Direct naar artikelinhoud

De sage van de wonderbaarlijke IJslandse kroon

Dankzij de IJslandse kroon, de kleinste munteenheid ter wereld, is IJsland razendsnel opgekrabbeld uit een diepe crisis. Een voorbeeld voor eurolanden als Griekenland en Portugal? 'De kroon is op lange termijn onhoudbaar.'

De toeristen blijven maar komen", grijnst Jón Adres Valberg, terwijl hij bijna met tegenzin pauzeert bij het timmeren van de planken voor zijn nieuwe kledingwinkel Dogma in de Laugavegur, de belangrijkste winkelstraat in de IJslandse hoofdstad Reykjavik. De blonde dertiger neemt een slokje uit het flesje bier dat zijn meetimmerende broer hem aanreikt. "Sinds de crash in 2008 heb ik al drie nieuwe winkels geopend."

Valberg is nu eigenaar van vijf winkels in het centrum, waaronder drie toeristenwinkels, en heeft dertig man personeel. Hij heeft een werkplaats waar veel van zijn artikelen worden gemaakt. Het meeste van zijn omzet dankt hij aan de lage IJslandse kroon, denkt hij. Voor veel toeristen is het opeens mogelijk om naar het voorheen peperdure Noord-Europese eiland tussen Groenland en Noorwegen te vliegen. "Ze geven nu ook geld uit", zegt Valberg. "Voorheen namen ze hun eigen eten mee, nu gaan ze naar een restaurant."

Dit jaar verwacht IJsland 850.000 toeristen, bijna drie keer zoveel als het inwonertal van het eiland, dat nog altijd diepe littekens draagt van de financiële crisis. Het toerisme steeg vorig jaar met 15 procent, volgens cijfers van het IJslands Bureau voor Toerisme. Icelandair heeft zijn vluchten uitgebreid en het aantal hotelovernachtingen nam in april met 10 procent toe ten opzichte van een jaar eerder. De opleving is niet alleen te danken aan de lage kroon. Ook de spectaculaire uitbarsting van de vulkaan Eyjafjallajökull in 2010 zette IJsland op de kaart en zorgde voor populaire T-shirts als 'We may not have cash, but we've got ash' in de winkel van Valberg.

Het lijkt een wonder: amper vier jaar na de crash van de bankensector in IJsland groeit de economie harder dan waar ook in Europa of zelfs in het goeddeels van de eurocrisis afgeschermde Scandinavië. Na twee jaren van diepe recessie bedroeg de groei in het eerste kwartaal van dit jaar 4,5 procent op jaarbasis. Dat is de hoogste groei sinds 2008. In 2009 kromp de economie nog met 7 procent.

Begrotingstekort ingedamd

Het begrotingstekort, dat in 2009 nog 40 procent van het bruto binnenlands product bedroeg, is zo goed als ingedamd en de werkloosheid is gedaald tot rond de 7 procent. Ook de emigratie neemt weer af. Vorige maand loste IJsland voor de tweede keer vervroegd een lening af van het IMF, dat het bankroete eiland met 320.000 inwoners in totaal 3,4 miljard euro leende.

Het zijn prestaties waar Zuid-Europese landen in de geplaagde eurozone alleen maar van kunnen dromen. Waar Griekenland en Portugal nog altijd de euro handhaven en dus niet met goedkope wisselkoers aan concurrentiekracht kunnen winnen, heeft IJsland door zijn goedkopere munt juist de weg omhoog gevonden.

Belangrijkste motoren voor de IJslandse groei zijn de export, het toerisme en de binnenlandse consumptie - burgers krijgen weer iets meer ruimte in de portemonnee. Sommige economen spreken van het 'IJslandse wonder' en premier Jóhanna Sigurdardóttir zei vorige maand dat de rest van de wereld IJsland als voorbeeld kan nemen vanwege zijn snelle herstel.

Vorige maand gaf minister van Buitenlandse Zaken Ossur Skarpheoinssón in Brussel zelfs een peptalk voor de Zuid-Europese landen die in moeilijkheden zitten. "Doe zoals wij in IJsland doen als er een sneeuwstorm aankomt: trek je rits dicht, zet je capuchon op en weersta de storm. We weten dat uiteindelijk de zon weer zal doorbreken."

