eiland. Gebouwen werden van hun fundamenten gerukt, 3.600 huizen werden vernield. Bruggen en telegraaflijnen doorstonden de storm niet, maar omdat men in Houston ook het noodweer gevoeld had, werd onmiddellijk hulp uitgestuurd.

Afgelopen weekend reikten de golven gelukkig niet hoger dan 4,5 meter. Ondanks de zeemuur werden echter opnieuw grote delen van het eiland blank gezet. Galveston kreeg de volle laag, niet alleen vanuit zee, ook uit de lucht viel het water urenlang met bakken naar beneden. Volgens de brandweer stond op sommige plekken tot drie meter water.

De verhoogde weg die het eiland met het vasteland verbindt, bezweek onder het natuurgeweld en bood een haast surreële indruk, bezaaid als hij lag met gestrande boten en puin. Al valt het in het niet vergeleken bij de historische Grote Storm, de huidige inwoners hebben van hun leven nog nooit zoveel schade op hun eiland gezien.

Op de dijk lag na de storm een heuse barricade van wrakhout, alles hing schots en scheef zoals dat alleen kan na een grote storm. Restaurants op palen waren volledig vernield, waaronder ook de Balinese Ballroom, in de jaren twintig de trots van de badplaats. De zijwand van een hotel was door de golven afgescheurd, waardoor de wind vrij spel kreeg in de kamers.

Ook al stond er geen water meer in 49th Street, in het midden van de straat lag wel een boot. Op het kerkhof staken heiligenbeelden en witte grafstenen nog nauwelijks boven het modderige water uit. Helikopters van de kustwacht cirkelden rond, terwijl ze reddingsoperaties coördineerden.

Tijdens de stormnacht waren meer dan 100 noodoproepen geregistreerd. Volgens de stad zijn er vooralsnog geen doden gerapporteerd, ook al waren minstens zeventien gebouwen verwoest. De schade aan eigendommen liep "in de miljoenen, zo niet in de honderden miljoenen dollars".

Ook in 1900 vonden de reddingswerkers een stad in puin, maar terwijl Ike vooralsnog nauwelijks mensenlevens heeft gekost, was dat toen wel anders. Algemeen wordt aangenomen dat minstens 6.000 mensen toen op Galveston het leven lieten, sommige schattingen gewagen zelfs van 12.000 doden. De meesten van hen waren verdronken of verpletterd door brokstukken waarop de golven bleven inbeuken. Nog anderen overleefden de storm maar stierven dagen later terwijl ze nog steeds onder het puin gekneld zaten. De hulpverleners hoorden de hulpkreten, maar kwamen vaak te laat.

Het was al even onbegonnen werk al die lijken te begraven. Aanvankelijk werden ze daarom op volle zee gedumpt, maar de stromingen stuwden ze terug naar het strand. Daarop koos men ervoor de lichamen te verbranden. De lijkstapels brandden wekenlang.

Nog eens 30.000 mensen waren dakloos. De overlevenden werden langs het strand in oude legertenten ondergebracht. Die waren zo talrijk dat waarnemers het hadden over "de witte stad op het strand".

Die herinnering blijft. "Toen ik opgroeide, praatten mensen daar niet graag over", zegt Paul Burka van het tijdschrift Texas Monthly, een trotse 'BOI', de samenzweerderige afkorting van de Galvestonbewoners voor 'born on the island'. "De Grote Storm was het lijk in de familiekast, omdat die dag Galveston zijn lotsbestemming verloor."

Na de catastrofe werden maatregelen genomen opdat toekomstige generaties dat nooit meer moesten meemaken. De eerste kilometers van de vijf meter hoge zeemuur werden opgetrokken. Nu niet meer zichtbaar, maar nog spectaculairder was dat de hele stad met baggerspecie vijf meter werd opgehoogd. Daarbij werden bovendien meer dan 2.000 gebouwen 'gekrikt'.

De status van 'Wall Street van het zuidwesten', zoals Galveston voor de Grote Storm bekendstond, raakte het echter geleidelijk kwijt. Huidig burgemeester Lyda Ann Thomas, wier grootvader de stad hielp heropbouwen na 1900, zegt dat haar stad recentelijk tot 6 miljard dollar investeringen aantrok, ondanks het feit dat Katrina drie jaar geleden nog de risico's aan de Golfkust pijnlijk in de verf zette. Het gaat weer goed met de lokale economie. "Het duurde alleen honderd jaar", gekscheert ze.

