Direct naar artikelinhoud

Apple krijgt Chinese les in nederigheid

Apple heeft zijn excuses aangeboden aan Chinese consumenten over de eigen communicatie en dienstverlening. Staatsmedia leverden de afgelopen weken scherpe kritiek op het bedrijf.

Als het Volksdagblad in Peking je beschuldigt van 'onvergelijkbare arrogantie', als de Chinese bureaucratie dreigt met extra controles - dan weet je als multinationale onderneming wat je te doen staat. De Chinese markt verlaten. Of, als dat offer te zwaar is: diep buigen.

Apple boog gisteren, na lang talmen. Tim Cook, de nieuwe baas, beloofde zijn Chinese klanten beterschap. De Amerikaanse maker van mobiele telefoons, muziekspelers en computers zal Chinezen voortaan dezelfde garantie op een iPhone geven als in de VS.

Want dat was de klacht van Chinese zijde: we worden gediscrimineerd. In de VS krijg je twee jaar garantie bijvoorbeeld, in China maar een jaar. Apple hield lang vol dat het zich daarmee toch keurig aan de Chinese wet hield. Tot maandag, toen Cook, de opvolger van de in 2011 overleden Steve Jobs, met een zeldzame spijtbetuiging kwam.

Apple kiest daarmee eieren voor zijn geld. De tegenwind in China zorgde er de afgelopen week al voor dat de waarde van het aandeel ruim 3 procent zakte. Logisch: het land met zijn 1,3 miljard consumenten is de belangrijkste groeimarkt voor de Amerikanen. Als daar een deuk in zou komen, kan dit de waarde van het concern, dat de laatste tijd toch al niet meer heilig is, lelijk aantasten.

Voor Apple is China na de VS de belangrijkste markt. Verkopen schoten eind vorig jaar liefst 40 procent omhoog tot 6 miljard euro. Crisisberaad in het hoofdkwartier van Apple in Cupertino, Californië dus, met Pasen.

Apple weet zich in China een geliefd merk, maar toch werd het vanaf medio maart vakkundig in de tang genomen door prominente staatsmedia. Het avondjournaal van de nationale tv-zender CCTV nam het voortouw, het Volksdagblad en persagentschap Nieuw China volgden naadloos. Alles wees volgens buitenlandse waarnemers op een duidelijke campagne.

De boodschap uit Peking: jullie arrogante lui uit Californië moeten beseffen dat je niet langer Chinezen kunt discrimineren, ook al hou je je formeel aan onze wet.

Opvallend is de timing - de klacht liep al sinds vorig jaar. Waarom werd Apple nu pas op het schavot gezet? Een mediacampagne vereist in eenpartijstaat China speciale goedkeuring: politieke bazen besluiten of bedrijf x of land y aan de schandpaal moet worden genageld, en in welke mate. Als daarbij de belangen van de Chinese consument kunnen worden gebruikt, is dat mooi meegenomen, maar het is bepaald geen vereiste.

De aanval op Apple is een politiek spel, zeggen analisten, een nieuw voorbeeld van het economisch nationalisme dat Peking al langer bedrijft. Het kan vergelding zijn voor de moeilijkheden die het Chinese elektronicaconcern Huawei eerder ondervond op de Amerikaanse markt. Of wraak wegens de voortdurende weerstand van Washington tegen de aanschaf van Chinese telecom- en IT-producten. Of is het toch vooral bedoeld als steuntje in de rug voor China's eigen smartphonemerken?

Apple is niet het eerste buitenlandse bedrijf dat in China door het stof moet. Volkswagen, fastfoodketen KFC, Google, Toshiba en HP gingen al voor. Peking rolt steeds vaker zijn economische spierballen: staatsmedia riepen al op tot een boycot van Franse, Noorse en Japanse producten nadat die landen op Chinese tenen hadden gestaan.