Tijdens de crash in 2008 daalde de kroon de helft in waarde. Zeker voor de op uitvoer gerichte economie van IJsland - 59 procent van het bruto binnenlands product wordt verdiend met export - was dat een groot voordeel. De export is vorig jaar met een derde gestegen ten opzichte van 2008. De duurder geworden importen zagen in 2009 en 2010 juist een dip, al stijgen die dankzij de aantrekkende economie inmiddels ook alweer. Deze verschuiving is goed nieuws voor de IJslandse handelsbalans, die voor het eerst sinds lange tijd weer op positief staat.

Vooral in het toerisme en de visserij - belangrijke pijlers onder de IJslandse economie - zijn de effecten goed merkbaar. De visserijsector, goed voor 40 procent van de export, hoefde niet eens meer vis uit te voeren om in 2010 toch 5,9 procent meer omzet te halen. "De kroon heeft ons goed geholpen de crisis snel te boven te komen", zegt Sveinn Hjartarson van de federatie van eigenaren van vissersschepen, goed voor 220 schepen en 95 procent van alle visvangst in IJslandse wateren. "Sinds 2008 bloeit onze sector weer. Ons aandeel in de IJslandse export was door de dure kroon gedaald, maar gaat nu weer omhoog."

Voor Jóhanna Gudjónsdóttir van sla-producent Lambhagi in de Úlfarsarvallei een paar kilometer buiten Reykjavik leverde de crisis onlangs een belangrijk moment van overwinning op. "Laatst had ik de inkoopmanager van supermarktketen Bonus aan de telefoon", glimlacht ze fijntjes op het erf van haar boerderij waar een aantal kassen worden bijgebouwd. "Wij hadden de prijs van onze sla iets verhoogd en hij accepteerde dat niet. Toen zei ik dat we dan niets aan hem konden leveren. Het was even stil aan de andere kant van de lijn. Daarna bleek de prijs geen probleem meer. Dat was tien jaar geleden wel anders."

Het succes van de sla-producent is de andere kant van de goedkope IJslandse munt. Waar supermarktketens als Bonus voorheen vanwege de dure kroon importproducten uit Groot-Brittannië, Nederland en de rest van Europa haalden, kunnen lokale producenten vanwege de lage koers nu met een concurrerend alternatief komen.

Lambhagi is de grootste sla-producent van IJsland en heeft 18 procent van de markt in handen. Dat marktaandeel zal alleen maar stijgen, verwacht Gudjónsdóttir. "Consumenten willen IJslandse groenten, ze accepteren geen buitenlandse producten meer." De crisis heeft daaraan bijgedragen denkt ze. "Mensen hebben een duurzamer leefstijl gekregen."

Haar boerderij is 32 jaar oud, maar de productie is de laatste drie jaar fors gegroeid. Er staan twee kassencomplexen van in totaal 3.500 vierkante meter. Binnenkort komt daar 1.000 vierkante meter bij. Ze verkoopt aan restaurants, hotels en supermarkten. Ook de spinazie loopt goed. "Voorheen werd bijna alle spinazie geïmporteerd."

Iedere dag komen er ook klanten naar de boerderij om direct slaplantjes, spinazie of kruiden mee te nemen uit de koeling bij de ingang. Ook in de aanbieding: een potje tarwegras waar een supergezond drankje van kan worden gemaakt. Binnenkort komt hier een klein winkeltje, wijst Jóhanna als ze over het grindpad loopt naar het tweede kassencomplex. "Daar gaan we zelfgemaakte pesto, jam en honing verkopen."

Ze loopt langs een smal zwembad, waarin twee grote walvisbotten liggen. "Die heeft mijn man ooit gekregen van een walvisvaarder", vertelt ze. "Dit wordt weer ons zwembad. Heerlijk toch?"

Een heel ander geluid is te horen in het kantorengebied bij de haven van Reykjavik, temidden van de betonmolens en hijskranen die daar sinds kort weer zijn te horen. Daar zetelt de IJslandse federatie van bedrijven in de handels- en dienstensector, een van de grootste critici van de kroon.

Omdat IJsland een klein land is dat afhankelijk is van internationale handel, is het extreem vatbaar voor schommelingen in de wereldeconomie, zegt voorzitter Andrés Magnussón, wiens koepel een kwart van de banen in de private sector vertegenwoordigt. "De koers van de kroon laat dan ook steeds sterke uitschieters zien, naar boven en beneden. Die instabiliteit is op de lange termijn nadelig voor bedrijven, investeerders en consumenten.