Galveston moet het nu echter meer van cruiseschepen en toeristen hebben. De rol van grootste mercantiele plek in de regio is al decennia geleden overgenomen door miljoenenstad Houston, in niet geringe mate door de opkomende olie-industrie. De zeemuur, die ondertussen 16 kilometer lang is, is nu een toeristische trekpleister.

Het enige wat niet veranderd is, is dat de inwoners bij elke orkaanwaarschuwing nog altijd moeten beslissen of ze hun leven riskeren door te blijven. John Dundee, wiens familie al vijf generaties op Galveston woont, bleef deze keer, omdat hij niet meer de ellende wilde meemaken van de evacuatie voor orkaan Rita, drie jaar geleden.

"Mijn vrouw en ik trachten toen tot bij onze kinderen in Waco te raken. Zevenentwintig uur zaten we vast in het verkeer. We vonden dat we hier wellicht beter af waren dan ergens midden op de snelweg als de storm passeert." Wel verlieten ze hun huis op het onbeschermde westelijke deel van het eiland en trokken ze naar het huis van zijn moeder, dichter bij de stad zelf.

Maar toen werd het nieuws almaar onheilspellender. "We aarzelden tussen blijven en toch maar vertrekken", vertelt Dundee. Toen ze uiteindelijk dan toch besloten de aftocht te blazen, stond het water in de straten al tot heuphoogte. Daar kon Dundee zelfs met zijn Jeep niet meer door. "We zijn aardig door elkaar geschud, maar iedereen is er heelhuids door gekomen", besluit hij opgelucht.

Het hoort erbij, zegt burgemeester Thomas. "We hebben dit weekend veel verloren, maar dat maakt nu eenmaal deel uit van onze geschiedenis." Andere inwoners zeggen inderdaad dat ze, ondanks alles, ook een volgende storm opnieuw zouden uitzitten.

Terwijl de lucht zaterdag opklaart, kuiert een verrassend groot aantal mensen door de straten. Met een trotse glimlach om de mondhoeken groeten ze elkaar terwijl ze zoeken naar een pakje sigaretten of telefoons die nog werken. Twee tieners kajakken door Broadway en 29th Street, op weg naar het huis van een vriend.

De elfjarige Nick Parker loopt rond met een vislijn. "Nee, ik probeer niets te vangen, ik controleer gewoon dat er geen waterslangen zitten." Nick en zijn ouders hadden te lang gewacht en zaten uiteindelijk vast in hun huis. De kelder is overstroomd, maar niemand is gewond. "Ik ben vooral op zoek naar iemand om mee te spelen", zegt Nick. "Orkanen zijn saai. Misschien is het tijd dat de scholen weer opengaan."

Een van die scholen, Ball High School, diende als schuiloord voor 300 mensen. Alles liep gesmeerd, zegt Michael W. Fox, ook al moest iedereen rond middernacht de zaal op de gelijkvloerse verdieping verlaten en naar hogere oorden verkassen door het wassende water. "Alles verliep ordelijk en kalm, maar tegen de morgen wilden alle aanwezigen vooral zo snel mogelijk gaan kijken hoe het met hun huizen gesteld was", aldus Fox terwijl hij tot aan zijn middel door het water waadt.

De 54-jarige Sarah Rampton is bezig de triplex te verwijderen waarmee ze haar woning op een halve kilometer van het water beschutte. Alles is in orde, zegt ze, maar ze barst in tranen uit als ze uitlegt wat ze verloren is.

"Mijn hond is weggelopen en ik ben de enige foto van mijn grootvader kwijt." Haar woonkamer had gedeeltelijk onder water gestaan. "Alles is vervangbaar en ik ben ervan overtuigd dat alles ook weer heropgebouwd zal worden", vervolgt ze terwijl ze de tranen van haar gezicht veegt. "Maar de persoonlijke spullen die je kwijtraakt, die kun je niet heropbouwen."

Bron: The New York Times, persagentschappen

Burgemeester Lyda Ann Thomas:

We hebben dit weekend veel verloren, maar dat maakt nu eenmaal deel uit van onze geschiedenis