"De lage kroon is op dit moment goed voor de export, maar niet voor de importerende bedrijven. In 2008 schoten de kosten van importgoederen met 60 tot 70 procent omhoog. Het is hopeloos om in die omstandigheden een bedrijf te moeten runnen. Dit is een cyclus die steeds opnieuw vooral kleine bedrijven stukmaakt en investeerders afschrikt."

De IJslandse munteenheid is de kleinste ter wereld. IJsland introduceerde de kroon in 1922, toen het afscheid nam van de Deense kroon na het uiteenvallen van de Scandinavische Monetaire Unie. In 1944 verklaarde IJsland zich onafhankelijk van Denemarken.

Ondanks bewezen diensten bij het snelle herstel na de crisis is ook bij de IJslandse vakcentrale een liefdesverklaring aan de eigen munt ver te zoeken. "Sinds zijn invoering is de kroon 95 procent van zijn waarde kwijtgeraakt ten opzichte van de Deense kroon", zegt vakbondsvoorzitter Gylfi Arnbjörnsson. "IJsland heeft een lange geschiedenis van devaluatie om economische groei te creëren, maar dit is geen duurzame groei omdat er door de aanhoudende koersschommelingen steeds weer bedrijven zullen omvallen."

Daarbij komt dat de koers van de kroon, die nu redelijk stabiel lijkt, wordt vertekend door kapitaalrestricties. Tot afschuw van buitenlandse investeerders besloot de IJslandse regering in 2008 dat zij hun kapitaal niet uit IJsland mochten terugtrekken. Vanwege deze noodmaatregel staat nu 6,3 miljard euro aan buitenlands kapitaal vast in IJsland, volgens de OESO circa 30 procent van het bruto binnenlands product.

Veel economen en ondernemers verwachten dat alle investeerders in één klap al hun kapitaal zullen terugtrekken als de restricties worden opgeheven, zoals onder meer de OESO aanbeveelt.

"De kroon zal waardeloos worden", zegt voorzitter Gylfi Arnbjörnsson van IJslands vakcentrale ASI, gevestigd in een kantorengebied bij de haven van Reykjavik, waar de betonmolens sinds korte tijd weer draaien. "Dit soort kapitaalrestricties kun je in één dag invoeren, maar het is onmogelijk om er weer uit te komen. We zullen dertig tot veertig jaar nodig hebben om investeerders te overtuigen dat de IJslandse economie stabiel is."

Ook in de publieke opinie vindt de kroon geen genade. Uit een peiling van Gallup eerder dit jaar bleek volgens The Economist dat 70 procent van de IJslanders de kroon zou willen inwisselen.

EU-lidmaatschap

Er zijn twee alternatieven: een vaste wisselkoers aanhouden, zoals Denemarken nu doet met de euro, of overstappen op een andere munt, zoals de euro of de Canadese dollar. Afgelopen maart nog zei ook de IJslandse premier Sigurdardóttir dat het monetaire systeem van IJsland "niet onveranderd kan blijven". Haar regering wil haast maken met toetreding tot de EU en kiest daarmee voor invoering van de euro.

Maar de kans dat IJslanders werkelijk euro's in hun portemonnee zullen krijgen, is klein. Uit peilingen blijkt dat 54 procent van de IJslanders tegen EU-lidmaatschap is. De sociaaldemocratische partij van premier Sigurdardóttir is als enige voor toetreding. De enige linkse regering die IJsland ooit heeft gehad wordt naar verwachting volgend jaar weggestemd.

"Als we de euro invoeren, zijn we nog slechter af", zegt Sigrun Vala Valgeirsdóttir, verkoopster in een wolwinkel in het centrum van Reykjavik, die ook profiteert van de toestroom van toeristen. Ze raakte haar importbedrijfje van thee kwijt toen de kroon klapte, maar houdt desondanks liever de eigen munt. "Kijk naar Griekenland, dat zit in de euro en heeft grote problemen."

Dat heeft ook een psychologische reden, zegt ze. "IJsland is sinds 1944 onafhankelijk en dat moet zo blijven." Maar ook al heeft IJsland zijn eigen munt, in feite is de economie van het eiland totaal vastgeklonken aan Europa. Magnussóns grootste zorg is daarom hoe de Europese crisis afloopt. "Negentig procent van al onze exporten gaan naar Europa", zegt hij. "De meeste van onze toeristen komen uit Europa. Eigen munt of niet: als Europa valt, vallen wij ook."